OORKONDENBOEK GRONINGEN DRENTHE

 

 

Oorkondenboek van Groningen en Drente

 

Edities

sigle korte aanduiding volledige titel jaren aantal
OGD Oorkondenboek van Groningen en Drente P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente (Groningen 1896-1899) 800-1405 1249
MGD Monumenta Groningana R.K. Driessen, Monumenta Groningana veteris aevi inedita (Groningen 1822-1830) 802-1600 377
WCO Warfsconstitutien en oordeelen H.O. Feith, Warfsconstitutien en oordeelen tot en met het jaar 1601 bijeenverzameld (Groningen 1868) 1408-1600 492
GBF Groninger beklemregt H.O. Feith, Het Groninger beklemregt; of verzameling van staats-resolutien en andere, tot het beklemregt betrekkelijke, stukken (Groningen 1828-1837) 1346-1600 79
OUB Ostfriesisches Urkundenbuch I en II E. Friedlaender, Ostfriesisches Urkundenbuch (Emden 1878-1881) 800-1500 1811
PCV Placaat en charterboek Vriesland G.F. thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Groot placaat en charter-boek van Vriesland (Leeuwarden 1768-1793

0750 0750-1150 Schenkingen aan de abdij Fulda van goederen in Humsterland en Hunsingo.

0800 ca. 800 Lex Frisionum.

0820 18-06-820 Theodgrim schenkt aan de abdij Werden zijn erfgoed in villa Aarlo in Drenthe.

0858 07 en 10-11-858 Folckerus, monnik te Werden, schenkt zijne erfgoederen in Humsterland aan de abdij Werden aan de Roer.

0900 ca. 900 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland.

0944 26-11-944 Koning Otto handhaaft de Utrechtse kerk in haar jachtrecht en geeft haar de wildban in de gouw Drenthe, in het graafschap van Everhard.

0945 maart 945 Lijst van inkomsten der abdij Fulda uit haar Friese bezittingen.

0970 03-08-970 Keizer Otto bevestigt de giften, door graaf Wichman aan het klooster gedaan van goederen o. a. van die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.

0996 18-12-996 Keizer Otto III beslist in de geschillen tusschen Adela met haar man Balderik en het klooster te Elten over de goederen door haar vader, graaf Wichman, aan dat klooster gegeven, o. a. die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.

1000 ca. 1000 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland.

1006 18-11-1006 Ansfridus, bisschop van Utrecht, schenkt goederen, o. a. de kerk te Groningen, aan het klooster Hohorst.

1006 24-04-1006 Koning Hendrik II bevestigt de Utrechtse kerk in haar jachtrecht en de wildban in de gouw Drenthe.

1024 03-01-1024 Keizer Hendrik II schenkt het graafschap Drenthe aan de Utrechtse kerk.

1025 26-07-1025 Koning Koenraad II bevestigt de kerk van Utrecht in de jachtrechten en de wildban in de gouw Drenthe.

1025 26-07-1025 Koning Koenraad II schenkt het graafschap Drenthe aan de kerk van Utrecht.

1027 tussen 1027 en 1054 Bernoldus, Bisschop van Utrecht, verklaart, dat Adolfus aan de Utrechtse kerk het goed Goor in Twente heeft geschonken, terwijl de bisschop hem daarvoor tienden in Twente en Drenthe geeft.

1040 21-05-1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk de goederen Leermens en Eenum in het graafschap van Rodolphus, welke aan Uffo en zijn broeders bij vonnis waren ontnomen.

1040 21-05-1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk de goederen Uffelte, Wittelte en Peeloo in Drenthe, welke aan Uffo en zijn broeder bij vonnis waren ontnomen.

1040 21-05-1040 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk eene bezitting in de villa Cruoninga in het graafschap Drenthe.

1040 29-12-1040 Hermannus, bisschop van Münster, verklaart, dat keizer Hendrik III tienden in Friesland schenkt aan het klooster Ueberwasser of St. Maria te Münster.

1046 22-05-1046 Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtse kerk het graafschap Drenthe.

1050-1062 Koning Hendrik IV bevestigt het jachtrecht des bisschops in Drenthe en beveelt de wildban der Utrechtse kerk te handhaven.

1056-1062 Koning Hendrik IV bevestigt de schenking van het graafschap Drenthe aan de Utrechtse kerk.

1057 25-04-1057 Koning Hendrik IV schenkt aan Adelbert, aartsbisschop van Hamburg, ten behoeve van de kerk aldaar de graafschappen Hunsingo en Fivelgo met het recht om een markt op te richten te Winsum en te Garrelsweer met munt- en tolrecht.

1058 1058-1071 Lijst van inkomsten van de abdij Corvey uit haar goederen in Friesland en Drenthe. (onecht)

1080 voor 25-05-1080 Koenraad, bisschop van Utrecht, bedankt Udo, bisschop van Hildesheim, voor zijn handelingen tegenover markgraaf Ecbertus, waarvan hij het bericht te Groningen heeft ontvangen.

1101 10-12-1101 Gheert to der Hofstede verklaart met toestemming van zijn vrouw Alijd te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit een gedeelte van het goed ter Hofstede.

1102 11-11-1102 Herman Dirkszoon, pastoor te Vledder, verklaart, dat de buren van Vledder een vicarie in de kerk aldaar hebben gesticht.

1129 10-04-1129 Koning Lotharius bevestigt de schenking en aan de abdij Elten, waaronder die in Hunsingo, Fivelgo, de Marne en Middag.

1133 Andreas, bisschop van Utrecht, bevestigt een schenking van Rodulfus de Steinvorth aan het klooster te Lette.

1139 voor 13-03-1139 Andreas, bisschop van Utrecht, draagt aan de kerk te Oldenzaal enige opbrengsten uit kerken in Drenthe over.

1141 voor 13-03-1141 Harbertus, bisschop van Utrecht, verklaart op verzoek van Otto, ministerialis, aan het klooster te Ruinen te hebben geschonken de kerk te Steenwijk en andere hem behorende goederen in en bij Ruinen, Meppel, Anreep, Pesse en Bunne.

1148 Wiboldus, abt van Corvey, verpacht een bezitting der abdij in Friesland.

1150 ca. 1150 Lijst van kerken onder het patronaat van Corvey in het bisdom Osnabruck.

1152 Frithericus, bisschop van Münster, sluit een overeenkomst met de ridder Godescalcus betreffende het slot Loon.

1152 tussen 30-03-1152 en 09-03-1153 Hermannus, bisschop van Utrecht, bevestigt de kerk te Blijdenstein in de door zijn voorganger geschonken goederen.

1159 28-06-1159 Paus Adrianus IV bevestigt de Utrechtste kerk in haar bezittingen en neemt haar in zijn bescherming.

1160 ca. 1160 Lijst van inkomsten der abdij Werden uit goederen in Friesland en Drenthe.

1170 11-04-1170 Godefridus, bisschop van Utrecht, verklaart, dat Henricus, abt van Ruinen, het land Selwerd, dat Lutgherus ministerialis in leen had, van deze heeft gekocht met zijn toestemming en dat hij dit goed aan die abt heeft geschonken, voorzover hij er recht op had.

1176 Het Münsterse domkapittel maakt een statuut over de verdeling der veertien obedientiae.

1177 tussen 09-03-1177 en 24-04-1178 Godefridus, bisschop van Utrecht geeft aan de St.-Maartensmannen een hoeve, hun door de monniken van Ruinen afgenomen, terug en schenkt deze tot schadevergoeding de grove tienden over vijf hoeven bij de Reest.

1179 27-06-1179 Paus Alexander III bevestigt het kapittel van St. Salvator in zijn bezittingen, o. a. in Drenthe en Groningen.

1180 of 1181 Henricus, abt van het klooster te Ruinen, geeft aan den bisschop van Utrecht een lijst der bezittingen van het klooster, in welker bezit deze het bevestigd heeft.

1188 Register der goederen van Hendrik, graaf van Dalen en heer van Diepenheim.

1200 Deken en kapittel van St. Jan te Utrecht verklaren, dat zij al hun goederen in Groningen en Drenthe aan het klooster te Ruinen hebben verkocht.

1204 Theodericus, bisschop te Utrecht, vergunt aan de bewoners van Holtpade bij de Linde een parochiekerk te stichten.

1206 of 1207 Theodericus, bisschop van Utrecht, verklaart van Fredericus, abt van Ruinen, de kerken van Steenwijk en Borne verkregen te hebben alsmede de kapel van Westerbork benevens enige tienden voor enige tienden in ruil tegen de kerk van Beilen.

1207 13-05-1207 Willekeuren van Langewold.

1207 of 1208 Theodericus, bisschop van Utrecht, bevestigt op verzoek van Fredericus, abt van Ruinen, het klooster te Ruinen en Selwerd in zijn bezittingen in Drenthe en Vollenhove.

1208 Theodericus, bisschop van Utrecht, schenkt enige goederen aan de Lek en aan den IJssel aan de kerk van St. Marie te Utrecht.

1209 31-03-1209 Otto, bisschop van Münster, vergunt aan magister Emo het Benedictijner klooster van Emo van Romerswerf met goedkeuring van de stichter te veranderen in een Praemonstratenser klooster. (onecht)

1209 Otto, bisschop van Münster, doet een schenking aan de nieuwe congregatie der Egidiuskerk te Münster.

1209 Theodericus, bisschop van Utrecht, ruilt als leenheer goederen met Hugo Sturm en het klooster te Ruinen.

1210 of 1211 Theodericus, bisschop van Utrecht, ruilt als leenheer goederen met Arnoldus Wilde en het klooster te Ruinen.

1211 12-09-1211 Otto bisschop van Münster, verklaart de kerk te Maarhuizen tot eene parochiekerk, onafhankelijk van haar moederkerk te Baflo, tegen eene jaarlijksche rente.

1211 Gervasius van Prémontre schrijft aan paus Innocentius III ter aanbeveling van Emo, die naar Rome reisde.

1211 of 1212 Theodericus, bisschop van Utrecht, schenkt aan het klooster van Ruinen de tienden uit een hoeve te Vollenhove, welke het klooster reeds lang bezeten had.

1212 of 1213 Volkerus, ridder van Coevorden, verklaart, dat hij met zijn zoon Rodolfus aan het klooster te Ruinen tienden in Spier en in Echlen verpand heeft.

1214 08-06-1214 Gervasius, abt van Prémontré, schrijft aan de abten zijner orde over de kerkboeken in het klooster Bloemhof te Wittewierum.

1214 ca. 09-06-1214 Oliverius van Keulen schrijft aan den Graaf van Namen een brief, waarin hij mededelingen omtrent zijn kruisprediking doet o. a. te Bedum.

1214 na 08-06-1214 Emo schrijft aan de kloosterlingen van Bloemhof te Wittewierum over zijne afschriften, te Prémontré gemaakt.

1215 of 1216 Otto, elect van Utrecht, schenkt aan het klooster te Ruinen een tiende te Leeuwte en een tiende te Steenwijk.

1216 28-05-1216 Paus Innocentius III neemt het kapittel van St. Pieter in zijn bescherming en bevestigt het in verschillende bezittingen o. a. in Drenthe.

1217 Gervasius, abt van Prémontré, stelt het klooster Bloemhof onder de onmiddellijke zorg en toezicht van het klooster te Prémontré.

1217 na 26-03-1217 Otto, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de schenking van een tiende uit de hoeve Woltmaringhe te Anderen aan het klooster te Ruinen.

1217 na 26-03-1217 Otto, bisschop van Utrecht, bevestigt het klooster te Ruinen in verschillende bezittingen.

1219 01-01-1219 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart goed te keuren en te bevestigen de schenking van de hoeve Mildelbrinke aan het klooster te Ruinen.

1219 Dirk, bisschop van Münster, bekrachtigt een vroegere overeenkomst, waarbij als getuige voorkomt Ludolfus proost van Friesland.

1220 16-12-1220 Pans Honorius beveelt de abten van Norden, Feldwerd en Aduard vrede te stichten in de gouwen Federga en Hineta.

1221 21-06-1221 Conradus, pauselijk legaat, beveelt de abten van Mariengaarde, van Dokkum en Lidlum om Herdricus van Schildwolde, als hij den bisschop van Münster niet wil gehoorzamen of deze hem daartoe niet wil dwingen, dit te doen.

1221 april,-05-of-06-1221  Gozwinus, deken te Keulen, en het kapittel van St. Pieter berichten aan Geiko, proost te Farmsum, en Emo, prior te Feldwerd, dat de opdracht aan Sigard van Mariengaarde en anderen betreffende de excommunicatie is opgeheven en het daarin gedane is vernietigd.

1221 voor 08-04-1221 Oliverus van Keulen schrijft aan de abt en het kapittel der Premonstratenser orde in zake het geschil tussen Eno en Herdricus van Schildwolde.

1223 Conradus, abt van Prémontré, schrijft aan de abten van Mariengaarde, Dokkum en Lidlum over Herdricus, proost van Schildwolde, en een anderen proost.

1224 10-01-1224 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart de tienden in Gieten, behorende bij de hof in Anlo, te hebben verbonden ten behoeve van het klooster te Ruinen.

1224 13-06-1224 Hendrik III, koning van Engeland, gelast de in beslag genornen schepen van Odo van Groningen e.a. vrij te laten.

1224 19-09-1224 Theodericus, bisschop van Münster, geeft een verklaring af aangaande een zoen in de twisten tussen abt Emo van Wittewierum met Münster en Herdricus van Schildwolde.

1224 20-06-1224 Conradus, pauselijk legaat, schrijft aan de bisschop van Münster over diens officiaal, Herdricus van Schildwolde.

1224 08-04-1224 Pans Honorius beveelt de abten van Mariengaarde en Dokkum en den pastoor van Nijkerk de excommunicatie over Emo en zijn klooster op te heffen, wanneer dit niet door de bisschop van Münster geschiedt.

1224 08-04-1224 Pans Honorius draagt aan de abten van Mariengaarde en Dokkum het onderzoek en de beslissing op over de klachten van het klooster Wittewierum tegen de bisschop van Münster.

1224 08-04-1224 Paus Honorius geeft aan de bisschop van Münster last om de excommunicatie tegen den proost en het klooster van Wittewierum in te trekken.

1224 sept. of oct. 1224 Conradus, abt van Prémontré, en het kapittel der orde vaardigen aan de abten van Mariengaarde en Dokkum het bevel uit om Herdricus van Schildwolde tot gehoorzaamheid te dwingen.

1224 tussen 24-06-en 12-07-1224 Oliverius van Keulen schrijft aan de Friezen over een kruistocht.

1224 tussen 3 en 24-06-1224 Oliverius van Keulen draagt bij zijn vertrek uit Friesland de zorg voor de kruisprediking op aan vier 'judices'.

1224 voor 08-04-1224 Emo, abt van Wittewierum, klaagt bij Conradus, abt van Prémontré, over Herdricus, proost van Schildwolde.

1224 voor 08-04-1224 Gozwinus, aartsdeken van het domkapitiel te Keulen, beveelt de abten van Mariengaarde en Dokkum en de pastoor van Nijkerk om het appel van Emo, proost van Wittewierum, te onderzoeken.

1224 voorjaar 1224 Conradus, abt van Prémontré, schrijft aan Herdricus, proost van Schildwolde, om zich te onderwerpen aan de regels der orde en zich onder een abdij te stellen.

1225 19-10-1225 Gerard, graaf van Gelre, verklaart, met Otto, bisschop van Utrecht, te zijn overeengekomen om de tussen hen bestaande geschillen aan de uitspraak van scheidslieden te onderwerpen.

1225 24-06-1225 Hendrik III, koning van Engeland, geeft vergoeding van kosten aan den Groninger koopman Hendrik Lupus voor bemoeiingen in zijn belang gedaan.

1225 03-01-1225 Hendrik III, koning van Engeland, geeft aan enige kooplieden o. a. van Groningen vergunning om handel te drijven in Engeland.

1225 ca. 1225 Aantekening omrent de inkomsten van het Utrechtse domkapittel te Groningen.

1225 ca. 1225 Lijst van opbengsten van het kapittel van den Dom te Utrecht verschuldigd.

1226 08-06-1226 Hendrik Lupus van Groningen ontvangt vergunning om handel te drijven op Engeland tot Pasen 1227.

1227 01-10-1227 Hendrik VII, Rooms koning, beveelt, overeenkomstig de uitspraak der rijksvorsten, graaf Gerhard van Gelre en de zijnen de belofte, door hen aan Rudolf van Coevorden en de zijnen gedaan, niet na te komen.

1228 05-05-1228 Theodericus, abt van Dokkum, I., prior van Klaarkamp en Frederik van Frekenhorst, legaat van de bisschop van Münster, doen uitspraak in de zaak van Godschalk, den kampvechter, en Geico.

1229 zomer 1229 Vorst Mstislaw van Smolensk sluit voor zich en andere Russische vorsten een handelsverdrag met de kooplieden van Riga en op Gotland en met alle Duitsers, die de Oostzee bevaren.

1230 25-03-1230 Theodericus, kanunnik te Deventer, schenkt goederen aan de kerk van St. Marie te Deventer.

1230 31-08-1230 Wullebrandus, bisschop van Utrecht, verleent stadrecht aan Zwolle wegens de hulk, hem wegens de Drenten verleend.

1232 Ludolf, bisschop van Münster bevestigt een scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil van de proost en de deken van St. Mauritius over de kerk te Enniger.

1233 21-07-1233 Wilbrandus, bisschop van Utrecht, verklaart in bescherming te nemen het voor de zielen van zijn voorganger Otto en van hen, die met hem in den oorlog tegen de Drenten gevallen waren, gestichte klooster Marienberg.

1235 19-05-1235 Otto, elect van Utrecht, bevestigt den verkoop van een hoeve land nabij Utrecht aan het Duitse huis te Utrecht.

1236 16-10-1236 Johannes, kanunnik te Osnabrück, verklaart, dat hij met Fredericus van Coevorden en Johannes van Pethe uitspraak heeft gedaan in het geschil tusschen het klooster te Ruinen en de ridders Johannes en Laurencius over het veen, 'Buddigwolt' genoemd.

1237 05-01-1237 Ludolphus, bisschop van Münster, schenkt aan Bolardus Ripperda het collatierecht van de kerken te Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen.

1238 26-08-1238 Paus Gregorius vaardigt een bul uit, bevattende privilegien van de kloosters der Johannieten.

1239 febr. 1239 Otto, elect van Utrecht, geeft aan de proostdij van St. Pieter o. a. de kerk van Anloo met haar toebehoren.

1241 02-02-1241 Otto, elect van Utrecht, schenkt verschillende goederen aan den deken en het kapittel van Deventer.

1241 04-07-1241 Otto, elect van Utrecht, verklaart de aankoop van eene hoeve in Eemster goed te keuren en die hoeve aan het klooster in volle eigendom of te staan.

1241 07-04-1241 Otto, elect van Utrecht, vaardigt een besluit uit betreffende loop, begrafenis enz. van de bewoners der twaalf hoeven in het veen van het klooster St. Marienberg in Salland.

1244 04-10-1244 Otto, elect van Utrecht en anderen geven een vidimus der oorkonde van 11-04-1170.

1245 01-03-1245 Paus Innocentius IV vergunt de bisschop van Münster onderscheidene misbruiken in het Friesche deel zijner diocese of te schaffen.

1245 14-11-1245 Het bestuur en de inwoners van Groningen verklaren, dat Alfgerdis en haar twee zoons goederen aan het klooster Jesse hebben verkocht.

1245 20-12-1245 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij als elect aan de proosidij van St. Pieter te Utrecht onder zekere voorwaarden o. a. de kerken van Anloo en Ommen heeft geschonken.

1245 28-09-1245 Wilhelmus, bisschop van Sabina, schrijft aan de abt en het klooster van Aduard over de geldsom, belaald voor het patroonrecht te Stedum.

1246 07-01-1246 Ludolfus, bisschop van Münster, verleent aan Hayo Ripperda het recht van collatie van de kerken van Holwierde, Uitwierde, Jukwerd, Krewerd, Marsum en Tjamsweer. (onecht)

1246 Lübeck sluit een verdrag met Lijfland.

1247 04-04-1247 Otto, bisschop van Utrecht, verheft de Akerk te Groningen tot een parochiale kerk.

1247 maart 1247 Otto, bisschop van Utrecht, bevestigt de schenking, door Otto van Ruinen in 1141 aan het klooster te Ruinen gedaan.

1247 maart 1247 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij de tienden van twee hoeven te Appelscha heeft overgedragen aan het klooster te Ruinen.

1248 11-01-1248 Otto, bisschop van Utrecht, verklaart, dat hij aan het klooster te Ruinen de novale tienden, bij den hof van Dikninge behorende, heeft overgedragen.

1249 18-10-1249 Twee Egberts, prefecten van Groningen, geven een verklaring in een geschil over enige 'were' tussen de abdis van het convent Jesse en ingezetene van Kropswolde.

1250 20-10-1250 Henricus, elect van Utrecht, schrijft aan de pastoor van Anloo, dat hij abt en convent van Aduard verlof heeft gegeven om in al zijn landen, inzonderheid te Groningen, handel te drijven.

1250 ca. 1250 Aantekening omtrent de inkomsten van het Utrechtse domkapittel te Groningen.

1250 ca. 29-03-1250 Hermannus van Loon, zijn vrouw Euffemia en zijn zoon Henricus van Borculo verklaren de eigendom van goederen en het patronaatsrecht te Lhee aan de kerk te Ruinen te hebben geschonken.

1251 15-08-1251 Henricus, bisschop van Utrecht, keurt goed de beschikking van Henricus Pape en Bernardus Buizinc over tienden te Appelscha en Paasloo ten voordeele van het klooster te Ruinen.

1251 16-02-1251 Otto, bisschop van Münster, sluit een verdrag met de Friesche Brockmannen.

1252 De keuren van Hunsingo.

1253 maart 1253 Henricus, bisschop van Utrecht, geeft op verzoek van abdis en convent van Marienkamp bij Coevorden verlof dit convent naar Balderhaar en Sibculo over te brengen.

1254 14-08-1254 Frethericus, abt te Rottum, verklaart uitspraak te hebben gedaan in een geschil tussen Hermanus van Noordlaren en zijn zonen en het convent te Ruinen over enige tienden in Anderen.

1254 17-09-1254 Otto, graaf van Bentheim, doet met toestemming van enige zijner leenmannen een schenking aan het klooster Marienkamp bij Coevorden.

1256 09-08-1256 Deken en kapittel der kerk van Oldenzaal dragen de pachten der zeven kerken in Drenthe over aan de St. Clemenskerk te Steenwijk.

1257 28-02-1257 Rechters en oldermans te Groningen verkopen onroerend goed op de Tie aan Bernard, zoon van vrouw Godeweris, vrij van de last van overweg.

1257 06-05-1257 Hendrik III, koning van Engeland, neemt op verzoek van zijn broeder, de Rooms-koning Richard, de kooplieden van Groningen in bescherming.

1257 07-06-1257 Paus Alexander IV machtigt de abt van Klaarkamp aan het klooster van Aduard opnieuw de kerk van Stedum te geven met haar patroonaatsrecht en haar bezittingen.

1258 12-07-1258 Henricus, bisschop van Utrecht, keurt goed een verkoop van tienden uit Rentinghe goed te Leggelo aan het klooster te Ruinen.

1258 09-06-1258 De bewoners van Fivelgo sluiten een verbond met de stad Groningen.

1259 31-10-1259 Otto, graaf van Bentheim, keurt als leenheer goed den ruil van goederen tusschen Hako van Hardenberg en het klooster Marienkamp bij Coevorden.

1261 27-02-1261/1262 Henricus van Borculo keurt goed de verkoop aan het klooster te Ruinen van tienden uit de hof te Dikninge door Rodolfus van Ansen, die daarvoor andere goederen in de plaats zal stellen.

1262 14-02-1262/1263 De overheid van Groningen verklaart onroerend goed aan Sibrandus Umelop en Otto Buninge te verkopen.

1262 De ingezetenen van Zuidlaren verkopen aan de abdij van Aduard de venen en weiden, aan de rivier de Hunze tussen Gronesbeke en Prumesleke gelegen.

1262 Henricus Papinc verklaart met vrouw en zoon onder toestemming van zijn leenheer Otto van Bentheim aan het klooster te Ruinen een hof te Eemster verkocht te hebben.

1263 11-09-1263 Henricus, bisschop van Utrecht, vergunt met toestemming zijner ministerialen in Salland, dat het klooster te Ruinen goederen aldaar blijft behouden, zoals het die bezat.

1263 19-07-1263 Gerardus Clenke en Hake van Hardenberg verklaren met Henricus, bisschop van Utrecht, een overeenkomst te hebben aangegaan over de bewaring van het kasteel Coevorden.

1264 01-07-1264 Paus Urbanus gelast den abt van Aduard aan den priester Remdo van Lieuwerderwolde de kerk van Roderwolde te verschaffen.

1264 03-06-1264 Paus Urbanus beveelt de abt van het klooster Aduard om Evergerus van Middag in het bezit van de hem geschonkene kerk te stellen.

1264 03-07-1264 Paus Urbanus schenkt aan Evergerus van Middag de kerk te Lieuwerderwolde.

1264 De ingezetenen van Zuidlaren en de abdij van Aduard sluiten een nadere overeenkomst over de venen en weiden tussen Gronesbeke en Prumesleke, over de 'were' bij Everdeswolde, het visrecht van Gronesbeke tot aan het Zuidlaarder meer enz.

1265 23-10-1265 Gerhardus, bisschop van Münster, verklaart, dat het klooster St. Aegidius te Münster een hoeve heeft gekocht van Hermannus van Langen.

1266 08-06-1266 Otto, graaf van Bentheim, verkoopt aan Egbertus de Groninge zijn land in Hamme.

1267 27-03-1267 Paus Clemens draagt aan de bisschop van Utrecht op een kerkhof ten behoeve van het Heilige-Geest-gasthuis te Groningen te wijden.

1268 22-05-1268 De abt van Selwerd, als gemachtigde van de deken van Emmerik, doet uitspraak in een geschil tussen de persona van Groningen en het klooster Essen over goederen in Kropswolde.

1273 29-06-1273 Sophia, weduwe van Rodolfus van Ansen, en haar zonen verklaren een jaarrente te hebben verkocht aan Bernerus, abt van Ruinen.

1273 04-10-1273 Hildeboldus, aartsbisschop van Bremen, verleent de abt en het convent van Aduard de vrijheid om met hun schip te Hamburg te komen, zonder Stade aan te doen.

1275 30-04-1275 Hendrik van Borculo, burggraaf van Coevorden, verleent de grove en smalle tienden in Echterveen en Zuidwolde naar Zutfensch leenrecht aan Rudolf van Eckten.

1276 01-11-1276 De overheden van Groningen geven een verklaring omtrent een beschikking door vrouw Menoldis over eenige goederen, merendeels bij de begijnen in gebruik.

1276 18-03-1276 Enige abten en andere geestelijken doen uitspraak in een geschil over kerkelijke boeten en inkomsten tussen bisschop Everhard van Münster en de vier Friesche landen zijner diocees.

1276 18-11-1276 Egbert, prefect van Groningen, de oldermans der stad en de schulte van Eelde doen uitspraak in een twist over tienden te Glimmen tussen de familie van ridder Thezo en het klooster Essen.

1276 22-07-1276 Hinricus van Borculo, burggraaf van Coevorden, verklaart met twee andere personen een uitspraak te hebben geveld in een geschil tussen het klooster van Assen en de ingezetenen van Dalen.

1276 24-10-1276 De overheden van Eemsgo en Broekmerland verklaren, dat ook voor Reiderland en Oldambt met de bisschop van Münster een verdrag hebben aangegaan.

1276 24-10-1276 De overheden van Eemsgo en Broekmerland verklaren, dat zij de bewoners van Reiderland en Oldambt zullen bewegen het met Everhard, bisschop van Münster, geslotene verdrag mede aan te gaan.

1276 24-10-1276 De overheden van Reiderland, Eemsgo, Oldambt en Broekmerland sluiten een verdrag met Everhard, bisschop van Münster.

1276 Aantekening over de waarde van het Friesche en het Groninger schild.

1277. Wyardus Sifridi, abt van bet klooster Maria Magdalena te Blijdensteden, verklaart uitspraak te hebben gedaan in het geschil tussen genoemd klooster en de ingezetenen van Blijdensteden, betreffende de door laatstgenoemde aan de pastoor aldaar uit te keren opbrengsten. (onecht)

1278 21-02-1278 De overheden te Groningen doen uitspraak in een geschil betreffende een uitweg over een heem naar de Ebbingestraat aldaar.

1281 25-11-1281 Eggerdus, abt van Aduard, verklaart met Everhardus bisschop van Münster, enig onroerend goed te hebben geruild.

1282 18-06-1282 Willekeuren van Langewold.

1282 22-03-1282 E... deken van Drenthe en Egbertus, prefect van Groningen, verklaren, dat de kapel te Wolfsbargen losgemaakt wordt van de kerk van Noordlaren.

1283 10-08-1283 De ingezetenen van Mentene en de bewoners van Groningen sluiten een verdrag met bepalingen omtrent de rechtspraak.

1283 14-09-1283 Bij overeenkomst wordt bepaald, dat Selwerd voortaan zal behoren onder het gerecht van de prefect van Groningen.

1283 17-05-1283 Johannes, elect van Utrecht, en Goswinus, proost te Oldenzaal, doen uitspraak in een geschil tussen de abt van Ruinen en de deken en het kapittel te Deventer over tienden bij Avereest en Staphorst.

1283 02-01-1283 Het klooster Werden verkoopt aan de bisschop van Münster de hof te Weener en al zijn bezittingen in Drenthe en Friesland.

1283 04-07-1283 Bernerus, abt van Ruinen, verklaart met de ingezetenen van Westerbork over het collatierecht van de kerk aldaar een overeenkomst te hebben gesloten.

1284 01-12-1284 Egbert, prefect, en overheden van Groningen verklaren, dat Johannes Pluckerose bij testament zijn huis en andere goederen te Groningen vermaakt aan zijn vrouw en zijn dochter en de andere met haar wonende vrouwen.

1284 17-04-1284 Gerhardus Mensinge en de ingezetenen van Zuidlaren komen overeen omtrent de betaling der tienden aldaar aan Gerhardus voornoemd.

1284 02-07-1284 Everhard, bisschop van Münster, bevestigt de overdracht van het patronaatrecht over de kerk te Bedum aan het klooster Germania te Thesinge.

1284 28-10-1284 Aleid, echtgenoot van Bartold Radinc, en haar zonen Wolter en Bartholomeus beloven het kleed der Duitsche orde in het huis bij Utrecht te zullen aannemen en schenken daaraan al hunne goederen.

1284 29-05-1284 Everhard, bisschop van Münster, verklaart enige vroeger van Werden gekochte goederen in Friesland te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster der Johannieten te Steinfurt.

1285 19-05-1285 Het domkapittel te Münster bevestigt de verkoop van de goederen te Holtgast en Winsum aan het klooster der Johannieten te Steinfurt.

1285 31-10-1285 De stad Wismar verzoekt een aantal Westfaalsche en Hollandsche steden, waaronder Groningen, ter beeindiging van de twist met Noorwegen gezanten naar de scheidsrechter, de koning van Zweden, te zenden.

1285 31-10-1285 Koning Magnus van Zweden doet uitspraak in de twist tussen koning Erik van Noorwegen en zeven Hanzesteden, en vergunt Kampen, Staveren en Groningen klachten in te brengen en zich bij het gesloten verdrag aan te sluiten.

1285 08-04-1285 Egbert, prefect van Groningen, Adolf zijn zoon, Otto, ridder van Groningen, en Snelger van Scharmer doen uitspraak in een geschil tussen de abt en het convent van Aduard ter ener en de ingezetenen van Osterwalda en Gha ter andere zijde over een dam, in het water 'de Growe' gelegd.

1285 09-08-1285 Hermannus Busseel, burger van Groningen, verklaart van Everhard, bisschop van Münster, de hof te Baflo onder zekere voorwaarden levenslang in pacht te hebben ontvangen.

1286 ca. 1286 Tien Duitsche kooplieden te Lynn geven onder borgstelling tien pond sterling ter leen tot redding van goederen van schipbreukelingen.

1287 14-07-1287 Deken en kapittel van de kerk te Deventer benevens de abt en de kloosterlingen te Ruinen verklaren aan de ingezetenen van Avereest te hebben toegestaan, dat zij in plaats van de verschuldigde tienden een vaste jaarlijkse som betalen.

1287 17-08-1287 De ingezetenen van Menterwolde en de bewoners van Groningen sluiten een verdrag met bepalingen omtrent de rechtspraak.

1287 04-01-1287 Henricus van Eelde en zijn zonen verklaren aan het klooster te Assen een schenking van tienden te hebben gedaan.

1288 11-12-1288 Henricus Hildeboldinga en zijn zoon verklaren hun hoeve te Duurse met toebehoren aan het klooster te Assen te hebben verkocht.

1288 Agnes, weduwe van Henricus de Borclo, schenkt een jaarlijkse opbrengst van rogge aan het klooster Bethlehem bij Doetinchem.

1289 11-12-1289 Gisbertus van Buchorst schenkt aan het huis der Duitsche orde te Utrecht het patroonaatrecht van de kerk te Eelde.

1289 02-07-1289 De officiaal van Keulen draagt aan de abt van Wittewierum en de proost van Oosterloo de uitspraak op in een geschil tussen Sibrand Hescelinga en de elect van Utrecht over het patronaat der kerk te Ferwerd.

1290 24-08-1290 'Volkerus, miles de Echten' verkoopt aan de bewoners van zijn land te Koekange een boterpacht en geldpacht, te heffen uit de tienden binnen en buiten huis.

1290 29-07-1290 Keizer Rudolf beveelt prelaten, vorsten en edelen van Friesland de graaf van Gelre in Friesland behulpzaam te zijn.

1290 29-07-1290 Keizer Rudolf schenkt aan graaf Reinald van Gelre dat gedeelte van Friesland, hetwelk niet aan de graaf van Holland behoort.

1290 29-09-1290 Hubert, proost van St. Marie te Utrecht, doet uitspraak in een geschil tussen het kapittel van St. Pieter en de erven van Rodolphus, zoon van Nicolaus van Uffelte, over hun rechten op de hof aldaar.

1290 april 1290 De officiaal van Keulen neemt de opdracht van 02-07-1289 terug en beveelt de abt van Selwerd om Sibrand Hescelinga en de abt van Foswerd voor de aartsbisschoppelijke rechtbank te dagen.

1291 15-05-1291 Paus Nicolaas bevestigt het klooster te Thesinge in het patronaatrecht over de kerk te Bedum.

1291 24-06-1291 De overheden van de stad Groningen, de burggraaf van Coevorden en het landschap Drenthe verbinden zich tot onderlinge verdediging en bescherming.

1291 31-05-1291 Proost en kapittel van St. Pieter te Utrecht sluiten een overeenkomst over de uitkeeringen, door de proost aan de leden des kapittels te doen.

1291 04-07-1291 Johannes, heer van Ruinen, verklaart met zijn vrouw, zijn zoon en twee anderen, dat hij enig land heeft verkocht aan de buren van Weerwille, onder bijvoeging van bepalingen omtrent het onderhoud van de Wold A.

1291 05-05-1291 De geestelijken van Drenthe verzoeken de bisschop van Utrecht een rechter aan te stellen in de twist tussen de familie van ridder Thiszo en het klooster Essen.

1291 05-07-1291 Het klooster te Rottum verkoopt enig land onder Kropswolde aan het klooster te Essen.

1292 22-11-1292 Godefridus, pastoor van Beilen, verklaart bevonden te hebben, dat het genot der tienden te Holte toekomt aan de pastoor van Beilen.

1292 29-02-1292 De consules van Groningen bekrachtigen de wetten en instellingen van het Vrouw-Menoldaconvent in Groningen.

1293 23-02-1293 Egbertus, graaf van Bentheim, met zijn vrouw en kinderen verklaren hun geschil met de stad Groningen te hebben vereffend.

1294 19-08-1294 Rodolphus Weiger verklaart met enige andere aan het klooster te Assen onroerend goed aldaar te hebben verkocht.

1295 09-03-1295 Johannes, bisschop van Utrecht, richt het kapittel der St. Clemenskerk te Steenwijk op en benoemt tot eerste deken de priester Wigherus van Steenwijk.

1295 09-06-1295 De ingezetenen en de dijkreckters van 't Zandt geven wetten en verordeningen voor de ingedijkte landen.

1296 21-03-1296 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de door zijn voorganger Otto aan de inwoners van Oldenzaal verleende voorrechten.

1297 04-06-1297 Ecbertus, heer van Almelo, maakt een beschikking over de verdeling van zijn goederen onder zijn voorkinderen en zijn vrouw.

1297 06-12-1297 Willelmus, bisschop van Utrecht, verklaart de verkoop van onroerende goederen door een van zijn achterleenmannen aan het klooster te Assen goed te keuren en in plaats van de verkochte, mede ten behoeve van de leenman, andere in het leenverband te hebben op genomen.

1298 15-04-1298 Willelmus, bisschop van Utrecht, geeft vrijgeleide aan de burgers van Groningen.

1298 29-04-1298 Jan I, graaf van Holland en Zeeland, stelt zijn havens te Dordrecht en elders in zijn land open voor de kooplieden van Groningen.

1298-1304 Register van de inkomsten van de proostdij van St. Pieter te Utrecht uit goederen in Twente gelegen.

1298-1304 Register van de inkomsten van de proostdij van St. Pieter te Utrecht uit goederen in Drenthe.

1299 25-04-1299 Albertus, Roomsch koning, bevestigt de door zijn vader, keizer Rudolf, aan graaf Reinald van Gelre gedane schenking van geheel Friesland uitgezonderd het deel, dat aan de graaf van Holland behoorde.

1299 07-02-1299 Paus Bonifacius gelast de proost van de St.-Paulusabdij te Utrecht Johannes Plucrose ter eener, en Menzo Plucrose benevens zeven begijnen van Groningen ter andere zijde, voor zich te dagvaarden en hun geschil over enige goederen te beslechten.

1300 -10-1300 Paus Bonifacius bevestigt het klooster te Thesinge in het bezit van de kerk te Bedum.

1300 01-05-1300 Klauwregister van Warffum en de Breede.

1300 11-11-1300 Stephanus van Wiscke en zijn zoon Hendrik schelden aan leden van de geslachten Eminge en Hebelinge van Middelstum en Huizinge zekere verplichting tot een jaarlijkse rente.

1300 13-07-1300 De overheden van Groningen keuren goed de voor het Vrouw-Sywenconvent aldaar geldende bepalingen omtrent het vermogen van de inwonende vrouwen.

1300 ca. 1300 De monniken van het predikherenconvent en die van het Minderbroederklooster te Utrecht geven een vidimus van de oorkonde van 29-04-1298, door graaf Jan I ten behoeve van Groningen gegeven.

1301 27-03-1301 De prior der St. Paulus-abdij te Utrecht gelast de pastoors van de Martini- en de St. Walburgskerk te Groningen om zeven begijnen voor hem te dagvaarden ter behandeling van een geschil over een stenen huis.

1301 31-07-1301 De gezamenlijke priesters en geestelijken in Drenthe verklaren te bevestigen de op de seend te Vries gewezene uitspraak in een geschil over tienden te Benneveld tussen Rotger van Eelde, ridder, en het klooster te Assen.

1301 04-06-1301 De prior der St. Paulus-abdij te Utrecht bericht aan Johannes Plucrose en de pastoors van de beide hoofdkerken te Groningen zijn uitspraak in diens geschil met enige begijnen.

1301 05-06-1301 Schepenen en Raad van Deventer verklaren, dat Gelmarus van Groningen en zijn vrouw onroerend goed aan het Heilige-Geestgasthuis te Deventer verkochten met recht van wederinkoop.

1301 A., abt van het klooster te Ten Boer, doet als scheidsrechter uitspraak in een geschil over het onderhoud van een dijk tussen de ingezetenen van Garmerwolde ter ene zijde en het klooster van Ten Boer met de ingezetenen van dit dorp en die van Hemerwolde ter andere zijde.

1302 20-10-1302 De markegenoten van Witten dragen onroerend goed aldaar aan het klooster te Assen over.

1302 29-10-1302 Osdo prior, en het convent van Selwerd, erkennen na de dood van de abt Gerardus Been geen recht te hebben op de hof te Baflo, die deze van Otto,bisschop van Münster, had gepacht.

1303 01-07-en 19-08-1303 Lijst van warenuitvoer uit de haven van Boston.

1303 19-06-1303 De rechters van de dijk tussen Omptata Tya en Delfzijl stellen bepalingen vast betreffende de dijk.

1304 14-02-1304 De overheden van Groningen verklaren, dat Ave, weduwe van Gysekinus Capella, en haar vijf zonen aan de begijnen van het nieuwe Menyldis-convent het erf, waarop het oude is gebouwd, verkochten en overdroegen.

1304 14-04-1304 Deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaren aan het klooster te Assen een erf gelegen te Witten verkocht te hebben met voorbehoud van den eigendom.

1304 25-04-1304 Berta, abdis van het klooster te Assen, verklaart, dat het kapittel van St. Pieter te Utrecht aan genoemd klooster een erf te Witten heeft verkocht, en van een ander de eigendom zal behouden.

1304 28 april, 29-05-of 28-06-1304 Paus Benedictus draagt aan de abt van Oldeklooster in de Marne op om de teruggave der aan het Johanniterklooster te Wijtwerd ontvreemde goederen te bevorderen.

1304 29-03-1304 Scheidsrechters doen uitspraak in een geschil over tienden tussen het klooster van Assen en Rotger van Eelde, schulte van Drenthe.

1304 08-08-1304 Henricus, ridder van Kuinderzijl, doet als scheidsrechter uitspraak in het geschil tussen de abt Rodolfus van Ruinen en de proost Utetus van Haskerconvent over goederen te Staphorst.

13-05-1390 Burgemeesters en raad van Groningen beloven Rolef en Johan, zonen van Arend Memeken, vergoeding te geven voor de dood van hun vader in stadsdienst.

1306 13-05-1306 Tiade en Ludolphus, pastoors van de kerken van Farmsum en Weiwerd geven een verklaring omtrent de verplichting van enige dorpen tot herstel van de Farmsumer waterloop.

1306 15-09-1306 Koning Eduard I van Engeland herroept het bevel tot inbeslagneming der Groningse goederen en waren wegens schade, door kooplieden van Groningen aan die van Boston toegebracht.

1308 De overheden van Fivelgo en de burgers van Appingedam verklaren de bisschop van Utrecht, dat de markten te Groningen onveilig zijn wegens de heersende twisten, en beloven die te Appingedam te zullen beveiligen.

1309 15-06-1309 De Raad van Groningen bevestigt de verkoop van het Zijlmaar door de weduwe en de zoons van Johannes Minsonis aan het klooster Essen en de ingezetenen van Helpman.

1309 19-01-1309 Ludolf van Gronebeke, prefect van Groningen, verklaart het huis van Lutbertus Heddinga en enige andere gebouwen te Groningen aan het klooster der predikheren te Winsum te hebben geschonken,.

1309 19-02-1309 Ghye, bisschop van Utrecht, doet uitspraak tussen Ludolf, prefect van Groningen, met zijn aanhangers en de Westerpartie over de onlusten aldaar.

1309 02-09-1309 Liudolfus van Gronebeke, prefect in Groningen, de gezworen rechters van Drenthe en de overheden van Fivelgo geven kennis van de uitspraak in een geschil over de loop van de Hunze en de visserij in dat water.

1310 11-06-1310 De ingezetenen van Havelte en Uffelte verbinden zich tot de betaling van de door hen wegens de afscheiding van hun kerk aan de deken en het kapittel der kerk te Steenwijk verschuldigde opbrengsten.

1310 07-11-1310 Ghy, bisschop van Utrecht, geeft nadere verklaring van zijn uitspraak in de twisten te Groningen (vgl. ogd0229).

1310 09-02-1310 Philippus, deken te Steenwijk, en Wicherus, pastoor te Vries en deken van Drenthe, verklaren de oprichting van een kerk te Havelte namens Guido, bisschop van Utrecht, te hebben toegestaan.

1311 17-02-1311 Ghie, bisschop van Utrecht, doet nadere uitspraak in de twist tussen Ludolf van Selwerd en zijn partij en de Westerpartij.

1311 20-07-1311 Eduard, koning van Engeland, geeft een bevelschrift tot teruggave van goederen van Keulse kooplieden in beslag genomen naar aanleiding van een zeeroof, gepleegd vermoedelijk door vreemde o. a. Groningse rovers.

1311 23-12-1311 Eduard, koning van Engeland, gelast de uitlevering van het aan de Groninger Brunard le Clerk ontnomen goed.

1311 27-08-1311 Eduard, koning van Engeland, beveelt de teruggave van een schip, toebehoorende aan kooplieden van Staveren en hun ontnomen op grond van een bevel tot inbeslag neming van de goederen van de kooplieden van verschillende steden, waaronder Groningen.

1311 05-07-1311 Enige Drenthe en Groningse geestelijken verklaren de banvonnissen van de Bisschop van Utrecht, gericht tegen de Friezen in Stellingwerf en Schoterwerf in hunne kerken te hebben afgekondigd.

1312 22-07-1312 Guido, bisschop van Utrecht, geeft een vidimus van de oorkonde van-03-1253 en verklaart, dat het klooster Marienkamp niet naar Balderhaar of Sibkelo maar naar Assen is verplaatst, en dat hij dit klooster met bijbehoorende goederen onder zijn bescherming neemt.

1313 01-05-1313 Johan van der Ese verklaart met Herman Vleisch overeengekomen te zijn om zijn zoon Herman, dochterskind van Engelbert van Peize te verloven met Lise, dochter van Herman Vleisch.

1313 16-06-1313 Johannes, graaf van Bentheim, en zijn vier broeders verklaren aan Eylardus de Turri verschillende goederen 'to borchlene' te hebben gegeven.

1313 28-04-1313 Het klooster te Aduard sluit met de zijlvesten van Lieuwerderwolde en van Peize, Roderwolde en Foxwolde een overeenkomst over een sluis en een derwaarts stroomend water.

1313 07-08-1313 Henricus en Albertus, gebroeders, zonen van Gerardus, horigen der Kerk van Utrecht, verklaren de hof te Emmen in erfpacht te hebben genornen.

1314 20-06-1314 Both en Leffardus, gebroeders, verklaren van de bisschop van Utrecht de hof te Anloo met toebehooren in erfpacht te hebben genomen.

1314 02-05-1314 Willem, graaf van Holland, bevestigt de tolvoorrechten, vroeger aan de Groninger schepen toegestaan.

1315 16-07-1315 De Bisschop van Utrecht, doet uitspraak in het geschil tussen Bernard van Zabelinghe en zijn horigen te Dulder aan de ene, en Reynold van Coevorden met Godevard van Goor en Herman van Lage, benevens de buren van Dulder aan de andere zijde.

1315 04-05-1315 Renoldus van Coevorden verklaart, dat het geschil tussen hem en het klooster te Assen over het broek tussen Veenhuizen en Padhuis bij uitspraak van scheidslieden is beslecht en neemt enige daaruit voortvloeiende verplichtingen op zich.

1316 18-01-1316 Lodewijk, bisschop van Münster, neemt de ingezetenen van Westerwolde in bescherming onder zekere verplichtingen hunnerzijds.

1316 18-01-1316 Overheden en ingezetenen van Westerwolde stellen zich onder bescherming van den Bisschop van Münster, waartegenover zij zekere verplichtingen op zich nemen.

1316 24-12-1316 De gebroeders Reynoldus, Rodolphus en Henricus van Coevorden verklaren aan Johannes, St(r)engere enige goederen in leen te hebben gegeven.

1316 25-11-1316 Berta, weduwe van Rudolf van Ansen, en haar twee minderjarige zoons verklaren een hoeve te Zuidwolde aan Rudolf van Echten te hebben verkocht.

1317 14-08-1317 Hayco, abt van Wittewierum, benevens de zes scheppers stellen bepalingen vast voor het zijlvest van de drie Delfzijlen.

1317 25-07-1317 Hayco, abt van Wittewierum, geeft met de gezworenen een verordening op het bedijken van nieuw aangewonnen land te 't Zandt, welke bekrachtigd wordt door de overheden van Fivelgo.

1317 06-12-1317 De overheden van Groningen en Leeuwarden sluiten een verbond met elkander.

1317 06-12-1317 De raad van Groningen verklaart aan Sybrand, zoon van vrouw Hildegarde, een erf binnen Groningen gelegen verkocht en overgedragen te hebben.

1318 11-05-1318 De bestuurders van Oostergo sluiten een verbond met de overheden van Groningen.

1318 15-05-1318 De overheden van Groningen en Dokkum sluiten een verbond.

1318 02-06-1318 Prior en kloosterlingen van het klooster Selwerd geven aan Lodewijk, bisschop van Münster, kennis van de verkiezing van Rembodus tot abt met verzoek om zijn goedkeuring.

1318 06-10-1318 Frederik, bisschop van Utrecht, geeft voorschriften aangaande de overgang van de begijnen tot de derde Franciscaner orde.

1318 De leden van de geestelijke broederschaft der Kalenden te Groningen stellen daarvoor bepalingen vast.

1319 18-10-1319 De raad van Groningen verklaart, dat Otto, zoon van Johannes Minzonis, aan het Heilige-Geestgasthuis te Groningen land met de last van een jaarlijkse uitkering heeft verkocht en overgedragen.

1319 25-07-1319 Rodolphus Putenpas verklaart als gemachtigde van Rodolphus van Eychten Gesa te hebben vrijgelaten.

1319 08-09-1319 Robertus, abt van Selwerd, Ludolphus van Gronebeke, prefect van Groningen, en anderen doen uitspraak in een geschil tussen den commandeur van Steinfurt en enige kloosters der Johannieterorde in Groningen en Oostfriesland.

1320 10-08-1320 De abt van Gerkesklooster verklaart, dat het convent met de medegeërfden van het nieuwe land in Langewold een overeenkomst over de grensregeling van enige landen heeft gesloten.

1320 26-12-1310 De bestuurders van Drenthe verzoeken de ingezetenen van Vollenhove, Kampen, Zwolle, Hasselt, Steenwijk, Giethoorn enz. om de Drentse ingezetenen, die het gewest hebben aangevallen, niet te herbergen of te verdedigen.

1320 09-09-1320 De inwoners van Stellingwerf verklaren, dat zij om ontslagen te worden van de ban en het interdict van bisschop Guido beloofd hebben verschillende bepalingen te zullen nakomen.

1321 01-08-1321 De overheden der landschappen Hunsingo en Fivelgo en der stad Groningen sluiten een overeenkomst over een sluis in de Hunse.

1321 12-05-1321 Paus Johannes gelast de abt van Klaarkamp om de klachten van het klooster van Assen over onrechtmatige handelingen van Johannes, graaf van Bentheim, en anderen te onderzoeken en daarin te beslissen.

1321 12-05-1321 Paus Johannes gelast de abt van Klaarkamp om het klooster van Assen te beschermen tegen de overlast, die het van verschillende zijden wordt aangedaan.

1321 12-05-1321 Paus Johannes gelast de abt van Klaarkamp te zorgen, dat het klooster van Assen wederom in het bezit van de daaraan onttrokkene goederen wordt gesteld.

1321 04-03-1321 Frederik van Rolde, deken van Drenthe, geeft namens de bisschop van Utrecht verlof tot overdracht van onroerend goed, gelegen te Witten.

1322 21-02-1322 Egbert en Egbert, prefecten van Groningen, en de schout Otto Buning bekrachtigen een overeenkomst van de landschappen Hunsingo en Fivelgo en de stad Groningen met het Gorecht over een sluis in de Hunze.

1322 25-06-1322 De raad van Groningen verklaart dat de priester Alberbus Cotering bij testament de opbrengst van een deel van zijn linden op de Noordes bestemd heeft om jaarlijks te verdelen onder priesters van de Martinikerk en de armen.

1322 en na-09-1324 Johannes, elect van Utrecht, bevestigt het klooster van Assen in zijn bezittingen en neemt het in zijn bescherming.

1323 18-09-1323 De overheden van Westergo stellen, tot hervorming der bij de Opstalsboom vroeger in het leven geroepen instellingen, met de overige Friese Zeelanden enige nieuwe bepalingen vast.

1323 23-09-1323 Johannes, graaf van Bentheim, beleent Eijzo, zoon van Eylward van Scharmer, met het gerecht over Scharmer, Slochteren, Kolham, Woltersum en Wittewierum.

1323 23-10-1313 Rodolphus van Peize verklaart de helft van zijn tienden te Benneveld aan de buren aldaar te hebben verkocht.

1323 25-04-1323 Johannes van Almelo, verklaart, dat zijn oom Johannes, graaf van Bentheim, met anderen een boedelscheiding heeft gemaakt tussen hem en zijn broeder Ecbertus van Almelo.

1323 04-07-1323 Johannes van Almelo verklaart met zijn broeder Ecbertus de hun toekomende nalatenschap te hebben gescheiden volgens de uitspraak van Johan, graaf van Bentheim, en anderen.

1323 ca. 1323 De zijlrechters van het Winsumer zijlvest stellen bepalingen voor dat zijlvest vast.

1323 De bewoners van Eelde en van een aantal dorpen van het Gorecht keuren de overeenkomst, tussen het klooster Essen en het Winsumer zijlvest aangegaan, goed en stellen zich daarvoor borg.

1323 Het klooster Essen en de kerspellieden van een aantal dorpen van het Gorecht sluiten een overeenkomst met het Winsumer zijlvest over waterlozingen.

1324 28-12-1324 Otto van Norg en zijn borgen betalen een gedeelte der aan Rodolfus van Echten verschuldigde som en verbinden zich voor het overige.

1324 07-09-1324 Enige Drentse edelen beloven Jan, bisschop van Utrecht, bij te staan tegen de Drenten wegens het geweld hun door het land van Drenthe aangedaan.

1324 ca.-09-1324 Johan, bisschop van Utrecht, belooft enige Drentse edelen bij te staan tegen de Drenten.

1324 of 1325 Lijst van grieven van de bisschop van Utrecht tegen de Drenten.

1325 11-11-1325 Conekinus Utengore verklaart een zekere som schuldig te zijn, terwijl Otto van Norg en anderen zich voor hem borg stellen.

1325 17-11-1325 Conradus Utengore, Otto van Norgh en Gherardus Klenke verklaren aan verschillende personen gelden schuldig te zijn.

1325 18-01-1325 Otto van Norg en anderen verklaren de verpande goederen van Pelegrinus van Puttten binnen zekere tijd te zullen lossen.

1325 24-11-1325 De Bisschop van Utrecht laat het over de Drenten gevelde vonnis aflezen.

1325 29-09-1325 Johannes, bisschop van Utrecht, schenkt onder enige voorwaarden een hof aan de kerken van St. Maarten en St. Walburg te Groningen.

1325 03-05-1325 Johannes, bisschop van Utrecht, keurt de verplaatsing van het klooster te Ruinen naar Dikninge goed.

1325 06-07-1325 De rechters van Reiderland verklaren met afgevaardigden van Fivelgo, Hunsingo en Groningen een schikking te hebben tot stand gebracht in het geschil tussen Hessel, proost van Farmsum, en zijn broeders eenerzijds en de ingezetenen van Oldambt en Holwierderzijlvest anderzijds (Farmsumer zeendbrief).

1325 06-10-1325 Aantekening omtrent aan de bisschop van Utrecht voorgeschoten gelden.

1325 08-12-1325 Arnoldus Lansinghe schenkt een jaarlijkse opbrengst aan het klooster Dikninge.

1326 11-07-1326 De abt van Aduard en enige anderen regelen de opvolging in het redgerschap van Huizinge.

1326 19-05-1326 De bisschop van Utrecht doet door zijn officiaal twee pauselijke bullen afkondigen.

1326 21-02-1326 Otto van Norg en anderen verklaren zekere som schuldig te zijn.

1326 25-01-1326 Rolof van Peize, Ecbrecht van Groenenberg en enige anderen verklaren borg te blijven voor een schuld van de bisschop van Utrecht aan de heer van Keppel.

1326 29-08-1326 De pastoor van Lochem eist uitlevering van het bewijs, dat hij in hoger beroep komt.

1326 03-06-1326 Ingezetenen en schepenen van Goor verklaren, dat Roelof van der Maet en zijn vrouw enige goederen hebben verkocht aan het klooster St. Marie te Zwartewater.

1326 06-01-1326 Johan Klenke en zijn borgen verklaren zekere som schuldig te zijn.

1326 na 08-10-1326 Aantekening over een schuld van de bisschop van Utrecht.

1327 10-06-1327 Het Domkapittel meldt aan Reynald van Coevorden en de Drenten, dat de bisschop van Utrecht zijn eisen tegenover hen aan de uitspraak van het domkapittel heeft onderworpen, en verzoekt hun hetzelfde te doen.

1327 17-05-1327 De overheden der Friesche Zeelanden en de overheden van Fivelgo stellen enige verordeningen vast voor Appingedam (Appingedammer buurbrief).

1327 20-03-1327 Johannes Clenke en Rodolphus Clenke, zijn broer, verklaren onder verband van leisting zekere som schuldig te zijn.

1327 20-05-1327 De meiers van de twaalf hoeven in 't Monnikeslag van Rouveen sluiten een overeenkomst met het klooster Zwartewater nabij Hasselt over hun verplichtingen tegenover genoemd klooster.

1327 02-07-1327 Vijf Drentse pastoors doen als scheidslieden uitspraak in een geschil tussen ingezetenen van Weerdinge en de proost en het klooster van Schildwolde.

1327 22-09-1327 Johannes Klenco en zijn zoon Gherardus verklaren aan het klooster te Dikninge hebben verkocht een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Wijster en beloven die te zullen overdragen.

1327 28-02-1327 Otto van Norg en zijn borgen verklaren een zekere som schuldig te zijn.

1327 05-02-1327 Gherardus Klenke en zijn borgen verklaren een zekere som schuldig te zijn.

1327 07-06-1327 De overheden der Friesche Zeelanden bij den Upstalboom vergaderd bevestigen de wetten van Appingedam.

1327(?) Stephanus, pastoor te Norg, en Johannes Spise, monnik te Dikninge, beloven de bisschop van Utrecht een zekere geldsom te zullen betalen.

1328 14-06-1328 Aantekening omtrent een schuld van de bisschop van Utrecht aan de proost van Oldenzaal.

1328 15-04-1328 Johan, graaf van Bentheim, zijn vrouw en zoons, verkopen aan Johan van Diest, bisschop van Utrecht, verschillende goederen, waaronder ook een in Drenthe.

1328 19-09-1328 Aantekening omtrent de bede van Drenthe.

1328 26-05-1328 De overheden van Drenthe doen mededeeling, dat zij een uitspraak van scheidslieden in de geschillen tussen hen en den Bisschop van Utrecht hebben bekrachtigd.

1328 26-05-1328 Johannes, bisschop van Utrecht, verklaart een uitspraak van de scheidslieden in de geschillen tussen hem en de ingezetenen van Drenthe te bekrachtigen.

1329 01-12-1329 Herman van Laghe verbindt zich de bisschop van Utrecht geen schade te doen uit zijn slot Laghe.

1329 13-12-1329 De raad van Groningen verklaart, dat de zusters van het nieuwe klooster te Groningen van Byna Boltinc een erf in pacht hebben genomen.

1329 21-05-1329 Johannes, bisschop van Utrecht, draagt het rentmeesterschap van Salland, Twente en Drenthe op aan Bernardus van Ootmarsum.

1329 28-11-1329 Johannes, bisschop van Utrecht, stelt de rekening vast van Bernardus van Ootmarsum, rentmeester van Salland, Twente en Drenthe.

1330 01-02-1330 Johannes, bisschop van Utrecht, stelt de rekening vast van Bernardus van Ootmarsum rentmeester van Salland, Twente en Drenthe.

1330 18-09-1330 Johannes Quadescrivere verklaart van de Rentmeester van Twente het hem door Arnold van Ruinen verschuldigde te hebben ontvangen.

1330 24-04-1330 Aantekening over de rekening van de rentmeester van Salland, Twente en Drenthe.

1330 24-04-1330 Johannes, bisschop van Utrecht, stelt de rekening vast van Bernardus van Ootmarsum, rentmeester van Salland, Twente en Drenthe.

1330 03-02-1330 Johannes, bisschop van Utrecht, verpandt aan Bernardus van Ootmarsum de rentmeesterambten van Salland, Twente en Drenthe.

1331 24-08-1331 Rodolphus, priester te Vollenhove, verklaart krachtens opdracht van Johannes, bisschop van Utrecht, als deken van Drenthe de inkomsten van de priester van de nieuw gestichte kerk te Koekange te hebben geregeld en vastgesteld.

1331 26-04-1331 Henric en Johan van Borculo verklaren, dat hun geschil met de gebroeders van Echten bij uitspraak van scheidslieden is geeindigd.

1332 10-02-1332 De pastoors van Rolde en Noordlaren geven een verklaring af omtrent het zeendrecht, in Drenthe en de stad Groningen geldig.

1332 14-02-1332 Agneza, 'rechtersche' van Groningen, geeft een verklaring, welke haar goederen leengoederen en welke vrije goederen zijn.

1332 21-01-1332 De ingelanden van het Wester- en Oosterhamrik bij Groningen sluiten een overeenkomst met bewoners van Drentherwolde en het Goorecht over de waterlozingen nabij Groenenberg.

1332 jan. 1332 Otto van Vries doet als deken van Drenthe uitspraak in een geschil tusschen het klooster Dikninge en de kerspellieden van Buddigwolde.

1332. De deken van Drenthe en enige andere geestelijken geven een vidimus van de oorkonde van 22-03-1282.

1333 25-04-1333 Johan van Diest, bisschop van Utrecht, schenkt vergiffenis aan Bertold van Ansen wegens zijn aanslag op Herman van der Stripe en Arnold van den Vene in Drenthe.

1333 03-05-1333 Johannes Spise, abt, en de verdere kloosterlingen te Dikninge verklaren, dat twee nonnen aldaar aan haar zuster, non in het klooster ter Hunnepe, een rente uit een huis te Zutphen ten behoeve van dat klooster hebben verkocht.

1334 02-05-1334 Rechters en gezworenen van Rustringen geven vrijgeleide aan de burgers van Groningen.

1334 25-03-1334 Otto van Norg en zijn naastbestaanden verkopen tienden te Halen en daarmede verbonden rechten aan Johan, abt van Ruinen en Dikninge.

1334 03-11-1334 Rodolphus van Peize verklaart met zijn vier zoons hun goed te Halen te hebben verkocht en wel voor een gedeelte aan het klooster te Assen.

1334 06-07-1334 De overheden van Staveren verlenen vrijheid van tol aan de burgers van Groningen.

1335 22-07-1335 Cizo van Ansen verklaart goed te Ansen aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht.

1335 26-11-1335 Otto van Norg legt een verklaring af omtrent de verkoop van tienden Halen aan het klooster Dikninge.

1335 03-06-1335 Roelf van Peize verklaart, dat hij de abt te Dikninge verzocht heeft het geld voor verkochte tienden niet uit te betalen aan Otto van Norg.

1335 04-02-1335 Johannes, bisschop van Utrecht, verklaart dat blijkens onderzoek van zijn vicaris het klooster Dikninge eigenlijk Zoetendale moet heeten, en bepaalt dit aldus.

1335 04-11-1335 Rodolphus, deken van Drenthe, getuigt, dat de abdis van Assen een ruiling van tienden te Benneveld en Ter Aard heeft aangegaan met Gerardus, pastoor te Zweeloo.

1335 ca. 1335 Gerhardus Sickinga en vier anderen stellen een regeling vast tussen het klooster van Aduard en de ingezetenen van Peize, Roden, Foxwolde en Lieuwerderwolde voor de aanleg en het onderhoud van een sluis.

1335 ca. 1335 Register van inkomsten van het Domkapittel te Utrecht.

1336 18-11-1336 Reynold van Coevorden geeft zijn oom Henric van Borculo kwijting wegens de voogdijrekening.

1336 27-03-1336 Johan, bisschop van Utrecht, verklaart een zekere geldsom schuldig te zijn aan Reinoud, graaf van Gelre en Zutphen, en daarvoor onder zekere voorwaarden een gedeelte van het Oversticht, behalve o. a. Drenthe met Coevorden, te hebben verpand.

1337 01-05-1337 Liudulphus Gholtcnape van Eelde verklaart een grove en smalle tiende te Dilgt aan het klooster Essen te schenken en draagt deze over.

1337 16-04-1337 Rodulphus van Dilgt verklaart een tiende te verkopen en een akker aldaar te schenken aan Jutte, abdis van het klooster Essen, en draagt het goed over.

1337 27-06-1337 Paus Benedictus draagt aan de abt van Aduard op aan het Heiligengeestgasthuis te Groningen de onwettig vervreemde goederen terug te verschaffen.

1337 28-09-1337 Herman van den Vene verklaart van heer Johan van Groningen in erftijns hebben genomen een stuk land.

1337 tussen 26-12-1337 en 25-12-1338 Paus Benedictus draagt aan de abt van het klooster Ihlo op de voltooiing van de afstand van het recht, hetwelk het klooster te Rottum bezat op de parochiekerk te Kropswolde.

1338 13-03-1338 De bestuurders van de Friese gouwen verklaren zich met de koning van Frankrijk te verbinden tegen de graaf van Gelre en zijn bondgenooten.

1338 15-03-1338 Johannes, bisschop van Utrecht, belooft in zake van het tegen de geestelijke Johannes van Coevorden gepleegde misdrijf voorlopig geen uitspraak te zullen doen.

1338 17-10-1338 Johannes, bisschop van Utrecht, belooft dertig dagen aflaat aan hen, die de mis horen bij het altaar van St. Katherina in de kerk te Dikninge.

1338 30-06-1338 Scheidslieden doen uitspraak in de geschillen tussen de Friezen en de stad Groningen met hun medestanders.

1338 04-09-1338 Reynold van Coevorden, zijn echtgenote en een aantal bloedverwanten verklaren Gheerd Elbertinck, zijn vrouw en kinderen bij ruiling tegen vier andere horigen te hebben ontslagen uit de hoorigheid en aan hen goederen te hebben verkocht tegen een zekere jaarlijkse opbrengst.

1339 13-12-1339 De bestuurders van Hunsingo verklaren, dat de Raad van Groningen voldoening heeft gegeven aan Elsedis, weduwe van Rodolfus Verydemen, en haar zoon Duwardus ten aanzien van de goederen van haar overleden man.

1339 14-10-1339 Rodolphus van Vollenhove, deken van Drenthe, verklaart, dat hij uitspraak gedaan heeft in het geschil over tienden tussen het klooster Dikninge en Wolterus Assing van Nolte.

1339 05-06-1339 Reinaldus, burggraaf van Coevorden, de schulte van Eelde, de etten en het land van Drenthe sluiten met de stad Groningen en het Goorecht een verbond.

1339 08-07-1339 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt een ruiling tussen de abdis van Assen en Gerardus, pastoor te Zweeloo.

1340 10-10-1340 Bertold Knas van Eelde en enige anderen verklaren van de stad Groningen het vredegeld wegens een doodslag te hebben ontvangen en onder verband van leisting de vrede aan Groningen te zullen zweren.

1340 07-03-1340 Hero Ykeman, proost van Humsterland, verklaart van de abdis van het klooster Ueberwasser te Münster smalle tienden in Langewold en Achtkarspelen te hebben gepacht.

1341 24-06-1341 Goswinus de Bakerwerde geeft kwijting af voor de aan hem ten behoeve van de Bisschop van Utrecht door de stad Zwolle voor de tol en de gruit betaalde pacht.

1341 24-06-1341 Henricus, zoon van Ciso, pastoor te Haren, en Henricus Ummelop, priester te Groningen, verklaren, dat Johannes, broeder van de eerste, aan het klooster Essen land heeft geschonken en overgedragen.

1341 26-05-1341 Reynald van Coevorden sluit met het klooster te Assen een overeenkomst betreffende de erven, geheten Veenhuis en Padhuis, en hun bewoners.

1341 04-05-1341 Henricus, priester te Eelde, verklaart enige beschikkingen te hebben gemaakt ten behoeve van het klooster te Assen, om daarin, zo hij het wenst, te worden op genomen.

1342 01-02-1342 Roelf van Vollenhove, ambtman van de proost van St. Pieter te Utrecht, verklaart met Volkeer van Echten onroerend goed te Echten tegen enige vaste jaarlijkse opbrengsten te hebben geruild.

1342 12-09-1342 Borchardus, aartsbisschop van Bremen, verleent aan het klooster van Aduard vrijdom van tol te Stade.

1342 22-07-1342 Paus Clemens geeft aan de proost van Utrecht kennis van de dispensatie van Johannes van Sleen, die van onechte geboorte is.

1342 26-04-1342 of later Johannes, abt van Dikninge, geeft een vidimus van de door koning Magnus van Zweden en Noorwegen aan Kampen gegeven brief van 28-06-1341.

1342 28-08-1342 De raad van Groningen verklaart, dat Johannes, prior der Augustijner Heremieten Appingedam, het volgens ogd0370 verkochte huis met grond heeft overgedragen.

1342 30-11-1342 Jacobus, pastoor van Westerbroek, geeft een verklaring af omtrent aan het klooster Essen op te brengen roggepachten.

1342 03-08-1342 De Augustiner Heremieten te Appingedam verkopen een huis met grond te Groningen aan Johannes Sweneken, pastoor van de Akerk, tot een armengasthuis.

1343 25-07-1343 De raad van Groningen verklaart, dat Rodolphus Buninc enig land te Dillicht aan het klooster Essen heeft overgedragen.

1343 09-12-1343 These Crabbe verklaart van het klooster te Bunne een hofstede te hebben gepacht.

1344 01-05-1344 Abt en kloosterlingen van Oldenklooster in de Marne en de ingezetenen van Kloosterburen verklaren, dat hun geschil met de ingezetenen van het kerspel Hornhuizen betreffende het eiland Korenzand is bijgelegd.

1344 13-01-1344 De raad van Groningen verklaart, dat Kerstina Speghels aan Gherardus Burleth een jaarlijkse rente uit een gedeelte van een huis te Groningen heeft verkocht en overgedragen.

1344 15-11-1344 De bestuurders van Drenthe en van de stad Groningen erkennen zeker van oudsher, bestaande rechten van de bisschop van Utrecht.

1344 16-02-1344 De raad van Groningen verklaart aan Jacobus, de wielmaker, en zijn vrouw een stuk gronds te hebben verpacht.

1344 24-04-1344 Ludolfus, kerkheer te Holwierde, verklaart, dat tussen een aantal belanghebbenden een overeenkomst is gesloten over het redgerschap van Holwierde.

1344 28-10-1344 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de voorrechten van de stad Groningen in Go en Wold betreffende de rechtspraak en andere onderwerpen.

1344 28-10-1344 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de voorrechten van de stad Groningen en van Drenthe betreffende de rechtspraak en andere onderwerpen.

1345 31-08-1345 Paus Clemens draagt aan de abt van het klooster Schola Dei op om het geschil tussen het klooster te Rottum en de persona personatus van Groningen over de parochiekerk te Kropswolde te beslechten.

1346 10-06-1346 Johannes van Arkel, bisschop van Utrecht, belooft na uitspraak van twee kanunniken ten Dom het kapittel rekening en verantwoording te doen van de opbrengsten van een gedeelte zijner tafelgoederen in het Oversticht.

1346 01-04-1346 De raad van Groningen verklaart, dat Alleka Kalmar en haar zoon aan magister Wicherus van Coevorden een rente hebben verkocht, en dat zij ze overdroegen.

1346 16-02-1346 De raad van Groningen verklaart, dat Alleka, weduwe van Hugo Kalmar en haar zoon aan magister Wicherus van Coevorden een rente hebben verkocht, en dat zij ze overdroegen.

1346 21-01-1346 De raad en schulte van Groningen wijzen magister Albertus in in het bezit van een jaarlijkse rente.

1346 23-04-1346 De raad van Hamburg schrijft aan de abt van Aduard om aan te dringen op bescherming voor de kooplieden van de stad in de Friesche streken.

1346 30-06-1346 De kapittelen van de vijf kerken te Utrecht geven aan Johannes, bisschop van Utrecht, een algemeene vergunning om over een gedeelte van zijn tafelgoederen in het Oversticht zekere beschikkingen te treffen.

1346 05-02-1346 Abt en kloosterlingen van Aduard ter eener en de raad van Groningen ter andere zijde sluiten een overeenkomst over de verhouding van het kloosterhuis in Groningen en zijn bewoners tot de stad.

1346 07-09-1346 Wernerus van Breetlaer, rechter te Hasselt, geeft een verklaring orntrent een overeenkomst tussen de gemeente van Bueldinge en het klooster te Haske aangaande het innen der tienden in Staphorst.

1346 na 23-04-1346 Burgemeesters en raad van Groningen geven een vidimus van de oorkonde van 23-04-1346, ogd0388, en verklaren, dat door het klooster dergelijke brieven zijn geschreven.

1347 12-03-1347 Johannes, bisschop van Utrecht, schrijft aan alle geestelijke en wereldlijke ambtenaren in Drenthe, dat zij de bedreigingen tekeer moeten gaan, waaraan het klooster te Dikninge en Ruinen bloot staat.

1347 12-11-1347 Roelf van Echten verklaart ten behoeve van zijn broer Volker afstand te hebben gedaan van zijn vaderlijk erfdeel.

1347 15-08-1347 De deken van Münster en enige andere geestelijken, door de Paus als rechters aangewezen dragen aan de abten van Thesinge, van Menterne en van Dokkum en de plebaan van Middelstum op om zekere geschillen van het Johannieter klooster Wijtwerd in hun plaats te behandelen.

1347 20-03-1347 Reynoud, heer van Coevorden, verklaart met Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, een overeenkomst te hebben aangegaan omtrent het schoutambt in Twente en het kasteel te Goor.

1347 22-04-1347 De rechters van het Oldambt geven bericht aan Hamburg over de genoegdoening, aan gevangen genomen Hamburgers verleend.

1347 04-07-1347 De raad van Groningen verklaart, dat Alleka, weduwe van Hugo Kalmar, en haar zoon aan magister Wicherus van Coevorden onroerend goed hebben verkocht en dat zij het overdroegen.

1347 07-04-1347 Jutte van Laghe en haar kinderen doen afstand van het kasteel te Lage aan den Bisschop van Utrecht, waarvan de oorkonde mede door Reynold van Coevorden wordt bezegeld.

1347 09-08-1347 Abt en kloosterlingen te Aduard en de overheden van Hunsingo verklaren een verdrag te hebben gesloten met Hamburg.

1347 09-08-1347 Abt en kloosterlingen van Termunten en de overheden van het Oldambt verklaren een verdrag te hebben gesloten met Hamburg.

1347 09-08-1347 Abten en kloosterlingen van Wittewierum en Feldwerd, de overheden van Fivelgo en de burgers van Appingedam verklaren met de stad Hamburg een verdrag gesloten te hebben.

1347 09-08-1347 De regeering van Hamburg verklaart een verdrag te hebben gesloten met abt en convent van Termunten en met de overheden van het Oldambt.

1347 09-08-1347 De regeering van Hamburg verklaart met abt en kloosterlingen van Aduard en het landschap Hunsingo een verdrag te hebben geslolen.

1348 12-09-1348 Rodolphus van Anloo, deken van Drenthe verklaart, dat Brachtoldus Nyssiking en zijn aangetrouwde kleinzoon aan de broeders van het huis te Haghenhorst onroerend goed aldaar hebben verkocht.

1348 17-02-1348 De raad van Groningen verklaart, dat het Heilige Geestgasthuis het recht op een vrije afwatering heeft.

1348 17-09-1348 Godevard van Echten verklaart voor Werner van Breedler, schout te Hasselt, dat hij heeft geschonken en overgedragen aan het klooster Dikninge een boterpacht tot het houden van zielmissen voor zijn vrouw Margrete.

1348 02-02-1348 De abt van het klooster Bloemkamp verklaart dat de abt en kloosterlingen van Aduard Hamburger kooplieden nimmer vijandig hebben behandeld, hetwelk door de abt van Foswerd wordt bevestigd.

1348 02-05-1348 De raad van Groningen verklaart, dat Albertus en Wicboldus, zonen van wijlen Johannes Enens, enig land aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen hebben geschonken.

1350 10-02-1350 De raad en de schulte van Groningen wijzen Gherardus Burlethe in in het bezit van een jaarlijkse rente.

1350 15-09-1350 Volkerus van Echten verklaart, dat hij aan het klooster Dikninge een jaarlijkse roggepacht uit onroerend goed te Ruinen heeft geschonken en overgedragen.

1350 17-02-1350 De raad van Groningen verklaart, dat het geschil over een muur tussen vrouw Menolda klooster en vrouw Sijwen klooster is geregeld.

1350 08-08-1350 Reinout, heer van Coevorden, en het land Drenthe sluiten een verdrag met de stad Groningen.

1350 ca. 1350 Aantekening omtrent de Groninger munt met betrekking tot de inkomsten van de domproostdij van Utrecht te Groningen.

1350 ca. 1350 Deken en kapittel van de Dom wenden zich tot de Bisschop van Utrecht met verschillende grieven, bepaaldelijk betreffende hun inkomsten uit Groningen, en vragen herstel daarvan.

1350 Tadeco, pastoor van Uithuizen, verklaart, dat de wettige erfgenamen van Deyco Diurdisma de schenkingen aan diens onwettige kinderen hebben goedgevonden.

1350. Thadeko, pastoor te Uithuizen, geeft een verklaring omtrent de verdeling van enige klauwen in het redgerrecht van Uithuizen.

1351 10-05-13151 De inwoners van Augustinsga verbinden zich de weg, genaamd de Claigawe, te zullen onderhouden.

1351 01-08-1351 Reynold, keer van Coevorden en Borculo, verklaart aan Volkeer van Echten een zekere som schuldig te zijn.

1351 25-03-1351 Tadeko, pastoor te Uithuizen, en Yptatus, pastoor te Uithuizermeeden, doen als scheidsrechters uitspraak in de twisten tussen het klooster te Rottum en de bewoners van Uithuizen over rechten op het eiland Rottummeroog.

1352 16-03-1352 Reynold, heer van Coevorden en Borculo, verklaart Volkier van Echten met enige tienden te hebben beleend.

1352 21-03-1352 Reynolt, heer van Coevorden, en het land van Drenthe verklaren, dat Johan van Ruinen, Egbert van Peize met de inwoners van Peize, Roden en Roderwolde een verdrag met Groningen hebben gesloten.

1352 28-06-1352 De raad en de schulte van Groningen wijzen Albertus Mulekin en Greta, zijn vrouw, in in het bezit van een zeker goed, Camp genaamd.

1352 04-04-1352 Henricus van Selwerd verklaart te zullen nakomen het verdrag over de rechtspraak in de stad Groningen, tussen hem en het kapittel te Utrecht aangegaan.

1353 01-05-1353 Henric van Coevorden en zijn vrouw verklaren goederen te Echten en een 'kerckstoel' te Ruinen aan Volkyer van Echten te hebben verkocht en overgedragen.

1353 11-11-1353 De commandeur van het Johannieter klooster te Wijtwerd verklaart de heren in den Oert als collatoren en beschermers van het klooster te erkennen. (onecht)

1353 12-11-1353 De raad van Groningen verklaart, dat Hinricus Morekin heeft verkocht en overgedragen aan Arnoldus Blotens een erf in de Kijkintjatstraat te Groningen.

1353 16-09-1353 Swederus Uterloe, proost van St. Pieter te Utrecht, geeft de administratie van de in Drenthe gelegen goederen van zijn proosdij aan het kapittel over.

1353 18-01-1353 Paus Innocentius VI bevestigt Andreas Herderinc in het personaatschap der Martinikerk te Groningen.

1353 31-10-1353 Johan van Welvelde verklaart van Johan van Ruinen goederen in het kerspel Borne in leen te hebben ontvangen.

1354 18-01-1354 Guido de Bayxio, kanunnik van Modena, doet een uitspraak in de zaak van het interdict tegen bisschop Jan van Utrecht, als wiens gemachtigde Andreas van Groningen optreedt.

1354 20-12-1354 De raad van Groningen verklaart, dat Johannes Scipman aan Andreas Harderinc, persona personatus van de Martinikerk te Groningen, heeft verkocht met recht van wederinkoop een jaarlijkse rente uit zijn huis en hofstede.

1354 25-01-1354 Johan van den Cloester verklaart als leenheer de afstand van een hoeve te Itterbeke aan het klooster Assen door zijn leenman Herman van Goedelinchem goed te keuren en andere goederen daarvoor in de plaats te hebben ontvangen.

1354 26-05-1354 Paus Innocentius slaat aan Andreas Herderinc onder enige voorwaarden toe zijn recht op het personaatschap der Martinikerk te Groningen te doen gelden.

1354 26-05-1354 Reynaldus van Coevorden en Borculo en enige geestelijken geven een vidimus van de oorkonde ogd0332.

1354 31-05-1354 Paus Innocentius draagt aan den proost te Utrecht en twee andere geestelijken te zamen en afzonderlijk voor de tijd van vijf jaren het onderzoek en de berechting op de klachten van deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht, over stoornis in het bezit en de beroving van hun onroerende goederen.

1354 04-09-1354 Reynolt van Coevorden bevestigt de brief, waarbij zijn vader Zwaneke, de vrouw van Hinrich van der Brughen, ontsloeg van alle recht, dat hij op haar kon doen gelden.

1354-07-25 Voppa Reynaerman schenkt aan de kommanderij der Duitsche orde te Bunne al haar goederen.

1355 11-08-1355 De regering van Hamburg verklaart met het klooster te Aduard en een aantal Friesche kloosters een verdrag te hebben gesloten betreffende de schade, aan Hamburger schepen in 1346 toegebracht.

1355 14-04-1355 Reynolt, hertog van Gelre en graaf van Zutfen, met zijn partijgenooten sluiten een verdrag met zijn broeder Eduard en diens aanhangers, voor welks nakoming Reynolt heer van Coevorden, zich mede verbindt.

1355 21-12-1355 Rolf Predekere verbindt zich tegenover de stad Groningen tot de teruggave van de weggenome goederen en de betaling van een geldsom.

1355 21-12-1355 Rolf Predekere verklaart met de stad Groningen een verbond te hebben aangegaan.

1355 24-08-1355 Boldwynus, pastoor van Dalen, en zijn ambtgenooten te Zweeloo en Sleen geven een vidimus van ogd0381 van 28 oktober 1344.

1355 26-03-1355 Vrederic van Echten verklaart aan het klooster van Dikninge en Ruinen een jaarlijkse opbrengst te hebben geschonken en overgedragen.

1355 06-07-1355 Johan en Henric van Kuinre verklaren met het klooster te Haske een overeenkomst te hebben gesloten tot afstand van rechten op Staphorst, Hesselingen en de Waerghast tegen overdracht van de tienden te Bullingerslag.

1355. Verklaring, dat het klooster van Sint Anna (?) de opdracht van de kerk te Stedum tegen zekere verplichtingen heeft aangenomen.

1356 12-11-1356 Abt en kloosterlingen van Selwerd verklaren aan Herman Catere acht grazen land in Lieuwerderwolde te hebben verkocht en over te dragen.

1356 02-05-1356 Henricus de Myrlaer, proost te Utrecht, draagt aan de deken van St. Marie te Utrecht op om in zijn plaats gevolg te geven aan het pauselijk schrijven, vervat in ogd0432 van 31-05-1354.

1356 23-06-1356 Adolfus, pastoor van Rolde, verklaart te hebben bekend gemaakt aan de buren van Loon in het kerspel Rolde het bevel, verval in de oorkonde van 04-05-1356, ogd0445.

1356 04-05-1356 Hugho Braem, deken van het kapittel van St. Marie te Utrecht, gelast negen Drentsche pastoors om bekend te maken, dat de buren van Loon de aan het kapittel van St. Pieter verschuldigde tienden benevens de achterstallen moeten voldoen of met redenen van weigering voor hem verschijnen, met verzoek om bericht.

1356 06-07-1356 Johannes de Eze verklaart afstand te hebben gedaan van tienden uit een goed te Westerhesselen, behorende aan het klooster te Dikninge, tegen een vaste jaarlijkse opbrengst.

1356 ca. 24-06-1356 Enige personen en andere ingezetenen te Uithuizen verklaren, dat ieder zijn eigen dijk zal behouden.

1357 11-02-1357 Karel, keizer van Duitsland, verleent aan Reynout, heer van Coevorden, de bevoegdheid om voor Coevorden en Drenthe een vrijgraafschap en een afzonderlijk gerecht in te stellen.

1357 20-11-1357 Edwart van Gelre geeft in leen aan Henric van Cryckenbeeck het hoog en laag gerecht te Nieuw Kriekenbeek, in tegenwoordigheid van heren van Coevorden.

1357 02-06-1357 Reynolt, heer van Coevorden, Borculo en Drenthe, belooft aan de stad Groningen en Hunsingo, dat hij het afgebroken huis te Selwerd niet weder zal versterken.

1357 24-02-1357 De raad van Groningen verklaart, dat Tidericus Smacht een schenking heeft gedaan aan het Heilige Geestgasthuis onder voorwaarde van opneming en onderhoud.

1357 29-11-1357 Alef van Ansen, pastoor, en Diderich Maes, koster te Rolde, verklaren, dat zij een twist over goederen te Duurse tussen het klooster van Assen en de kosterij te Rolde hebben beeindigd.

1357 05-02-1357 Godevard van Echten verklaart in het gerecht voor Johan Alfersz., schulte te Hasselt, een jaarlijkse opbrengst uit het goed ter Hofstede onder Yhorst aan het klooster te Dikninge en Ruinen te hebben geschonken en overgedragen.

1358 01-02-1358 Burgemeesters en raad van Groningen beklagen zich bij de raad van Lübeck, dat hun niet is medegedeeld het besluit van de Hanzesteden om niet in Vlaanderen handel te drijven.

1358 14-05-1358 Bertholomeus de Bostario doet als gemachtigde van den Paus uitspraak in het gedeeltelijk reeds voor de auditor Petrus behandelde geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, waarbij laatstgenoemde wordt veroordeeld alle door hem daarvan genoten inkomsten uit te keeren.

1358 24-07-1358 Herko Emmuma en andere kerspellieden van Oldenzijl dragen het redgerrecht over aan Alricus Scellecumma, hoveling te Zandeweer.

1358 24-08-1358 Ecberlus van Peize en Johannes Hundeken van Eelde verklaren, dat de weduwe van Rodolfus Predeker schadevergoeding zal geven voor de aan het convent te Assen door haar man ontnomen goederen, en stellen zich daarvoor borg onder belofte van leisting.

1358 28-09-1358 Egbert van Echten en jonge Johan Sloet met vrouw en kinderen verklaren aan het klooster Dikninge te hebben verkocht het derde deel van het goed Ter Hare onder Yhorst.

1358 28-09-1358 Johan Alferszoon, schulte te Hasselt, verklaart, dat Egbert van Echten en Johan Sloet met vrouw en kinderen aan het klooster Dikninge overdroegen het derde deel van het goed Ter Hare onder Yhorst.

1358 28-09-1358 Johan Alferszoon, schulte te Hasselt, verklaart, dat Gheert Mijsteloech met vrouw en kinderen aan het klooster Dikninge overdroegen het derdedeel van het goed Ter Hare onder Yhorst.

1358 28-10-1358 Reynolt, heer van Coevorden en Borculo, verklaart het schoutambt van Twente overeenkomstig de gestelde voorwaarden voor vier jaren aan te nemen.

1358 07-02-1358 Johan van der Eze met vrouw en kinderen verklaren aan het klooster te Dikninge en Ruinen verkocht en overgedragen te hebben tienden onder Westerhesselen.

1359 10-02-1359 De raad van Groningen verklaart, dat Otto Polleman aan Johannes Mauricii heeft verkocht en overgedragen een rente van een erf aan de Heerestraat te Groningen.

1359 10-04-1359 Guielmus de Gunello, kanunnik te Narbonne, doet, teruggekeerd en na ingesteld beroep door de Paus daartoe gemachtigd, nogmaals uitspraak in het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen.

1359 01-03-1359 Geraldus de Podio Fulconis, kanunnik te Limoges, doet na ingesteld beroep, in plaats van de tijdelijk afwezigen Guilelmus de Gunello, daartoe door de Paus aan gewezen, met toestemming van beide partijen uitspraak in het geschil tusschen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschaft der Martinikerk te Groningen.

1359 01-05-1359 Reynalt, heer van Coevorden, Jacob van Sleen, deken van Drenthe, en Aelf, pastoor van Rolde, verklaren, dat Roelf en Bole Altinghe en diens kinderen de halve hof te Anloo ander zekere voorwaarden in meierrecht hebben ontvangen van de Bisschop van Utrecht.

1359 13-12-1359 Het klooster van Selwerd verkoopt en draagt vijf grazen land over aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen.

1359 13-12-1359 Johan Rensinck, rechter te Almelo, oorkondt, dat Herman van Peize onroerend goed te Almelo heeft verkocht en over gedragen.

1359 14-02-1359 Johannes, abt van Dikninge, en Henricus van Gasselte, deken van Drenthe, doen uitspraak in een geschil over de betaling van het valkengeld aan de kanunniken te Steenwijk.

1359 04-10-1359 Paus Innocentius geeft, na een overzicht van het geschil tussen Andreas Herderinch en Gerardus de Reno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, de opdracht aan de abt van het klooster Ten Boer en andere geestelijken om voor de ten uitvoerlegging van die vonnissen te zorgen en Andreas Herderinch in het bezit van het personaatschap te stellen.

1359-04-U Keizer Karel IV bekrachtigt op verzoek van Deken en kapittel van de Dom te Utrecht de giftbrief van Hendrik III (zie ogd0007).

1360 13-06-1360 Magister Bernardus Bustorp, notarius publicus, te Münster, verklaart, dat Johannes de Oye, geestelijke te Luik, namens Andreas Herderinc hem te Utrecht heeft ter hand gesteld het executoriaal, gegeven door Conrardus de Westenhem, in zake het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen: dat hij dit stuk heeft voorgelezen en een exemplaar daarvan heeft ter hand gesteld aan magister Giselbertus Wstinc, voor gezegden Gerardus de Veno optredende.

1360 14-02-1360 Adolf van Selwerd en andere leden van zijn familie bepalen de voorwaarden voor het huwelijk tussen Ida, dochter van Hendrik van Selwerd en Herman van Coevorden.

1360 14-10-1360 Sweder Uter Loe enz. verklaren, dat zij aan Johannes Hont de Toltinchuus de tienden over zijn erf te Loon hebben verpacht.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe enz. verklaren, dat zij aan Hillegunge en enige anderen de tienden over hun erf te Loon hebben verpacht.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe enz. verklaren, dat zij aan Johannes Baninch en Rodolphus Dysing de tienden over hun erf te Loon hebben verpacht.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe enz. verklaren, dat zij aan Reynerus de Wollinchuus de tienden over zijn erf te Loon hebben verpacht.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe enz. verklaren, dat zij aan Rodolphus Landicken de Toltinchuus de tienden over zijn erf te Loon hebben verpacht.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe, proost, alsmede de deken en het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaren, dat zij tegen een vaste jaarlijkse som aan Femia van Deutinchuus in erfpacht hebben gegeven de tienden over haar erf, gelegen te Loon.

1360 14-10-1360 Swederus Uter Loe, proost, alsmede de deken en het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaren, dat zij aan Reynerus de Osebrinchuus de tienden over zijn erf te Loon hebben verpacht.

1360 15-03-1360 Cyse Guedesinghe en Rolof zijn zoon verkopen met toestemming van Gerd Guedesinge aan het klooster van Dikninge en Ruinen de smalle tienden over het goed Blakelinge te Pesse.

1360 16-11-1360 De pastoors van Vries, Eelde en Roden geven aan de burgemeesters van Groningen een nadere verklaring over een bepaling in het testament van wijlen Swederus van Peize.

1360 17-09-1360 Swederus, pastoor te Peize, maakt verschillende beschikkingen omtrent zijn vermogen na zijn dood.

1360 20-06-1360 Vijftien bisschoppen beloven veertig dagen aflaat aan allen, die op zekere heilige dagen de arm van Johannes de Doper en andere relieken in de Martinikerk te Groningen komen vereren en die kerk door giften begunstigen.

1360 02-06-1360 Marcelius, deken van Drenthe, bezegelt de uiterste wilsbeschikking van Henricus te Weste.

1360 21-06-1360 Andreas Herderinc van Groningen, kanunnik te Münster, geeft aan Bernardus de Hovele kwijting voor verschenen opbrengsten bij de overdracht van het archidiaconaat der Münsterse diocese in Friesland.

1360 21-06-1360 Harmannus de Brandenborch, notarius publicus te Utrecht, verklaart, dat Nycolaus de Patella, kanunnik te Utrecht, narnens Gerardus de Veno een stuk heeft voorgelezen, behelzende het verzet van genoemde Gerardus tegen de uitvoering van de vonnissen te zijne nadele gewezen, betreffende het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen.

1360 22-06-1360 Johannes, bisschop van Utrecht, verklaart, dat Gerardus de Veno te Deventer voor hem is verschenen en heeft geprotesteerd tegen de door Conradus de Westenhem gelaste uitvoering van de te zijne nadeel gevelde vonnissen in het geschil met Andreas Herderinc over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, omdat hij niet veilig te Groningen kan komen.

1360 22-12-1360 Conrardus de Westhenem, officiaal van Münster als uitvoerder van de vonnissen tegen Gerardus de Veno, brengt ter kennis van de Bisschop van Utrecht en andere geestelijken, dat hij in het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen tegen gezegden Gerardus de ban heeft uitgesproken.

1360 25-03-1360 Sanderus genoemd Prosekeze, notaris, verklaart, dat de koopman Thidericus en anderen enige beschikkingen hebben gemaakt ten voordeele van een priester in de Martinikerk te Groningen.

1360 25-08-1360 De abten en kloosterlingen van Aduard en Selwerd met de overheden van Groningen en Hunsingo verklaren, dat de ingezetenen van Tammingheland, Lieuwerderwolde en van de Zuider- en Noorderhoen bij overeenkomst enige punten betreffende het dijkrecht hebben vastgesteld.

1360 30-04-1360 Arnolt Huus verklaart te hebben verkocht en over gedragen aan Johan Bodekinghe de halve smalle tienden uit zijn hofstede te Lhee.

1360 30-11-1360 Arnoldus de Hoesden, notarius te Utrecht, verklaart, dat de ingezetenen van Loon hebben verklaard de aan de proostdij en het kapittel van St. Pieter toekomende tienden over hun erven in erfpacht te hebben genomen onder de verplichtingen, uitgedrukt in de daarvan vervaardigde brieven, en maakt daarvan een acte op.

1360 03-06-1360 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht verpachten onder zekere voorwaarden de halve Postinghetienden bij Helpen aan Lubbertus Sickinc, burger te Groningen.

1360 04-06-1360 De officiaal van Utrecht verklaart, dat Lubbertus Sickinc de uit aan hem vertoonde pachtbrief voortvloeiende verplichtingen op zich neernt.

1360 05-02-1360 Johan van Eerde verklaart van Johan van Arkel, bisschop van Ulrechl, een zekere som geld te hebben ontvangen.

1360 07-05-1360 Henricus to Weste, priester te Eelde, maakt verschillende beschikkingen omtrent zijn vermogen na zijn dood.

1360 07-06-1360 Johan van Arkel, bisschop van Utrecht, sluit, mede voor enige andere personen, een verdrag met de stad Groningen.

1360 08-06-1360 Conradus de Vestenhem, officiaal te Münster, geeft aan de Bisschop van Utrecht en onderhebbende geestelijken kennis van een pauselijk schrijven betrekkelijk de drie instanties van het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, en gelast de uitvoering van het eindvonnis.

1360 na 21-06-1360 De paus benoemt Bernardus de Hoevelle, kanunnik te Münster, tot archidiaconus van Friesland.

1361 10-06-1361 Reynaldus van Gelre en zijn broeder, hertog Eduardus, bevestigen de vrijheden en rechten van de burgers van Tiel en Zandwijk, in tegenwoordigheid van de heer van Coevorden.

1361 13-05-1361 Johannes, abt van het klooster te Dikninge, treedt op in het geschil tussen de Bisschop van Utrecht en de vijf kapittelkerken aldaar over de kerkvisitatie aan de zijde van de eerste, en verschijnt daartoe in een algemene vergadering van de laatsten.

1361 24-01-1361 Magister Bernardus Bustor, notarius publicus te Münster, verklaart, dat Johannes de Oye, geestelijke te Luik, namens Andreas Herderinc hem ter hand heeft gesteld het banvonnis, door Conrardus de Westenhem tegen Gerardus de Veno uitgesproken in het geschil over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, en dat hij dit stuk te Utrecht heeft bekend gemaakt.

1361 28-01-1361 Johan van Eerde, ridder, en zijn dochter verklaren een erf te Avereest aan Egbert, cureet te Westerhesselen, te hebben verkocht, terwijl Wilbert, meier te Ommen, oorkondt, dat voor hem in het gerecht de overdracht is geschied.

1361 05-04-1361 Icbricht van Peize, ridder, verklaart een ruil van opbrengsten uit onroerende goederen te hebben aangegaan met het Duitsche huis te Bunne.

1361 05-05-1361 Johannes, bisschop van Utrecht, draagt aan Folkerus, bisschop van Ghibelet, en aan de abten van St. Paulus en Dikninge de visitatie van de Utrechtsche geestelijke gestichten op.

1361 06-02-1361 Nycolaus Nerinc, notarius publicus te Utrecht, verklaart dat Gerardus de Veno bij herhaling verzet heeft aangetekend tegen de door Conradus de Westenhem genomen maatregelen tot uitvoering van de tegen hem gewezen vonnissen, in het geschil met Andreas Herderinch over het personaatschap van de Martinikerk te Groningen.

1361 07-07-1361 Johan, bisschop van Utrecht, beleent Arent van Schonenvelde met enige goederen in Overijsel, in tegenwoordigheid van Reynolt van Coevorden.

1361 09-03-1361 Johan Sloet en zijn vrouw verklaren met Roelf van Echten een overeenkomst van ruil te hebben aangegaan over een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed.

1361 09-09-1361 De overheden van Westergo, Oostergo, Humsterland, Hunsingo, Fivelgo het Oldambt, Reiderland, Eemsgo, Brokmerland en die van de stad Groningen hernieuwen voor de tijd van zes jaren de bepalingen, vroeger bij den Upstalboom vastgesteld, met bijvoeging van enige andere.

1362 10-02-1362 De proost en het kapittel van St. Pieter te Utrecht komen overeen, dat het goed Dingstede steeds ter beschikking van de proost zal blijven, doch niet door hem vervreemd of verhuurd mag worden.

1362 11-11-1362 Johannes, abtt van Dikninge, verklaart aan de Bisschop van Utrecht, dat Theodericus Rotinge de beschikking over enige jaarlijkse opbrengsten ten behoeve van een altaar in de kerk te Westerbork heeft bevestigd en deze zelfs heeft vermeerderd, en verzoekt goedkeuring van de overeenkomst, omtrent de collatie van die kerk tussen hen gesloten.

1362 12-02-1362 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de overeenkomst van de proost met het kapittel van St. Pieter over het goed te Dingstede (vgl. ogd0510).

1362 12-11-1362 Johannes, bisschop van Utrecht, hecht zijn goedkeuring aan de stichting en begiftiging van een altaar in de kerk te Westerbork en de benoeming van de priester Fredericus Elbinge tot bedienaar daarvan door Theodericus Rotinge.

1362 13-02-1362 Het Domkapittel te Utrecht machtigt Heynricus de Weyda en Ghiselbertus de Walenborch om allerlei rechten en goederen in de stad Groningen en haar gebied te verpachten.

1362 15-09-1362 Johannes, bisschop van Utrecht, hecht zijn goedkeuring aan de stichting van een vicarie te Gasselte.

1362 19-11-1362 De Paus draagt de Deken van de kerk van Utrecht op voor Otto Johannis van Norg, geestelijke in het bisdom Utrecht, een beneficie van het kapittel van St. Marie te Utrecht beschikbaar te houden.

1362 22 of 23-07-1362 Hermannus van Almelo, notarius publicus, verklaart dat Everhardus Wicboldi, burgemeester van Groningen, heeft onderhandeld met Poptatus, abt van Klaarkamp, over het beroven van enige Groningers door zijn conventualen.

1362 29-05-1362 De kremers van Groningen stellen de wetten van hun gilde vast.

1362 05-05-1362 Arnout Huus, zijn vrouw en Wibbe, weduwe van Wermoldt van Gasselle, keuren goed de stichting van een vicarie in de kerk aldaar en de door wijlen Warmoldt ten behoeve daarvan gemaakte beschikkingen.

1363 16-10-1363 Johan van den Cloester en Johan van der Ese stellen tussen de drie zoons van Volkier van Echten met hun toestemming de scheiding van de nalatenschap van hun vader vast.

1363 21-02-1363 De Raad van Groningen verklaart, dat de gardiaan van het klooster der Minderbroeders aan Heyne Stillemaker heeft verkockt en overgedragen een erf, gelegen aan de westzijde van de buurt Jate.

1363 28-04-1363 De Paus draagt de abten van Dikninge, St. Agricolus te Avignon en St. Mauricius te Münster op aan Baldewinus van Dalen een prebende in de Utrechtse kerk te bezorgen.

1363 31-10-1363 Johannes, abt van Dikninge, verklaart voor zich en voor het klooster van alle aanspraken op Johannes, heer van Ruinen, af te zien.

1363 31-10-1363 Johannes, heer van Ruinen, ridder, verklaart met toestemming van zijn vrouw en dochter in het voordeel van het klooster te Dikninge afstand te hebben gedaan van enige rechten op personen en goederen te Ruinen.

1363 06-02-1363 De Paus schrijft aan Geraldus de Veno, dat hij een prebende in de kerk van St. Marie te Utrecht voor hem beschikbaar houdt, mits hij afstand doet van zijn aanspraken op het personaatschap van de Martinikerk te Groningen.

1363 09-06-1363 Eduard, hertog van Gelre, graaf van Zutphen, verklaart in tegenwoordigheid van Reynout, heer van Coevorden, met Jan van Meurs, drost van Gelre, te hebben afgerekend.

1364 29-09-1364 Johan heer van Ruinen, zijn vrouw en dochter verklaren van het klooster te Dikninge vierhonderd Brugsche schilden te hebben ontvangen.

1364. De burgemeesters van Groningen doen uitspraak in het geschil tussen het klooster van Aduard aan de ene en de ingezetenen van Osterwolt en Go en die van de Acht Zijlvesten aan de andere zijde betreffende verschillende waterstaatsbelangen.

1365 10-02-1365 Jacob Wynekensz. Putepans, schout te Hasselt, verklaart, dat voor Tydeman Tydensz., zijn gezworen rechter, Johan Sloet met zijn vrouw en kinderen aan het klooster Dikninge de in ogd0532 vermelde jaarlijkse opbrengst hebben over gedragen.

1365 16-03-1365 Burgemeesters en raad van Groningen doen uitspraak in het geschil over een uitwatering tussen vrouw Menolde convent en vrouw Sywen convent.

1365 16-07-1365 De raad van Groningen verklaart, dat Gertrudis, weduwe van Otto Reijmoldi, heeft verpacht aan de rector Gherardus een heem in de Hardewikerstraat.

1365 18-01-1365 De Paus draagt aan enige geestelijken op Andreas Herderinch in het bezit stellen van de in het vorige stuk genoemde waardigheden.

1365 18-01-1365 De paus stelt Andreas Herderinch aan tot kanunnik van de Utrechtse kerk met een prebende, die hij heeft geruild met een dergelijke aanstelling in het bisdom Münster en Keulen, onder voorwaarde, dat hij er afstand van doet, als hij zijn rechten op het personaatschap van de Martinikerk te Groningen kan handhaven.

1365 19-05-1365 Johan van Viernenborch, bisschop van Utrecht, geeft een landbrief aan Twente.

1365 21-02-1365 Aelf van Zelewert en zijn vrouw verklaren onroerend goed te Noord-Sleen te hebben verkocht en overgedragen aan Hendrik Ridderinge.

1365 03-07-1365 Hermannus van Almelo, notarius publicus, verklaart, dat Wenekina Hughinc voor zich en haar dochter Hilleka aan Meynoldus Wesseli een machtiging heeft gegeven de helft der Postinghetienden bij Helpman voor haar in erfpacht te nemen, onder verplichting tot nakoming van de daaraan verbonden voorwaarden.

1365 03-08-1365 Albrecht, graaf van Holland, bevestigt de privilegiën, door Jan, graaf van Holland, aan Groningen geschonken.

1365 06-05-1365 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht geven onder zekere voorwaarden de helft van de Postingetienden bij Helpman in erfpacht aan Wennekina Hughinc en haar dochter.

1365 06-05-1365 Overheden en ingezetenen van Groningen, Wold en Go, de Acht Zijlvesten en Fivelgo sluiten een overeenkomst betreffende het maken van een waterlossing, de Mude genaamd, tussen Harssens en Mude.

1365 08-02-1365 Johan Sloet, zijn vrouw Jutte, Volkier, Yde en Beerte, hun kinderen, verklaren te hebben verkocht aan het klooster te Dikninge een jaarlijkse opbrengst over Hermans goed van de Hofstad onder Yhorst.

1365 08-10-1365 De officiaal van Utrecht oorkondt, dat Meynoldus Wesseli als gemachtigde van de weduwe Wennekina Hughinc en haar dochter voor hem heeft verklaard, dat zij de voor haar uit de verpachting van de helft der Postinghetienden bij Helpman voortvloeiende verplichtingen op zich nernen.

1366 01-07-1366 Paus Urbanus gelast de abt van Ruinen te zorgen, dat het Heilige Geestgasthuis te Groningen weer in het bezit wordt gesteld van ontvreemde goederen.

1366 11-11-1366 De raad van Groningen verklaart, dat Hilleka Lissinghe haar goederen te Dilgt heeft verkocht en overgedragen aan Bayco Emecinch.

1366 04-10-1366 Paus Urbanus draagt de abt van Wittewierum een nader onderzoek en getuigenverhoor op in het geschil tussen de weduwe van Syneko Walekama en Peya Elkama.

1366 07-04-1366 Ingezetenen van Humsterland sluiten met de stad Groningen een verbond tot onderlinge bijstand en verdediging.

1366 na 1366 Lijst van inkomsten van het Domkapitiel te Münster uit zijn bezittingen in Friesland.

1367 10-11-1367 Andries van Groningen, kanunnik van de Dom, verklaart, dat Ghisebrecht, heer van Vianen, hem een jaarrente heeft beloofd tot op de tijd, dat heer Gherijt van den Vene, proost te Arnhem, of Ghisebrecht of hun erfgenamen hem zullen hebben voorzien met een beneficie in het Sticht.

1367 10-11-1367 Gherijt van den Vene en Ghisebrecht, heer van Vianen, verklaren, dat zij Andries van Groningen, kanunnik van den Dom, onder zekere voorwaarden schadeloos zullen houden bij ruiling van zijn personaatschap te Groningen tegen een ander beneficie.

1367 21-06-1367 Hessel Mulert geeft wegens een ontvangen geldsom kwijting aan Roelf van Echten.

1367 25-04-1367 Henric en Rolof Pollemans beloven vrijwaring van het bij ogd0548 door Ude Gherdessone Hoptaets aan het klooster te Dikninge overgedragene.

1367 25-04-1367 Ude Gherdessone Hoptaets verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge het goed Nysinghe te Halen benevens een jaarlijkse opbrengst uit het goed Oestebringhe aldaar.

1367 03-05-1367 De raad van Groningen verklaart, dat Udo Hopes zijn huis met toebehooren heeft verkocht en overgedragen aan de schulte Henricus de Ponte, bezwaard met zekere lasten.

1368 01-11-1368 Eduard, hertog van Gelre, verklaart voor zijn huwelijk met Catharina, oudste dochter van Albrecht, hertog van Beieren, zekere voorwaarden te hebben aangenomen, voor welker nakoming onderscheidene personen, onder wie Reynoud, heer van Coevorden, zich aansprakelijk stellen.

1368 01-11-1368 Eduard, hertog van Gelre, waarborgt bij kinderloos overlijden van hem of zijn echtgenote de teruggave van de huwelijksgift, terwijl voor de nakoming onderscheidene personen, onder wie Reynoud, heer van Coevorden, zich bij leisting hebben verbonden.

1368 13-09-1368 Marcelius van Zuidlaren doet als deken van Drenthe uitspraak in een geschil over het onderhoud van de kerk te Ruinen tussen de heer en de kerspellieden van Ruinen en het klooster te Dikninge.

1368 18-08-1368 Egbrecht, pastoor te Havelte en Beernt pastoor te Dwingeloo verklaren, dat Dyderic Borcgherdes het goed Enekinghe bij Meppel in gebruik heeft genomen op de in de ingelaste brief ogd0555 gestelde voorwaarden.

1368 18-08-1368 Proost, deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht geven aan Dideric Borcgherdes met vrouw en kinderen het goed Enekinge bij Meppel in gebruik op dezelfde voorwaarden als andere horige lieden daar goederen van hen in pacht hebben.

1368 23-08-1368 Jacob Wynekenszoon, schulte te Hasselt, verklaart, dat Egbrecht van Echten en zijn kinderen aan het klooster te Dikninge hebben overgedragen een jaarlijkse opbrengst uit Hermansgoed ter Hofstede onder Yhorst.

1368 29-03-1368 Johannes van Viernenborch, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de privilegiën door zijn voorgangers aan Groningen met Go en Wolt verleend.

1368 30-11-1368 Reynaldus en Baldewinus de Claustro geven uitvoering aan de schenking van een jaarlijkse rente aan het klooster te Dikninge, door hun broeder Stephanus bij uiterste wil bepaald.

1368 06-01-1368 Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, geeft met enige anderen een vidimus van de oorkonde ogd0499 van 16 November 1360.

1368 08-10-1368 Baldewinus de Claustro verklaart, dat zijn vrouw met zijn toestemming aan het klooster Dikninge heeft vermaakt een jaarlijkse opbrengst uit het goed de Esphorst in het kerspel Yhorst.

1368 09-08-1368 Egbrecht van Echten en zijn kinderen verklaren aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht een jaarlijkse opbrengst uit goed te Yhorst gelegen.

1369 01-10-1369 Bernt Heyhinch, 'ghezwaren ambochtman' van de Bisschop van Utrecht, verklaart voortaan diens pacht uit Zierverlinghe goed te Loon te zullen heffen.

1369 19-02-1369 De raad van Groningen met de schulle Hinricus de Ponte wijzen Johannes Teden in in het bezit van een rente uit een huis in de Oosterstraat te Groningen.

1369 02-06-1369 De raad van Groningen geeft een verklaring omtrent het zegelen van een oorkonde van 1364 (ogd0527) door de rechters van Fivelgo.

1369 25-05-1369 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat de monniken van Selwerd zich ontslagen mogen houden van dijkwerken aan een door de stad van hen gekocht erf.

1369 26-11-1369 Deken en kapitiel van de kerk te Steenwijk beptalen, dat de kerk van Beilen jaarlijks tien lood zilver zal opbrengen in plaats van de tot dusver geleverde valk.

1369 26-11-1369 Het klooster van Dikninge neemt op zich in plaats van de valk, door de kerk te Beilen verschuldigd, een vaste jaarlijkse som aan deken en kapittel van de kerk te Steenwijk te zullen betalen.

1369 30-11-1369 De rijksraad van Denemarken sluit namens koning Waldemar een vrede met de Hanzesteden, waaronder ook Groningen wordt genoemd.

1369 07-05-1369 De raad van Groningen met de schulte Hinricus de Ponte wijen Fredericus Kote in het bezit van enige erven bij Helpen.

1370 11-03-1370 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Lutbert van Zien en zijn vrouw van Otto Pollemans en Hinrik Everdeszoon twee erven in de Haddingestraat 'to brantsparinghe' hebben gehuurd.

1370 15-01-1370 Henricus, perpetuus vicarius in Dwingeloo en bisschoppelijk commissaris, doet uitspraak in een geschil tussen de kloosters Dikninge en Assen over het recht van herberg in een hoeve te Halen.

1370 16-09-1370 Johan, heer van Ruinen, verklaart, dat voor hem in het gerecht Herman, heer van Kuinre, zijn vrouw Mechteld en Herman van der Ese, haar voogd, een jaarlijkse opbrengst uit goed te Haakswolde aan Peter van Blijdenstede hebben verkocht.

1370 20-05-1370 Henric van Echten verklaart aan Godekin ten Sconevelde te hebben verkocht de tienden over Schooneveld en ze over te dragen.

1370 02-06-1370 Wenemaer van Berspijc verklaart met vrouw en dochter aan het klooster Dikninge een jaarlijkse opbrengst te hebben verkocht en over gedragen uit het goed Zuedebringhe te Ansen.

1370 22-09-1370 De officiaal van Münstersch Friesland oorkondt, dat verschillende personen voor hem getuigden, dat Eppo Diudesma en Papo tor Borch bij stoklegging aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen het Hoytingehuis nabij Groningen hebben overgedragen.

1370 24-05-1370 Cord Molteke verklaart, dat hij het slot Wartberg in Halland voor de Hanzesteden, waaronder ook Groningen, zal openhouden tot waarborg van de gesloten vrede.

1370 24-05-1370 De Hanzesteden, waaronder ook Groningen, beloven de bezegeling van de oorkonden betreffende de vrede, door haar met de rijksraad van Denemarken gesloten.

1370 24-05-1370 De Hanzesteden, waaronder ook Groningen, beloven koning Waldemar van Denemarken en de zijnen veilig geleide, zodra hij de door de rijksraad tussen hem en de steden gesloten verdragen zal bezegeld hebben.

1370 24-05-1370 De rijksraad van Denemarken geeft namens koning Waldemar aan de Hanzesteden, waaronder ook Groningen, enige waarborgen voor de naleving van het vredesverdrag.

1370 24-05-1370 De rijksraad van Denemarken sluit namens koning Waldemar vrede met de Hanzesteden, waaronder ook Groningen.

1370 28-10-1370 Otto Polleman en Hinric Everdeszoon maken een schikking over het hun gezamenlijk behorende leengoed Nydinghe.

1370 04-11-1370 Herman, heer van Kuinre, zijn vrouw, Mechteld, en Herman van der Eze verzoeken Johan, heer van Ruinen, de koopacte (ogd0583) te bezegelen, terwijl zij beloven de overdracht later te doen plaats hebben.

1370 05-06-1370 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Sybrant Meynckens heeft verkocht en overgedragen aan Johan van Buren en echtgenote een huis te Groningen met zijn recht op de grond.

1370. De rechters van de drie Delfzijlen verklaren de kerspelen Middelbert en Engelbert in hun zijlvest op te nemen.

1370. Evert van Assouwen, priester en vicaris van de kerk te Deventer, draagt aan het klooster Ter Hunnepe onroerend goed over en geeft kwijting voor de koopprijs, terwijl Reynolt, heer van Coevorden, de oorkonde bezegelt.

1371 10-07-1371 Johan en Herman van Coevorden en Godevart van den Oldehave beloven te Utrecht de verklaring te zullen afleggen, dat zij van het Domkapittel te Utrecht de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Wold en Gho in pacht hebben.

1371 10-12-1371 De rechters van Hunsingo en die van het Winsumer zijlvest stellen nieuwe bepalingen vast tot aanvulling van de bestaande, ten einde het verkeer te beveiligen.

1371 13-09-1371 Henric van Echten verklaart aan Dideric Buzen te hebben verkocht en over te dragen de halve smalle tienden over diens hofstede te Lhee.

1371 18-10-1371 De abten van de kloosters van Aduard, Oldenklooster in de Marne, Rottum en Selwerd geven regels voor de waardering van bepaalde munten en omtrent enige rechten en verplichtingen, uit overeenkomsten van huur voortvloeiende.

1371 19-06-1371 Reynerus, abt van Oldenklooster in de Marne, Folcardus Attinga en Odulphus Heratama stellen enige bepalingen vast voor het Schouwerzijlvest.

1371 27-10-1371 De Hanzesteden, waaronder Groningen, bevestigen onder het zegel van de stad Straalsund de met de Deense rijksraad gesloten vrede, onder bijvoeging van enige bepalingen.

1371 27-10-1371 Koning Waldemar van Denemarken bekrachtigt de vrede van 24-05-1370, ogd0576 tussen de Deense rijksraad en de Hanzesteden.

1371 27-10-1371 Koning Waldemar van Denemarken bekrachtigt het verdrag van 24-05-1370, ogd0577, tussen de Deense rijksraad en de Hanzesteden betrekkelijk enige sterkten aan de Oostzee.

1371 05-06-1371 Reynolt van den Cloester verklaart met toestemming van vrouw en kinderen verkocht te hebben aan het klooster te Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed te Blydensteden en ze over te dragen.

1371 07-04-1371 Johan Mensinghe van Haren ruilt met Ghizelbert Scade, commandeur van Bunne, een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Norg tegen een andere te Haren.

1371 08-07-1371 Johan, heer van Coevorden, Herman van Coevorden en Godevart van den Oldenhave, de twee eerste mede voor hun zoons, verklaren de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Wolde en Gho voor hun leven te hebben gepacht van het Domkapittel te Utrecht.

1372 01-01-1372 Herman over de Vecht verklaart, dat hij met zijn sinds overleden broeder onroerend goed bij Hardenberg aan Roeloff Stael heeft verkocht, waarvan zijn broeder reeds overdracht heeft gedaan, en herhaalt die rechtshandeling.

1372 11-01-1372 Johan, heer van Coevorden, staat aan de inwoners van Coevorden een zekere uitgestrektheid van gronden af met voorbehoud van de tiendplichtigheid.

1372 01-11-1372 Scelto en zijn echtgenote Sjabbe te Walliswere verklaren aan Albertus Mentada te Middelstum een stuk land bij Mentada verkocht te hebben.

1372 17-06-1372 Johan, heer van Ruinen, verklaart de tienden over een akker te Pesse te hebben verkocht en over gedragen aan het klooster te Dikninge.

1372 24-03-1372 Egbert van Echten verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed te Yhorst.

1372 24-06-1372 Godekien van den Hove verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Dikninge een gedeelte van onroerende goederen te Halen.

1372 26-09-1372 Arnd van Hoern, bisschop van Utrecht, beleent Otte Polleman met het Nydingegoed.

1372 27-03-1372 Cyse Lansinghe verklaart met toestemming van Johan, heer van Ruinen, aan het klooster van Dikninge te hebben verkocht en over gedragen de 'stallinghe' over de goederen Rensinghe en Nijssinghe onder Ruinen.

1372 06-04-1372 Hermanus Koten, notaris, maakt een oorkonde op, waarin Frederik Tutekin te Groningen bij testament over zijn goederen beschikt.

1372 06-08-1372 Jacob van der A, schulte te Vollenhove, verklaart, dat Clawes Sturinc zijn recht op zeker goed te Wanneperveen heeft overgedragen aan het klooster te Dikninge.

1373 10-10-1373 Burgemeeslers en raad van Groningen verklaren, dat Ludekiin Sconedroch land bij de stad heeft verkocht en overgedragen aan Ludekin, de man van Ghysele Wattens.

1373 14-02-1373 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan ter Venne een huis in de Haddingestraat te Groningen aan Rolf Husinghe heeft verkocht en overgedragen met zijn recht op de huisplaats.

1373 19-06-1373 Coep Wynekens, schulte te Hasselt, verklaart, dat Ludicke Scutte van Zwolle met vrouw en dochler een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Nederlanchorst hebben overgedragen aan het klooster te Dikninge.

1373 25-10-1373 De schoenmakers van Groningen richten een gilde op en stellen de bepalingen daarvoor vast.

1373 ca. 1373 Tollijst van Bremen.

1373 voor 10-04-1373 De regering van Groningen neemt een besluit ten aanzien van het instellen van klachten vóór 10-04-1373.

1374 10-08-1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Heyne Klenke en Henric Lanchore als voogd een stenen huis in de Heerestraat hebben verkocht en overgedragen aan Henric Snoy onder voorbehoud van een rente.

1374 01-02-1374 Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, twee der pastoors en de burgemeesters van Groningen geven een vidimus van het testament van Sweder, pastoor van Peize, van 17 September 1360, n0. 491.

1374 15-08-1374 Ludolphus, abt van Oldenklooster in de Marne, verklaart, dat de twist van zijn klooster met de kloosters te Langen en Aland is bijgelegd.

1374 15-10-1374 Johan die Tulener en zijn vrouw Armegaerd verklaren te hebben verkocht en over te dragen aan het klooster te Dikninge eene boterpacht te Haakswold.

1374 17-12-1374 Werenbold, pastoor van Het Laar, en Rolof van den Lare verklaren, dat Ghysele van Echten, vrouw van Boldewijn van den Cloester, aan het klooster te Dikninge een roggepacht uit het goed Esphorst onder Yhorst heeft vermaakt.

1374 19-08-1374 Peter van Blydensteden verklaart met zijn vrouw en zijn zoon aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht en voor de heer van Ruinen over gedragen een boterpacht te Haakswolde.

1374 21-03-1374 De pastoors Aleph van Rolde en Marcelius van Zuidlaren verklaren uitspraak hebben gedaan in een geschil tussen de kloosters te Dikninge en Assen over het recht van herberg in de hof te Halen.

1374 22-02-1374 De raad met de wijsheid van de stad Groningen bepalen de aanvang van de gemeenschap van goederen terstond na het huwelijk.

1374 25-01-1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat heer Tyese, vicaris der Akerk te Groningen, aan de voogden van die kerk een jaarlijkse rente heeft verkocht en overgedragen.

1374 27-06-1374 Johannes van Altavilla, proost en aartsdeken van St. Marie te Utrecht, draagt Jacobus van Sleen op Nicolaus, pastoor van Zweeloo, en Albertus, koster in Emmen, te dagvaarden.

1374 28-04-1374 Johan, heer van Ruinen, en vrouw verklaren aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht en overgedragen smalle en grove tienden over Blakelinghegoed in de marke van Pesse.

1374 03-02-1374 Burgemeesitrs en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schulte Henric van der Brugghe volgens stadsrecht Rolf Hughinghe hebben ingewezen in een erfelijke rente uit een huis in de Boteringestraat.

1374 04-09-1374 Hermannus de Almelo, openbaar notarius, geeft een transsumpt van de brief van Ludolphus, abt van Oldenklooster, van 15 Augustus 1374 (ogd0622).

1374 06-09-1374 Thomas, abt van Wittewierum, en Wesselus, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, verklaren dat Harmannus Koten, Utrechts geestelijke, burger van Groningen, is openbaar notarius en een betrouwbaar persoon.

1374 07-09-1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Frederic Wolf van Evarde den Greve een erf in de Gaddingestraal te Groningen in erfpacht heeft genomen.

1375 10-06-1375 Johan van der Eze verklaart een zekere som schuldig te zijn aan Hendrik van Echten onder verband van leisting.

1375 01-02-1375 De raad en de wijsheid van de stad Groningen bepalen, dat sommige oude oorkonden om alsnog van kracht te zijn op het stadhuis moeten worden ingeschreven.

1375 01-05-1375 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Otte Polleman land heeft verkocht en overgedragen aan Otte Wybens.

1375 11-11-1375 Johan, heer van Ruinen, maakt enige beschikkingen ten behoeve van zijn vrouw Zweder.

1375 11-11-1375 Johannes, heer van Ruinen, en echtgenote verklaren met toestemming van de abt van Dikninge en de pastoor van Ruinen enige opkomsten en goederen te schenken aan het altaar van St. Katharina in de kerk te Ruinen en verzoeken de bisschop te Utrecht deze schenking goed te keuren.

1375 13-01-1375 Peiia Ablama, vrouw van Mencco Bernama te Holwierde, maakt beschikkingen na de dood over haar goederen.

1375 15-04-1375 Johannes, abt van het klooster te Dikninge, getuigt dat Egbertus, pastoor van Ruinen, voor hem heeft verklaard enige jaarlijkse opkomsten uit het goed Nysinghe te Halen en andere te schenken tot het aanstellen van een tweede priester aldaar.

1375 02-06-1375 De rechters in de Marne doen uitspraak in zake het geschil tussen Jaricus Tamimggha te Hornhuizen en Alricus Carpentator.

1375 24-06-1375 Berent Morreaens, schulte te Hasselt, verklaart het klooster te Dikninge te hebben ingewezen in de jaarlijkse opbrengst uit zeker goed te Lankhorst.

1375 05-07-1375 Johan van Coevorden en twee anderen verklaren onder verband van leisting en met pandingsclausule aan Otto van Bentheim, proost te Paderborn, of aan Egbert van Nordhorn een zekere som schuldig te zijn.

1375 ca. 1375 Lijst van inkomsten van het Domkapittel te Münster uit zijn bezittingen in Friesland.

1376 10-08-1376 Reynolt van den Cloester en vrouw verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge hun tienden over het Tybertsgoed in het kerspel van Blydenstede.

1376 10-11-1376 Arnoldus van Hoorn, bisschop van Utrecht, keurt goed de stichting van het altaar van St. Katharina in de kerk te Ruinen benevens een daaraan gedane schenking.

1376 01-11-1376 Johannes, pastoor te Uithuizen, en Eppo Menkama, redger aldaar, verklaren, dat Almarus Redama met zijn vrouw Teteka enige beschikkingen na dood heeft gemaakt over een door hem aangebrachte geldsom.

1376 14-01-1376 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Alleke en Aveke, dochters van Tyesen Boser, hebben verkocht en overgedragen aan Wycbold Maurissinghe een gedeelle van een erf in de Boteringestraat.

1376 14-08-1376 Haquinus, koning van Zweden en Noorwegen, sluit een verbond met de Hanzesteden, waaronder waarschijnlijk Groningen, betreffende de privileges ook van de Hanze in Noorwegen.

1376 14-08-1376 Olef, koning van Denemarken, bevestgit de op 24-05-1370 door koning Waldemar met de Hanzesteden, waaronder Groningen, geslolen vrede.

1376 16-08-1376 Olef, koning van Denemarken, bevestigt de verdragen, gesloten tussen de Hanzesteden waaronder Groningen, en koning Waldemar betreffende enige tollen in Denemarken.

1376 16-08-1376 Olef, koning van Denemarken, bevestigt de vrede van Stralsund, gesloten met de Hanzesteden, waaronder Groningen.

1376 21-05-1376 Reynold van Coevorden beleent Lubbert Sickinge met tienden over gronden in Gelkingeland bij Groningen.

1376 28-10-1376 Reynolt van den Cloester en vrouw verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan de abt en het convent van Dikninge hun tienden over het goed,,de Ghere" in het kerspel van Blydenstede.

1376 30-04-1376 Johan, heer van Ruinen, verklaart aan Johan Vos van Steenwijk en Arnd Huijs een aantal roggepachten in Drenthe te hebben verkocht en ze over te dragen bij stoklegging.

1377 12-03-1377 Johannes, pastoor te Uithuizen, verklaart, dat Elleko Tadema aan Hiddo Diurdisma een sluk land 'uppa Werum' heeft verkocht.

1377 13-05-1377 Johan Menssing van Haren en Godicken van Echten, geheten van Haren, beloven binnen zes weken aan het klooster te Dikninge twee goederen te Halen te zullen overdragen.

1377 15-05-1377 Johan van Ruinen verklaart wegens schulden onroerend goed te Eelde te hebben verkocht en over gedragen aan Johan Mensyng van Haren.

1377 17-03-1377 De pastoors Rembertus en Johannes verklaren, dat Eyso Rewerdisma aan Ulfardus Tyadecama een stuk land heeft verkocht in de Hiddingedeelen.

1377 20-07-1377 Gheert de Stevinghe en zijn vrouw Telle verklaren onder zekere voorwaarden van het klooster Dikninge een goed te Leggelo te hebben gepacht.

1377 21-05-1377 Johan Menssing van Haren en Godekien van Echten, geheten van Haren, verklaren hun goederen te Halen tegen de bezittingen van het klooster van Dikninge te Schipborg te hebben geruild.

1377 24-06-1377 Harman van Coevorden verklaart de grove en smalle tienden te Helpman aan Ecbert Verhouwens, burger in Groningen, in pand te hebben gegeven.

1377 26-07-1377 De bestuurders van Drenthe en van de stad Groningen erkennen zekere van oudsher bestaande rechten van de Bisschop van Utrecht.

1377 29-07-1377 Uneco, kommandeur van het klooster te Oosterwierum, verklaart, dat Aylsedis, dochter van Wiardus Herana, haar graf heeft gekozen in het klooster te Langen, aan dat klooster enig goed heeft vermaakt en aldaar ook is begraven.

1377 29-09-1377 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Lyzebet, de vrouw van Boelke van Stedum, verklaarde te hebben verkocht aan het vrouw Meynoldeconvent te Groningen een jaarlijkse rente uit een huis te Groningen en die overdroeg.

1377 04-07-1377 Johannes, abt, prior, priores en kloosterlingen van Dikninge verklaren te hebben besloten in de kerk te Ruinen een kapellaan onder de pastoor aan te slellen.

1377 09-09-1377 Reynold van Coevorden verbindt zich zijnerzijds tot nakoming van de verplichtingen, voortspruitende uit de verpanding van het kasteel en het ambtmanschap van Lage door Arend van Hoorn, bisschop van Utrecht.

1378 11-12-1378 Ondolphus Heratama en Bernerus Solle(r)der verklaren van de abdis van het klooster Ueberwasser of St. Maria te Münster tienden in de Ommelanden tegen een jaarlijkse som in gebruik te hebben ontvangen.

1378 16-06-1378 De kloosterlingen van Aduard sluiten een verbond met burgemeesters en raad van Groningen.

1378 02-07-1378 Ludulphus Stephsma verklaart twee grazen land te hebben verkocht en overgedragen aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen.

1378 21-01-1378 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren dat enige geloofwaardige personen een getuigenis hebben gegeven over een beschikking van Johan Buerleder.

1378 21-04-1378 Burgemeesters en raad van Groningen en de overheden van Hunsingo verklaren een verbond met elkander te hebben gesloten.

1378 21-04-1378 De ingezetenen van Ezinge, Feerwerd, Garnwerd, Oostum, Wierum, Fransum en Lieuwerderwolde verklaren zich bij het verbond tussen de stad Groningen en Hunsingo aan te sluiten.

1378 21-04-1378 De kloosterlingen van Aduard verklaren zich bij het verbond, in ogd0661 bedoeld, aan te sluiten met het oog op hun onderhorigen in Hunsingo.

1378 24-02-1378 Cyzo Gudezinghe, zijn zoon Rolof en diens vrouw Lize verklaren te hebben vrijgelaten enige eigene lieden, en daarvoor een som geld te hebben ontvangen.

1378 27-10-1378 De rechters en ingezetenen van Humsterland sluiten een verbond met Groningen en Hunsingo.

1378 29-11-1378 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Peter van der Elborch, voogd van Abelke Redingh, heeft verkocht en over gedragen een stenen huis in de Heerestraat aan Clawes Johans zoon.

1379 19-08-1379 De rechters van Hunsingo en burgemeesters en raad van Groningen vellen vonnis in een geschil over het recht van erfopvolging in enig land te den Andel en Westernieland.

1379 21-03-1379 Hinricus, pastoor te Uithuizermeeden, verklaart, dat Ewa en Hydda Oudgirsma aan Ulfardus Thyadekama hebben verkocht een volgerechtigd goed in 'Reyndismadele'.

1379 25-09-1379 Godevaert van den Hove verklaart aan het klooster te Assen te hebben verkocht een jaarlijkse opbrengst uit een goed, te Halen gelegen.

1379 29-05-1379 Tadeco Ablama te Westeremden schenkt aan Johannes Heslingha te Stedum het halve redgerrecht vallende op Gadinghaheerd.

1379 30-07-1379 Deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht dragen hun gezworen bode Johannes Wager op de proost Rodolphus Ysenderen te dagvaarden, wegens zijn onrechtmatig beheer en het achterhouden van de uilkeringen uit de goederen in Drenthe.

1379 03-06-1379 Hermannus van Peize, deken van Drenthe, geeft een vidimus af van de oorkonden van 11 November 1375 en 10 November 1376.

1380 10-08-1380 Florens, bisschop van Utrecht, belooft Reynold van Coevorden en anderen, die met hem de betaling van een schuld hebben toegezegd, schadeloos te houden.

1380 18-08-1380 De bestuurders van Drenthe en van de stad Groningen erkennen zekere van oudsher bestaande rechten van den Bisschop van Utrecht.

1380 02-04-1380 Florencius, bisschop van Utrecht, doet als scheidsrechter uitspraak in een geschil tussen het klooster van Dikninge en Ecbertus van Echten.

1380 22-10-1380 Willem van Gulik, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, bevestigt Reinold, heer van Coevorden, in een jaarlijkse opbrengst van honderd schilden uit de tol te Nijmegen.

1380 28-01-1380 Reynolt van den Cloestere en Margarete, zijn vrouw, schenken aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit hun goed in Broekhuizen.

1380 28-05-1380 Engelbert van Zalne geeft een oorvedebrief af ten behoeve van Florens, bisschop van Utrecht, en van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle.

1380 28-05-1380 Florens van Wevelichoven, bisschop van Utrecht, en de steden Deventer en Zwolle verklaren met Evert van Essen en zijn partijgenoten een verdrag te hebben gesloten, waarbij ook Reynold van Coevorden is betrokken.

1380 29-03-1380 Florencius, bisschop van Utrecht, bevestigt de voorrechten van de stad Groningen met Go en Wold betreffende de rechtspraak en andere onderwerpen.

1380 29-05-1380 Reinolt Hughinc te Groningen sluit een verbond met de rechters en gemeene meente der Acht Zijlvesten tot wederzijdse hulp.

1380 03-09-1380 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart, dat Arendt Huiss in leen verzocht het hem aangeerfde goed, waaronder de 'gerechte' te Ruinen, Ruinerwold en 'ter Bulinge'.

1380 08-03-1380 Reynold van Coevorden verbindt zich tegenover Florens van Wevelichoven, bisschop van Utrecht, tot nakorning zijnerzijds van de verplichtingen, voortspruitende uit de verpanding van het kasteel en het ambtmanschap van Lage.

1380 08-09-1380 Reynold van Coevorden procedeert tegen Engbertus van Damme.

1381 10-08-1381 Vrederic van Pes en zijn kinderen verklaren een onroerend goed aan Roelf van Echten te hebben verkocht en dragen het over.

1381 13-05-1381 Reynolt van Coevorden is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.

1381 13-07-1381 Enige geestelijken verklaren, dat Liudolphus, zijn vrouw Hidda en hun zonen Meyko en Mello hebben verkocht enig land met het daarbij behorend redgerrecht aan Hiddo Ubbiggama, proost te Leens.

1381 16-08-1381 Thidericus Bolens, proost van Humsterland, en Wernboldus Bolens verklaren in lijfpacht te hebben ontvangen van de abdis van het klooster Ueberwasser en de kanunnik Conradus van Velen, beide te Münster, smalle tienden gelegen in de proosdij van Humsterland.

1381 16-08-1381 Tydericus Bolens, proost van Humsterland, verklaart, dat hij en Wernboldus Bolens in lijfpacht hebben ontvangen van de abdis van het klooster Ueberwasser en de kanunnik Conradus van Velen, beide te Münster, zekere smalle tienden, vroeger in pacht bij Hermannus Kote en echtgenote.

1381 20-09-1381 Johannes Backer procedeert tegen Johan van Echten en Rolof zijn broeder.

1381 21-03-1381 Florencius, bisschop van Utrecht, keurt goed de aanstelling van den kapellaan in de kerk te Ruinen, vervat in ogd0655 van 04-07-1377.

1381 21-04-1381 Ghert Goedesing met vrouw en kinderen verklaart onroerend goed aan Witte Goswijn en diens broeder te hebben verkocht en overgedragen.

1381 22-09-1381 Reynold van Coevorden procedeert tegen Engelbertus van Damme.

1381 22-11-1381 Jacob, pastoor te Ootmarsum, Ludelof, priester van de St. Maartenskerk te Groningen en enige anderen verklaren zich borg te stellen voor Steven van Manher, kanunnik van St. Marie te Utrecht.

1381 25-11-1381 Johan van Raesfelde erkent het recht van de Hertog van Gelre om de goederen, welke aan zijn vrouw Roderike van Coevorden te pand stonden, in te lossen.

1381 27-03-1381 Reynold van Coevorden is tegenwoordig bij een gerechtshandeling te Deventer.

1381 28-03-1381 Egbert van Echten is gevolmachtigde in een proces.

1381 04-05-1381 Egbert van Echten wordt in het gerecht aangesproken.

1381 08-04-1381 Mello, pastoor van Garsthuizen, oorkondt, dat Sybernis Walekama heeft verklaard, dat zij ten onrechte het Walekamagoed bezit en dat zij genegen is alles terug te geven, zodra zij daartoe in staat is.

1381 tussen 26-09-1381 en 19-01-1383 Lijst der leenmannen van het Sticht.

1382 01-05-1382 Het klooster van Aduard, de zijlvesten van Lieuwerderwolde en die van Peize, Roden en Foxwolde sluiten een overeenkomst over de Aduarder zijl.

1382 11-06-1382 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Boyke en Gherborch bij stoklegging voor de Buren te Annen aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen het grootste deel van hun erve en goed hebben overgedragen.

1382 11-11-1382 De rechters en ingezetenen van Fivelgo verklaren zich aan te sluiten bij het verbond tussen Groningen en Hunsingo van 21-04-1378.

1382 17-09-1382 Rolef Polleman verklaart afstand te doen van al zijn aanspraken op de abt en het convent van Selwerd betreffende een erf in Borgham.

1382 20-09-1382 Egbert Haec van den Rutenberghe, schout te Vollenhove, verklaart, dat Clawes ter Wenppe, Alijt zijn vrouw en hun kinderen, Schuringheswere in het kerspel Wanneperveen aan het klooster van Dikninge hebben overgedragen.

1382 03-04-1382 Florentius, bisschop van Utrecht, bepaalt, dat het aantal nonnen in het klooster Dikninge de vierentwintig niet te boven mag gaan.

1382 04-03-1382 Johan van Echten is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.

1382 04-03-1382 Reynold van Coevorden procedeert tegen de erfgenamen van Engelbert van Damme en Grubbe van Twente.

1382 05-06-1382 Orbelia van Buren, 'juncvrouw' van Coevorden, verklaart tevens voor haar zoon Reinold in te zullen staan voor alle schade, die hunne borgen mochten lijden.

1382 06-11-1382 Reynolt, heer van Coevorden, verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Assen zijn goederen te Rhee gelegen.

1383 11-01-1383 Reynold van Coevorden procedeert tegen Godefridus van Hekeren en Elizabet van Goer.

1383 14-04-1383 Enige geestelijken doen uitspraak in een geschil tussen Gerkesklooster enerzijds en Alteko Herywesma anderzijds over een stuk land, gelegen in Waldmana-Keppelsa.

1383 17-08-1383 Johannes Clenke wordt in het gerecht aangesproken.

1383 18-06-1383 Reynold van Coevorden procedeert tegen Henricus van Essen.

1383 18-12-1383 Ghise van Oesterewolde draagt goederen te Vollenhove aan zijn broeders over ter voldoening van zijn schuld aan Johan Clenke.

1383 21-01-1383 Volkier van Echten wordt gerechtelijk aangesproken.

1383 25-06-1383 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart aan Johan Hondenberch op zekere voorwaarden in pacht te hebben gegeven een goed, gelegen te Anderen.

1383 25-06-1383 Johan Hondenberch verklaart van Floris, bisschop van Utrecht, in pacht te hebben genomen een goed, gelegen te Anderen, op de voorwaarden vervat in de ingelaste brief van de Bisschop (ogd0717).

1383 29-03-1383 Johan van Echten verklaart ten behoeve van de kerk te Ruinen een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Pesse te hebben afgestaan en over te dragen.

1383 29-06-1383 Godekiin van Echten verklaart zijn goed te Haren te hebben verkocht aan Johan van der Hansouwe.

1383 30-08-1383 Jutte van Echten verschijnt in het gerecht.

1383 04-04-1383 Hendrik en Herman Polman verklaren van de Bisschop van Utrecht enige tafelgoederen in pacht te hebben genomen.

1383 04-07-1383 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart te eisen òf de teruggave van de door hem verleende bevestigtngsbrief van de vrijheden van Groningen òf de toezending van een oorkonde van erkenning van zijn rechten door de stad, en bij gebreke van beide Lubbert Sicking aansprakelijk te houden.

1384 02-05-1384 Reynold van Coevorden procedeert tegen Johan van Hekeren.

1384 22-02-1384 Rolf Junkeringhe verkoopt aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen drie grazen land te Lieuwerderwolde.

1384 23-01-1384 Reynolt van Coevorden is tegenwoordig te Goor in het gerecht van de Bisschop.

1384 24-02-1384 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Egbert Knasse in eeuwige huur heeft genomen van Robbekiin Swideke een hofstede aan de zuidzijde van den Carolieweg te Groningen.

1384 24-04-1384 Gysbert, heer van Bronkhorst en Borculo, beleent Johan van Echten met enige tienden.

1384 30-08-1384 Engelbert van Zalne en vrouw verklaren met de Bisschop van Utrecht en de drie steden van Overijsel te zijn overeengekomen, dat zij hun versterkte hofstede niet op de oude plaats aan de Vecht maar aan de overzijde zullen opbouwen en slechts met vergunning van de tegenpartij en jonker Reynolt van Coevorden.

1384 05-02-1384 Deken en kapittel van de kerk te Steenwijk geven aan heer Egbert van Westerhesselen verlof tot het stichten van een altaar in hun kerk en tot het begiftigen daarvan.

1384 05-02-1384 Egbert, pastoor te Westerhesselen, sticht in de kerk te Steenwijk een altaar ter ere van de heilige maagd Maria en begiftigt het met verschillende goederen.

1384 05-06-1384 Aweke Widdama met zijn kinderen Sycherus en Teteke verkoopt aan Omo en Thiadeke te Ellerhuizen een huis en andere goederen bij Alderdamare.

1384 05-11-1384 Florens van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, verklaart het voorrecht van de ingezetenen van Groningen, Go en Wolt en het gerecht van Groningen te erkennen om niet te worden gedaagd buiten Drenthe, tenzij met kennisgeving aan de burgemeesters of de schout van Groningen.

1384 05-11-1384 Florens van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, verklaart het voorrecht van de Drenthen te erkennen om niet gedaagd te worden buiten hun gewest tenzij met kennisgeving aan de Etstoel of de ambtman van Drenthe.

1384 07-08-1384 Ghert Gudesinghe en Agnese, zijn vrouw, verklaren aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit hun goed te Yhorst gelegen te hebben verkocht en overgedragen.

1384 08-08-1384 Ghert Gudesinghe en Agnese, zijn vrouw, verklaren in te staan voor alle schade, die het klooster Dikninge mocht lijden, zo drie hun kinderen tegen de verkoop, in ogd0733 bedoeld, mochten willen opkomen.

1384 09-08-1384 Reynolt van Coevorden beleent Johan Sickinge met tienden in Gelkingeland bij Groningen.

1385 11-04-1385 Johan Haghen en Lize, zijn vrouw, verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge Radelinghegoed en Smedinghegoed te Ansen.

1385 11-05-1385 Olaf, koning van Denemarken, Margaretha koningin van Noorwegen en de Deense rijksraad geven een verklaring omtrent de privileges der Hanzesteden, waaronder Groningen, en de teruggave van de verpande kastelen.

1385 16-04-1385 De officiaal van Friesland draagt aan de pastoors van Hoogkerk en Leegkerk op om Nycolaus Vechters, pachter van het huis te Bunne, tot voldoening van een boterpacht te noodzaken.

1385 19-11-1385 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Rolef Knasse heeft verkocht en overgedragen aan Baye Gode Jacobs zeker onroerend goed nabij Groningen.

1385 02-02-1385 Lambert ten Broke verklaart te hebben geschonken aan het klooster te Dikninge tot een prebende van zijn zuster Elsebee een vaste jaarlijkse opbrengst uit zijn vaderlijk goed te Kadoelen in het kerspel Vollenhove.

1385 21-01-1385 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Cuuc een jaarlijkse rente uit een stenen huis in de 'Langherstrate' heeft verkocht en overgedragen aan Wycbold Maurissing.

1385 21-10-1385 Herman Weremboudeszoon en Grete, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het klooster te Dikninge twintig oude gouden schilden, en een bijvoeging van een bepaling over de betaling bij hun dood.

1385 28-09-1385 Henrick, pastoor te Anloo, ambtman van het kapittel van St. Pieter, verklaart als zodanig zeker goed in de marke van Meppel te hebben verpacht.

1385 29-06-1385 Johan Clencke wordt in het gerecht aangesproken.

1385 03-02-1385 Henric Zuere, schulte te Vollenhove, verklaart, dat Lambert ten Broke een jaarlijkse opbrengst uit zijn goed te Kadoelen bij Vollenhove aan het klooster te Dikninge heeft overgedragen.

1385 04-05-1385 Ymeko, pastoor te Ranum, verklaart een juk land te hebben verkocht aan Hayo Aldyrdisma.

1385 04-07-1385 De rechters van Fivelgo-Westerambt, de zijlrechters van de Acht Zijlvesten en van de Drie Delfzijlen verklaren met elkander een verdrag te hebben gesloten tot het keren van het geweld en het onrecht door die van Drenthe en Go gepleegd.

1385 08-06-1385 De proosten van Hummerke en Kusemer en een aantal pastoors in Langewold en Vredewold maken een overeenkomst over de waterlossing der vijf kerspelen van Langewold tussen Langewold en Vredewold.

1386 10-10-1386 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Ghelmer Storm heeft verkocht en overgedragen aan Johan Klinghe enig land bij Hoylinghehuis.

1386 11-11-1386 Belye van Buren verklaart door Herman Staels te zijn voldaan wegens de breuk door hem belopen.

1386 11-11-1386 Herman van Selwerd wordt in het gerecht aangesproken.

1386 14-02-1386 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Henric Alinghe voor hen verklaarde een stenen huis met erf te hebben verkocht aan Arend den Balen en het overdroeg.

1386 16-10-1386 Alardus de Berghe, deken van het kapitlel van de kerk te Steenwijk, verklaart, dat indertijd twee schenkingen aan het altaar der heilige maagd Maria in de kerk aldaar zijn geschied.

1386 19-08-1386 Berent Tulmetoes, rechter te Coevorden, oorkondt, dat Engelbert van Zalne met vrouw en kinderen onroerend goed bij Coevorden in eigendom overdroeg aan Ghosen van den Bugenberghe en vrouw.

1386 21-03-1386 Reynold van Coevorden, zelf tegenwoordig, wordt in het gerecht aangesproken.

1386 22-02-1386 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat de gemeene buren van de Ooster- en Westerhamriken enige bepalingen hebben gemaakt omtrent hun buurrecht.

1386 24-08-1386 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Wybbe Coperslaghers enige beschikkingen omtrent haar goederen heeft gemaakt.

1386 26-09-1386 De gemeene rechters van Stellingwerf, Schoterwerf en Bornevrede sluiten een overeenkomst met de stad Groningen en de Ommelanden van de beteugeling van de partijtwisten in Hunsingo en Fivelgo.

1386 29-09-1386 Egbert, pastoor te Westerhesselen, maakt beschikkingen na doode over zijn erf 'de Hoenover', gelegen te Avereest.

1386 06-01-1386 Evert van Hekeren, heer van Almeloo, verklaart een zoen te hebben gesloten met de stad Groningen.

1386 06-04-1386 Geryt en Ludolf Clencke treden op in het gerecht.

1386 06-08-1386 Reynolt van Coevorden verklaart de overeenkomsten, gesloten tussen zijn voorvaderen en Drenthe met Groningen, te zullen nakomen.

1386 08-09-1386 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Henric Grove aan Aweke Stevens een deel van een stenen huis en erf heeft verkocht en overgedragen.

1386 09-09-1386 Beno Herathama en Bernerus Solleder verklaren in pacht te hebben ontvangen van de abdis van het klooster Ueberwasser of St. Maria te Münster tienden in de Ommelanden tegen een vaste jaarlijkse som.

1387 01-02-1387 Hayo Biwama van Oldorp verklaart te hebben verkocht aan Ayliwardus Onnama, hoofdeling te Zandeweer, een aantal landen gelegen in Uithuizerhamrik.

1387 14-02-1387 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Gheri Paeschedach twee erven in de Gelkingestraat heeft verkocht en overgedragen aan Jarich Coppiinszoon.

1387 15-04-1387 Florens van Wevelinchoven, bisschop te Utrecht, beleent, in tegenwoordigheid van Reinolt heer van Coevorden, Ludolf van Gravestorp met de goederen, die zijn vader in leen had.

1387 02-11-1387 Heydenricus, bisschop van Münster, verklaart de kerken van Visvliet en Augustinusga en haar bezittingen met elkaar te hebben verenigd.

1387 22-09-1387 Het klooster van Aduard en burgemeesters en raad van Groningen sluiten een voorlopige vrede tot het beslechten van hun geschillen en nemen daarin ook op de 'Hillinge partye' in het Westerkwartier.

1387 25-07-1387 Ludelef ter Hoerne stelt zich borg, dat Bocke, dienstman van Reyner Eysinghe, en de broeders van Bocke de met Groningen gesloten vrede zullen houden.

1387 27-02-1387 Reynolt van Coevorden en anderen leggen een verklaring af omtrent een onschuldseed, door Johan van Coevorden en Berndt Harlinck gezworen.

1387 27-11-1387 Florens van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, verklaart in tegenwoordigheid van Reinolt van Coevorden te Deventer in 1385 een brief over de scheiding van de marken van Ane en Anewede in het kerspel Hardenberg tc hebben afgegeven.

1387 05-02-1387 Ayliwardus Onnama, hoofdeling te Zandeweer, verklaart te hebben verkocht aan Tadeko Hiddama te Uithuizen enige landen gelegen in Uithuizerhamrik.

1387 06-12-1387 Aernt en Johan van Steenwijk verklaren verkocht en bij stoklegging overgedragen te hebben aan Ludekin Meninghe een jaarlijkse opbrengst uit Benninghegoed te Holte.

1387. De nieuwe keuren van Vredewold.

1388 10-02-1388 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Beyne de vleeshouwer en zijn vrouw aan de bagijn Hebele Rutinghes een jaarlijkse rente hebben verkocht uit een huis in de Brugstraat.

1388 10-05-1388 De abt van Klaarkamp en enige anderen doen als scheidslieden uitspraak in een geschil tussen het klooster van Aduard en de stad Groningen.

1388 12-03-1388 Burgemeesters en raad van Groningen geven een ordonnantie omtrent het burgerschap van vrouwen en kinderen van gehuwde burgers.

1388 12-10-1388 Tadeko Hiddama van Uithuizen sluit met Mennardus, zoon van Ulsedis Tyadekama, een overeenkomst over de nalatenschap van wijlen zijn vader Ultardus.

1388 14-02-1388 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Ecbert Tackenzone Hallema verklaarde, dat een jaarlijkse rente uit een huis in de Boteringestraat zal worden uitgekeerd aan de voogden van de Martinikerk.

1388 19-09-1388 De jonkvrouw van Coevorden wordt vrijgesproken van een tegen haar gerichten eis.

1388 20-07-1388 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johannes Syverdeszoon van Bolsward een erf in de Pelsterstraat heeft gepacht van Wygbold Marissinge.

1388 22-05-1388 Johan, kerkheer van Werl in Westphalen, Herman Abinghe en de gemeene rechters van Hummesingeland verklaren, dat de gebroeders Willeken Zwaghelinc en Berent van Lynderen als erfgenamen van Herman Schrant over diens dood een zoen hebben getroffen met de stad Groningen.

1388 24-06-1388 Henric die Sure, schulte te Vollenhove, verklaart, dat Johan die Vroude en zijn vrouw aan het klooster te Dikninge een stuk land in hel kerspel Wanneperveen hebben verkocht en overgedragen.

1388 26-06-1388 Roelf Polmans en Aernd van Steenwijk verklaren aan Johan van Echten een zekere som schuldig te zijn.

1388. Heynric van Echten verklaart aan Vrederic Lebbelinghe onroerend goed te hebben verkocht en overgedragen.

1389 21-02-1389 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Weringher Folkerdinc aan Johan Bose heeft verkocht en overgedragen de helft van een stenen huis in de Oosterstraat met daarbij behorend erf en gemenen weg.

1389 21-03-1389 Het klooster van Aduard en burgemeeslers en raad van Groningen verklaren met elkander een verbond te hebben gesloten omtrent de rechtspleging bij invordering van schuld.

1389 21-12-1389 Jutte van Echten wordt in het gerecht aangesproken.

1389 25-01-1389 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Cop Buninghe met zijn zuster en zwager een vierdedeel en Gherd Blankerdinc een half vierdedeel van een huis hebben verkocht en overgedragen aan Aweke Stevens.

1389 25-05-1389 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schulte de voogden der Akerk hebben ingewezen in een rente uit een erf.

1389 26-06-1389 Rolof van Echten wordt in het gerecht aangesproken.

1389 27-09-1389 Beerte, weduwe van Roelf van Echten, kiest een vertegenwoordiger om voor haar in het gerecht op te treden.

1389 29-09-1389 Beerte, weduwe van Roelf van Echten, procedeert tegen de vrouw van Roelf Guesing.

1389 06-07-1389 Mabilia, vrouw van Coevorden, en haar zoon Reynold worden in het gerecht aangesproken.

1389 07-05-1389 Henric van Zelewert is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop van Utrecht.

1389 09-02-1389 Reynerus van Coevorden procedeert tegen Reynoldus, heer van Coevorden.

1390 01-05-1390 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat de kloosterlingen van het Vrouw Sywen convent erkenden de verplichting tot betaling van een jaarlijkse rente aan het Heilige Geestgasthuis be Groningen.

1390 11-11-1390 Ghiseberd van Bronkhorst, heer van Borculo, verklaart Johan van Echten met enige tienden te belenen.

1390 13-03-1390 Reynolt van Coevorden verklaart het hem verpande huis en ambt van Lage ten behoeve van Floris, bisschop van Utrecht, in bezit te hebben.

1390 13-05-1390 Herman Stael met vrouw en kind, Hubert van den Lare en zijn vrouw verklaren met de gebroeders van Nule een ruil te hebben aangegaan betrekkelijk enige jaarlijkse opbrengsten uit hun vaste goederen onder Beilen en Westerbork gelegen.

1390 14-01-1390 Albert van Vijlster en zijn vrouw verklaren hun recht op de Werkhorst bij Coevorden te hebben afgestaan aan Egbert van Gramsbergen.

1390 15-04-1390 Floris, bisschop van Utrecht, bevestigt de stadbrief van Goor van 1263 en het marktrecht van 1283.

1390 15-06-1390 Auka Elzama te Oldenzijl verklaart te hebben verkocht aan Ewo Ewysma van Middelstum een stuk land onder Eppenhuizen.

1390 23-11-1390 Reynolt van Coevorden treedt op in het gerecht van de Bisschop.

1390 24-11-1390 Reynolt van Coevorden verbindt zich tot schadelooshouding van Henric de Zure.

1390 25-07-1390 Reynold van Coevorden wordt in het gerecht aangesproken.

1390 05-06-1390 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Ghelmer Stedinghe op de Roderwolder made. aan Rodetyde heeft verkocht en overgedragen vijf grazen land bij de Woltgrave.

1390 Lijst van de inkomsten van het klooster Ueberwasser te Münster.

1391 11-04-1391 De officiaal van Münsters Friesland belooft de hoofdlingen, rechters en gemeente in de Marne niet lastig te zullen vallen wegens gepleegd onrecht maar hun oude rechten te zullen eerbiedigen.

1391 12-03-1391 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schulte Radingh Hornekinghe hebben ingewezen in een rente uit het erf Stickelswoerd.

1391 16-08-1391 De officiaal van Münsters Friesland draagt de proost van Humsterland op om de oorkonde van 08-04-1381 (zie ogd0690) te handhaven.

1391 16-12-1391 Hinricus, proost van Humsterland, verklaart na afloop van de gestelde termijn de bekrachtiging van de brief van Peya Aylirdisma door de officiaal wettelijk onaantastbaar.

1391 29-04-1391 Frederik, heer van Bronkhorst en Borculo, beleent Johan van Echten met enige tienden.

1391 30-05-1391 Floris van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, bevestigt de stichting van een altaar voor de heilige maagd Maria in de kerk te Steenwijk en tevens de daaraan gedane schenkingen.

1391 30-11-1391 Henric Polleman, zijn zoons en enige anderen verklaren een aantal pachten te Kropswolde te hebben verkocht en overgedragen.

1391 31-01-1391 Schepenen en raad van de stad Deventer verklaren, dat vrouw Sweder van Ruinen voor hen verscheen wegens de schenking na overlijden van een huis ten behoeve van de stichting van Geert Groote te Deventer.

1391 04-06-1391 De ingezetenen van Westerwolde sluiten een overeenkomst met de kinderen van Egge Addinghe en andere hoofdelingen.

1391 05-12-1391 Hinricus, proost van Humsterland, draagt aan de pastoors van Uithuizermeeden en Oldenzijl op om namens de officiaal de bekrachtiging van de brief van Peya Aylirdisma betrekkelijk de Walecamagoederen af te kondigen.

1391. De notaris Bartoldus Baerlingius geeft acte van een overeenkomst van enige Reiderlander en Oldambster hoofdelingen nopens de grensscheiding, wateren, zijlen en dijken van deze beide landschappen.

1392 01-04-1392 Namens Branda de Castelliono, pauselijk auditor, geeft Johannes de Nana als pauselijk notarius kennis, dat hij in het geschil van Henricus, zoon van Herman van Selwerd, en Yde, diens weduwe, met het kapittel van de Dom te Utrecht aan ieder van de partijen verbiedt iets ten nadele van de andere te doen.

1392 01-12-1392 Goessen, vrouw van Roelf Dusewolt, kiest haar man als vertegenwoordiger in het gerecht.

1392 12-02-1392 Een aantal geestelijken en leken uit de verschillende Friese landen sluiten een verbond om hun rechten te verdedigen tegen de Franciscaan Wigboldus van Groningen, die voorgeeft gemachtigde van de pauselijke legaat te zijn.

1392 12-03-1392 Hendrik, bisschop van Münster, verklaart, dat Wyard Memminge, diens zoon en Tjabeke Jelderkes hun recht op Wedde en Westerwolde hebben verkocht en overgedragen aan Haye en Bole, zonen van Egge Addinge.

1392 13-11-1392 De officiaal van Münster bevestigit de rechtspraak van de proosten van Humsterland.

1392 14-01-1392 Menne Benynghe te Faan verklaart een overeenkomst te hebben gesloten met burgemeesters en raad van Groningen.

1392 15-12-1392 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht verpachten hun rechten en goederen binnen en buiten Groningen alsmede in Wold en Gho aan burgemeesters raad en gemeente van Groningen.

1392 18-08-1392 Reynolt van Coevorden is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.

1392 19-12-1392 Burgemeesters, raad en gemeente van Groningen erkennen te hebben gepacht van de deken en het domkapittel te Utrecht de rechten en goederen van dat kapittel te Groningen, in Wolde en Gho op de voorwaarden, vervat in de oorkonde van 15 December 1392, ogd0846.

1392 20-09-1392 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht verklaren aan Swanelt van den Hove en haar zonen in pacht te hebben gegeven een derdedeel van het gerecht en de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Wold en Gho.

1392 02-10-1392 Otto, bisschop van Münster, bericht aan enige geestelijken, dat hij het vonnis van zijn officiaal heeft bekrachtigd en daarmede Peya Aylirdisma in het bezit van Walkamahuis met toebehoren bevestigd.

1392 21-10-1392 Henric van Selwerd verschijnt tegen Herman Reyger in het gerecht.

1392 21-10-1392 Wyteke Sappama te Horm, verklaart aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen te hebben verkocht en overgedragen onroerend goed, gelegen 'in den Zwaghe bij Altekamaheem.'.

1392 02-12-1392 Herman Reyger verschijnt in zijn geschil met Henric van Selwerd voor het gerecht.

1392 24-01-1392 Egbert van Echten procedeert tegen Jutte van Echten.

1392 24-08-1392 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schout Heyne van der Brugghen Tideman Wemelens hebben ingewezen in onroere.nd goed gelegen in Lieuwerderwolde.

1392 25-05-1392 De officiaal van Utrecht verklaart, dat Ghiselbertus Somkart, syndicus en procurator van het kapittel van de Dom aldaar, door de notarius Paulus Wilhelmi een transsumpt heeft doen vervaardigen van een schrijven van Brandt de Castelliono (ogd0830).

1392 27-04-1392 Alard, cureet te Niekerk, verklaart, dat de stad Groningen de schade, die hij door haar toedoen had geleden, geheel heeft vergoed.

1392 27-10-1392 Arnold Huys, heer van Ruinen, wordt in het gerecht aangesproken.

1392 27-10-1392 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Swanelt van den Hove mede voor haar onmondige zonen een derdedeel van het gerecht en de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Gho en Wolt heeft gepacht op de voorwaarden vervat in ogd0837.

1392 07-01-1392 Florens, bisschop van Utrecht, doet uitspraak tussen Hendrik van der Eze en Herman van Kuinre over tiendrecht te Havelte.

1392 08-06-1392 Bernardus, graaf van Bentheim, beleent Nicolaus Schulten en diens erfgenamen met het gerecht over Scharmer, Slochteren, Kolham, Woltersum en Wittewierum.

1392 08-09-1392 Burgemeesters en raad van Groningen en de rechters van Hunsingo en Fivelgo geven een voorlopige beschikking over het geschil tussen Peye Bernama en de erfgenamen van Zibrana Walekama.

1393 01-10-1393 Johan Westorp verklaart zijn recht op Mantinghegoed te Odoorn, hetwelk behoort aan het klooster te Essen, kwijt te schelden.

1393 11-04-1393 Ludelef Lanchenne en Otto Folkerdinc, pastoors van de Martinikerk en van de Akerk te Groningen, geven vidimus van de oorkonden, nos. 677 en 737.

1393 14-01-1393 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan de Vischer een hofstede in erfpacht heeft ontvangen van het Vrouw Sijwenconvent.

1393 16-10-1393 Frederik, bisschop van Utrecht, belooft aan het domkapittel te Utrecht niemand met het gericht en de goederen van Groningen te zullen belenen, noch hen of de stad Groningen, die ze in pacht heeft, daarover lastig te vallen.

1393 18-10-1393 Wilhelmus, abt van het klooster Marienweerde, en Johan Klunsevoet, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, geven een vidimus van de oorkonde van 05-06-1339, ogd0357.

1393 18-10-1393 Wilhelmus, abt van het klooster Marienweerde, en Johannes Klunsevoet, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, geven een vidimus van de oorkonde van 29-03-1380, ogd0677.

1393 23-04-1393 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Otto Pollemans en zijn broeder Hendrik aan Jarich Coppiinsz. twee hofsteden hebben verkocht en overgedragen.

1393 24-08-1393 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren met de schulte Barwolt Calmers Herman Velthoen te hebben ingewezen in zes grazen land onder Dorkwerd.

1393 25-01-1393 Deken en domkapittel te Utrecht verklaren, dat zij hun goederen en rechten te Groningen en in Gho en Wold wegens door de heren van Coevorden verzuimde betaling verpachten aan de stad Groningen behalve het derdedeel, aan Godevaert en Jan van den Oldenhove en hun moeder toekomende.

1393 25-04-1393 Wiliam, abt van het klooster Marienweerd, en Johan Klunsevoet, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, geven vidimus van de oorkonden nos. 415, 419 en 757.

1393 29-10-1393 De rechters van het Oosterambt van Hunsingo verklaren, dat een kloosterling uit de abdij te Rottum voor hen heeft getuigd, dat hij geheel vrij heeft verkregen het onroerendgoed hem door Tadeko Hyddema verkocht.

1393 05-12-1393 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Ghelmer Storm aan Rodetyde land in Lieuwerderwolde heeft verkocht en overgedragen.

1393 08-09-1393 Abt en convent Gerkesklooster verklaren een verdrag te hebben aangegaan met de stad Groningen.

1393 08-09-1393 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren een verdrag te hebben aangegaan met het convent te Gerkesklooster.

1393. De overheden en ingezetenen van Oosterambt stellen in overleg met Elto en Menolt Bywinge, priesters van de proosdij te Usquert, en anderen een zeendbrief vast.

1394 10-02-1394 Burgemeesters en raad van Groningen geven een vidimus van de oorkonde van 13 december 1329, ogd0321.

1394 13-07-1394 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hebele Morynges en haar zoons Johan en Bruen een erfrente hebben verkocht en overgedragen ten behoeve van een priester in de Akerk.

1394 13-09-1394 Etta Alama in Eppenhuizen stelt Asego Walekama hoofdling in Garsthuizen tot erfgenaam in.

1394 14-02-1394 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Alverd Hedinghe een hofstede heeft verkocht en overgedragen aan het Vrouw Sywen convent.

1394 02-10-1394 Frederik, heer van Bronkhorst en Borculo, beleent Johan Poelmans als voogd van Rolof van Echten met enige tienden te Zuidwolde en Ruinen.

1394 24-08-1394 Enige geestelijken te Groningen verklaren, dat heer Otto Folkerdinc voor hen een getuigenis heeft afgelegd over het gevangennemen van Folne en Harke Lippema.

1394 04-04-1394 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Herman Velthoen land aan het Heilige-Geestgasthuis heeft verkocht en overdragen.

1394 09-01-1394 Fredericus, bisschop van Utrecht, geeft een verklaring af, dat zekere tienden te Westerbork niet tot zijn tafelgoederen behoren.

1394 voor 25-12-1394 Burgemeesters en raad van Groningen geven een verordening omtrent de munt.

1395 1 nov.1395 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Ghelmer Storm enig land in Lieuwerderwold heeft verkocht en over gedragen aan Bertold Meyneken.

1395 10-07-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, erkent, dat de stad Utrecht tot de hulp hem tegen Reinold van Coevorden verleend, onverplicht was.

1395 10-08-1395 Overheden en ingezetenen van Vredewold sluiten een verdrag met de stad Groningen.

1395 11-03-1395 Johan Vos van Steenwijk verklaart in eeuwige huur te hebben afgestaan een hofstede te Steenwijk ten behoeve van een altaar in de kerk aldaar.

1395 12-05-1395 Herman Stael van Coevorden wordt in het gerecht aangesproken.

1395 14-03-1395 Rulof van Peize verschijnt in het gerecht van de Bisschop.

1395 14-05-1395 Hake van den Rutenberghe verbindt zich tegenover Deventer, Kampen en Zwolle, zijn schoutambt Vollenhove niet over te geven, voordat de door deze steden gewaarborgde schuld van de Bisschop aan Gerit Comhaer is afgedaan.

1395 14-06-1395 Reinold van Coevorden wordt in het gerecht aangesproken.

1395 14-08-1395 De bestuurders van Drente huldigen Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, als heer.

1395 14-08-1395 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, bevestigt de door zijn voorgangers aan de ingezetenen van Drente verleende voorrechten.

1395 14-11-1395 Aan Evert van der Eze wordt het bewijs opgelegd, dat de dagvaarding van Reinold van Coevorden naar eis van recht is geschied.

1395 15-03-1395 Wigbolt van Wermel blijft afwezig in het gerecht van de Bisschop voor Coevorden.

1395 15-06-1395 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Tette, dochter van Julle Hillema, heeft verkocht en overgedragen aan Johan Boeze een stuk land in Selwerder hamrik.

1395 15-11-1395 Rulof van Peize ziet zijn eis tegen Deric van Heiden toegewezen.

1395 17-07-1395 Hendrik van Selwerd wordt in het gerecht van de Bisschop aangesproken.

1395 18-04-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, sluit een verbond met verschillende Friese landschappen.

1395 18-07-1395 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, en de overheden van Drente sluiten een overeenkomst met Tyable Yeldrix als bestuurder van Westerwolde.

1395 19-08-1395 Voorwaarden van het verdrag betrekkelijk de overgave van Coevorden.

1395 02-05-1395 Rulof van Peize verschijnt in het gerecht van de Bisschop.

1395 02-07-1395 Jyde van Selwert sluit een overeenkomst met haar schulte Heyne van der Brugen.

1395 21-05-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart met de steden Deventer, Kampen en Zwolle een overeenkomst te hebben gesloten omtrent het gebruik van de toren Arkelstein in de oorlog tegen Reynold van Coevorden.

1395 21-10-1395 Berneer van Ellerslo te Zuidlaren verklaart aan de voogden van de Akerk te Groningen enig hout te hebben verkocht en belooft de levering onder beding van leisting.

1395 21-11-1395 Reynold van Coevorden wordt in het gerecht aangesproken.

1395 23-06-1395 Herman Stael van Coevorden ziet zijn zaak tegen Hugo van den Laer uitgesteld.

1395 23-11-1395 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Stamels van Jarich Coppiinszoon een huis en erf in altijddurende pacht heeft gekregen.

1395 25-04-1395 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Heyme Wenkes en vrouw aan Nyze den Vos en vrouw een huis met erf hebben verkocht en overgedragen.

1395 25-04-1395 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, verklaart van de stad Kampen een zekere som te hebben geleend, waarvoor hij de tol en de gruit aldaar te pand heeft.

1395 25-09-1395 Ida van Selwerd kiest Herman Clincke om haar in het gerecht te vertegenwoordigen.

1395 26-01-1395 Reynolt van Coevorden is aanwezig in het gerecht van de Bisschop te Hardenberg.

1395 26-04-1395 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Puterselie aan Jarich Coppiinszoon enige landerijen heeft verkocht en overgedragen.

1395 26-05-1395 De overheden van de stad Utrecht verlenen aan bisschop Frederik van Blankenheim toestemming tot het verpanden van zijn tafelgoederen tot een bedrag van zesduizend oude schilden.

1395 26-05-1395 De vijf kapittels van de kerken te Utrecht verlenen aan bisschop Frederik van Blankenheim hun toestemming tot het verpanden van zijn tafelgoederen tot een bedrag van zesduizend oude schilden.

1395 26-05-1395 De vijf kapittels van de kerken te Utrecht verlenen aan bisschop Frederik van Blankenheim hun toestemming tot het verpanden van zijn tafelgoederen tot een bedrag van twaalfduizend oude schilden.

1395 26-07-1395 Reynold van Coevorden wordt in het gerecht van den Bisschop aangesproken.

1395 27-05-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben ontvangen van de vijf kapittelen van de kerken aldaar de oorkonde, medegedeeld onder 887, en belooft die na zes jaar weer te zullen overgeven.

1395 27-05-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben ontvangen van de overheden van de stad Utrecht de oorkonde medegedeeld onder ogd0886 en belooft die na zes jaar weer te zullen overgeven.

1395 28-08-1395 Ida van Selwerd en haar zoon Hendrik voeren een proces tegen Evert van Langen.

1395 28-08-1395 Johan Meyenberch verklaart, dat Evert van Hekeren, heer van Almelo, hem voor alle hem toegebrachte leed en schade heeft voldaan.

1395 28-11-1395 Johan van Coevorden wordt in het gerecht aangesproken.

1395 31-10-1395 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, verklaart aan de stad Groningen vrijdom van tol te hebben verleend en haar rechten te zullen eerbiedigen, mits, zij tegenover hem en het Sticht hetzelfde doet.

1395 31-12-1395 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, stelt Zweder van Rechteren aan tot ambtman van Coevorden en Drente en geeft omtrent dat ambt enige voorschriften.

1395 31-12-1395 Zweder van Rechteren verklaart als ambtman van Coevorden en Drente de voorschriften, vervat in zijn hier ingelaste aanstellingsbrief, te zullen nakomen.

1395 04-10-1395 Henricus, proost van Humsterland, geeft een verklaring af omtrent het zeendrecht in Achtkarspelen.

1395 09-05-1395 Frederik, bisschop van Utrecht, sluit onder goedkeuring der steden Deventer, Kampen en Zwolle een geldlening met Geryt Comhaer, rentmeester van Salland, aflosbaar in drie jaarlijkse termijnen uit de bisschops renten in Salland.

1395 einde-04-1395 De stad Kampen schrijft aan Reynold van Coevorden, dat zij tegen hem de zijde van de Bisschop van Utrecht kiest.

1395. Li jst van Drenten, die de Bisschop van Utrecht als heer hebben gehuldigd, en van degenen, die dit hebben geweigerd.

1396 01-06-1396 De Hertog van Gelre schrijft wederom aan de Bisschop van Utrecht over dezelfde zaak als in ogd0926 van 25-04-1396.

1396 01-09-1396 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht geven onder zekere voorwaarden de helft van de Postinghetienden bij Helpman in erfpacht aan Wychmodis Robbijns.

1396 17-11-1396 Gerardus Sconover, notaris, oorkondt, dat vrouw Swedera van Ruinen met anderen een nadere verklaring geeft omtrent de schenking, vervat in de oorkonde van 31 ja.nuari 1381, ogd0815.

1396 02-02-1396 De overheden van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle keuren goed, dat Zweder van Rechteren een zekere som besteedt tot versterking van het kasteel te Coevorden en tot zekerheid daarvoor bedoeld kasteel in pand krijgt.

1396 02-02-1396 Zweder van Rechteren is tegenwoordig in het gerecht.

1396 02-02-1396 Zweder van Rechteren sluit met de drie steden Deventer, Kamen en Zwolle een overeenkomst betrekkelijk zijn ambt van kastelein te Coevorden.

1396 02-05-1396 Reynerus Eysinggha te Zandeweer, redger te Uithuizen, wijst de goederen van Rembeko Popekama wegens het niet voldoen van een geldboete toe aan Hoyko, zoon van Edzo.

1396 02-09-1396 De officiaal van Utrecht verklaart, dat Wijchmodis Robbijns op zich heeft genomen te voldoen aan de voorwaarden vervat in de oorkonde van 1 september 1396, ogd0934.

1396 02-10-1396 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Dyrc van Oerschoten aan de broederschap van de Kalenden te Groningen een jaarlijkse rente uit een huis in de Heerestraat heeft verkocht en overgedragen.

1396 22-11-1396 Zweder van Rechteren is aanwezig in het gerecht van de Bisschop.

1396 24-03-1396 Frederik, bisschop van Utrecht, belooft Sweder van Hekeren, geheten van Rechteren, schadeloos te houden ter zake van een borgstelling voor de stad Zwolle in de oorlog over Coevorden.

1396 25-04-1396 De Hertog van Gelre schrijft aan Frederik, bisschop van Utrecht, dat hij in diens twist met Reinold van Coevorden neutraal wil blijven.

1396 26-04-1396 De Hertog van Gelre schrijft aan den Bisschop van Utrecht over dezelfde zaak als in ogd0926 van 25-04-1396.

1396 26-12-1396 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, verleent aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle enige voorrechten met betrekking tot Coevorden en Drente.

1396 27-03-1396 Alardus de Molentino, proost van St. Marie te Utrecht, draagt aan Bertoldus Buninc, pastoor van de Martinikerk, en Johannes Naminc, provisor van het Heilige Geestgasthuis te Groningen op enige broeders en zusters van dat gasthuis na boete van de ban te ontheffen.

1396 27-05-1396 Ghese jonge Tesens van Eelde en haar beide zonen verklaren, dat zij aan het klooster Essen enige tienden te Dilgt hebben verkocht en overgedragen.

1396 28-05-1396 De keuren van Vredewold betreffende het erfrecht.

1396 03-06-1396 Adolf, graaf van Kleef, schrijft aan de Bisschop van Utrecht over zijn houding in diens twist met Reinold van Coevorden en zijn aanhangers.

1396 31-03-1396 Bertoldus Buning, pastoor van de Martinikerk, en Johannes Naming, provisor van het Heilige Geestgasthuis te Groningen, verklaren aan de opdracht, vervat in de oorkonde van 27-03-1396, ogd0924, te hebben voldaan.

1396 04-11-1396 Hertog Albrecht van Beijeren schenkt aan Pieter Reynerszoon enig land aan het Groninger Diep tot een altijddurend erfleen en geeft hem het schoutambt van Groningen voor zijn leven.

1396 05-02-1396 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat heer Herman 'van den Hilghen Geeste' een huis en erf in altijd durende pacht heeft genomen van Reyner de molenaar.

1396 08-06-1396 Aan Tadeko Hyddema wordt een verklaring gegeven, dat hij Frederik Emama heeft voldaan wegens de Hyddamagoederen.

1396 09-10-1396 Rolof Willemszoon, schulte te Yhorst, verklaart, dat Johan van Echten en anderen aan het klooster van Dikninge hebben verkocht en overgedragen een jaarlijkse opbrengst uit goed gelegen in het kerspel Yhorst.

1396. De abten van Wittewierum en Feldwerd en de overheden van Fivelgo kiezen zes dijkrechters en stellen bepalingen vast tot bewaring van orde en vrede.

1397 (?)-04-1397 Ellardus, proost te Usquert, verklaart, dat hem door Peya Alardisma opgave betreffende haar roerende goederen is gedaan.

1397 10-02-1397 Fredericus, bisschop van Utrecht, gelast de abt van Dikninge het misbruik weg te nemen, dat zijn kloosterlingen een deel van het brood en de boter hun prebenden te gelde maken.

1397 10-02-1397 Johan van den Cloester stelt een gerechtelijke eis in tegen enige personen.

1397 10-08-1397 Burgemeester en raad van Groningen schrijven aan Edo Wymekens, hoofdeling in Rustringen, over de klacht van de stad Bremen betreffende Groninger kapers.

1397 11-05-1397 De Hertog van Gelre doet uitspraak in de geschillen tussen de Bisschop van Utrecht en Reynold van Coevorden met zijn aanhangers.

1397 13-04-1397 Eyzo en Jezele Lyuthingama verklaren, dat Peya Aylirdisma in het rustig bezit is geweest van Eelkamaheerd.

1397 14-04-1397 Ellardus, proost in Usquert, en Lyutho Meniata, hoofdling in Middelstum, oorkonden, dat Dotha, de weduwe van Focco, heeft verklaard van Peye Aylirdisma Eelkamaheerd in huur te hebben gehad.

1397 14-04-1397 Ellardus, proost te Usquert, oorkondt, dat Nycolphus heeft verklaard Eelkamaheerd van Peya Aylirdisma in huur te hebben gehad.

1397 14-08-1397 Laurens Joncher, pastoor te Beilen, verklaart dat Ludeken Meninge ten voordele van de proosdij van St. Pieter te Utrecht afstand heeft gedaan van een jaarlijkse opbrengst, hem toekomende uit Benningegoed te Holten.

1397 14-08-1397 Laurens Joncher, pastoor te Beilen, verklaart, dat Ludeken Meninge het Benningegoed op enige nader omschreven voorwaarden in erfpacht heeft ontvangen van het kapittel van St. Pieter te Utrecht.

1397 15-05-1397 Johannes, abt van Selwerd en Ellardus, proost van Usquert, verklaren, dat Lyubbo van Kleiwerd getuigenis heeft afgelegd omtrent de betaling van huur aan Peya Aylirdisna wegens Eelkamaheerd te Zandeweer.

1397 16-11-1397 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart dat Gerit Comhaer, rentmeester van Salland, rekening heeft gedaan van uitgegeven en ontvangen gelden ter zake van de oorlog tegen Coevorden.

1397 17-06-1397 Arnd van Guterwije, ambtman van Twente, belooft de bede en schatting slechts ten behoeve van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle te zullen heffen.

1397 17-06-1397 Egbert Hake van den Rutenberge, schulte en kastelein te Vollenhove, verklaart het aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle verpande slot Vollenhove te haren behoeve te zullen bewaren.

1397 17-06-1397 Herman van Randenrade, ambtman van Salland, verklaart het aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle verpande slot Arkestein te haren behoeve te zullen bewaren.

1397 02-12-1397 Arnoldus, abt te Dikninge, geeft advies over zes punten betreffende het samenwonen van klerken als broederschap zonder kloostergelofte, het lezen van geestelijke geschriften in de volkstaal enz.

1397 24-02-1397 Tytardus Hunkama in Zandeweer verklaart bij zijn huwelijk met Thiadeka Wyardesma een zekere geldsom als bruidschat te hebben ontvangen.

1397 24-03-1397 De rechtzaken van Johan van den Cloester worden uitgesteld.

1397 24-05-1397 Thammo en Tetta, echtelieden te Spijk, verklaren aan Abelo Skeltkema te Zandeweer het redgerrecht van Aylbadismakeerd te Oldenzijl te schenken.

1397 24-06-1397 Reweke te Kantens verklaart aan Aweke Ewesma te Middelstum een jaarlijkse rente uit haar huis te hebben verkocht.

1397 24-10-1397 Egbert van Echten verschijnt in het gerecht.

1397 24-12-1397 Arnoldus, abt te Dikninge, geeft een dergelijk advies over zeven aangegeven vraagpunten van dezelfde aard als in ogd0977.

1397 25-05-1397 Willem, hertog van Gelre en Zutphen, geeft vrijgeleide aan allen, die het voor Reynold van Coevorden bestemde geld te Zutphen zullen brengen.

1397 29-04-1397 Unika Ripperda van Farmsum verklaart, dat Eelkamaheerd te Zandeweer behoorde aan Peya Eylardisna gedurende haar leven.

1397 29-06-1397 De besturen van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle sluiten onderling een overeenkomst met het oog op het optreden van een nieuwe bisschop te Utrecht, naar aanleiding van de door haar ten behoeve van Frederik van Blankenheim bisschop aldaar aangegane verbintenis om aan Reynold van Coevorden de hem beloofde som te voldoen.

1397 03-02-1397 Zweder van Rechteren is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.

1397 31-05-1397 De bestuurders van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle verzoeken burgemeesters schepenen en raad van Zutphen de brief over het aan Reynold van Coevorden te betalen geld te willen bewaren.

1397 31-05-1397 De bestuurders van de stad Zutphen verlenen vrijgeleide aan allen, die het aan Reynold van Coevorden beloofde geld in hun stad zullen komen betalen, en verklaart tevens de desbetreffende brief van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle in bewaring te hebben genomen en die na de betaling te zullen teruggeven.

1397 31-05-1397 De drie steden Deventer, Kampen en Zwolle verbinden zich om aan Reynold van Coevorden, ingeval hij afstand doet van zijn rechten op Drente en Coevorden, de hem van wege de Bisschop van Utrecht toegezegde som te zullen betalen.

1397 31-05-1397 Frederik, bisschop van Utrecht, belooft aan Reynalt van Coevorden vrijgeleide voor honderd mannen en paarden, wanneer hij besluit om afstand doen van zijn rechten op Coevorden en Drente.

1397 31-05-1397 Reynolt van Coevorden verklaart, zo hij tot afstand van zijn rechten op Coevorden en Drente besluit, overdracht daarvan te zullen doen te Coevorden en te Hulsvoorde.

1397 31-07-1397 Frederik, bisschop van Utrecht, maakt aan Zweder van Hekeren, ambtman te Coevorden en van Drente, en Johan Haghen bekend, dat hij het klooster Dikninge heeft vrijgesteld van alle aan de landsheer verschuldigde schatting.

1397 31-10-1397 De rechtzaak van Johan van den Cloester wordt uitgesteld.

1397 31-10-1397 Egbert van Echten verschijnt niet in het gerecht.

1397 31-10-1397 Hendrik van Selwerd is aanwezig in het gerecht van de Bisschop te Deventer.

1397 05-04-1397 Rolof van Ansen spreekt Hendrik Polman gerechtelijk aan.

1397 05-06-1397 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hebele Dagghens aan haar biechtvader een jaarlijkse rente heeft geschonken uit haar huis met beschikking en dienaangaande na haar dood.

1398 10-04-1398 Zweder van Rechteren wordt in het gerecht van de Bisschop aangesproken.

1398 11-09-1398 Ayleko Ferhildema en Reyner Eysinga dragen aan hertog Albrecht van Beieren het landschap Hunsingo op met alles, wat zij verder tussen Lauwers en Eems bezitten.

1398 11-09-1398 Enige Oostfriese en Ommelander hoofdlingen beloven vrijheid van tol in hun gebied aan hertog Albrecht van Beieren en zijn onderdanen.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren belooft Ockenzoon en Volmaer Allenzoon bij verovering van Groningen aandeel in het zeilen van de regering.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren machtigt zijn leenman Widzel Ockenzoon de bezittingen van Omeko Snelgerzoon, Haye Wibben, Tammo Gockenga en Menno Howerda aan te nemen en hun die weder in leen te geven.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren verklaart, dat Ayleko Ferhildema en Reyner Eysingha het landschap Hunsingo met al hun bezittingen tussen Lauwers en Eems aan hem hebben opgedragen en hij ze wederom aan hen en hun rechtverkrijgenden in erfleen heeft gegeven.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren verklaart, dat Omeko Snelgherzoon en Haye Wibben het landschap Fivelgo met al hun bezittingen tussen Lauwers en Eems aan hem hebben opgedragen en hij ze wederom aan hen en hun rechtverkrijgenden in erfleen heeft gegeven.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren verklaart, dat Tamme Gockenga en Menne Howerda het landschap Oldambt met al hun bezittingen tussen Lauwers en Eems aan hem hebben opgedragen en hij ze wederom aan hen en hun rechtverkrijgenden in erfleen heeft gegeven.

1398 11-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren verleent vrijdom van tol in al zijn landen aan Widzel Ockenzoon, Volmaer Allenzoon, Ayleko Ferhildema en Reyner Eisinga, die aan zijn onderzaten door hun landen hetzelfde hebben beloofd.

1398 11-09-1398 Omeko Snelgherzoon en Haye Wibben dragen aan hertog Albrecht van Beieren het landschap Fivelgo op met alles, wat zij verder tussen Lauwers en Eems bezitten.

1398 11-09-1398 Tammo Gockenga en Menno Howarda dragen aan hertog Albrecht van Beieren het landschap 0ldambt op met alles, wat zij verder tussen Lauwers en Eems bezitten.

1398 11-09-1398 Widzel Ockenzoon en enige andere hoofdelingen verklaren, dat zij hertog Albrecht van Beieren hun bijstand hebben toegezegd in het beteren van zijn schade en die door Feye van Dockurn geleden.

1398 11-09-1398 Widzel Ockenzoon en Volmaer Allenzoon beloven hertog Albrecht van Beieren behulpzaam te zullen zijn in het bemachtigen van de stad Groningen.

1398 12-09-1398 Ayleko Ferhildema en enige andere hoofdelingen beloven als leenmannen aan hertog Albrecht van Beieren hun best te zullen doen om hem in de stad Groningen als heer te doen huldigen, en hem in geval van oorlog te zullen steunen.

1398 12-09-1398 Enige Oostfriese en Ommelander hoofdelingen beloven hertog Albrecht van Beieren te zullen helpen tot verovering van Coevorden, Drente en Twente.

1398 13-12-1398 Frederik, bisschop van Utrecht, keurt goed de stichting van een vicarie in de kerk van Goor met vermelding van de geschonken goecleren, waaronder een stuk land van Reynold van Coevorden.

1398 14-04-1398 Zweder van Rechteren is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.

1398 14-09-1398 Ayleko Ferhildema en enige andere hoofdelingen belenen Pieter Reynerszoon tot beloning van zijn goede diensten met het goed ten Post, terwijl hun leenheer, hertog Albrecht van Beieren, zijnerzijds deze belening bevestigt en goedkeurt.

1398 15-04-1398 Sweder van Voorst, ambtman van Salland, verklaart het aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle verpande slot Arkestein ten haren behoeve te zullen bewaren.

1398 17-03-1398 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Arend Scuerbaers aan Rodetyde heeft verkocht en overgedragen land, gelegen in Lieuwerderwolde.

1398 20-11-1398 Frederik, bisschop van Utrecht, beleent Gerrit van Essen met goederen te Ulzen in tegenwoordigheid van Zweder van Hekeren, geheten van Rechteren.

1398 20-12-1398 Berlolt Knasse verklaart aan Beneke (Berend) van Wildeshuzen land in Lieuwerderwolde te hebben verkocht en opgedragen met recht van wederinkoop.

1398 02-10-1398 Hertog Albrecht van Beieren geeft vrijgeleide voor een getal van honderd personen ten behoeve van de stad Groningen en de landschappen Langewold, Vredewold en Humsterland.

1398 21-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren geeft vrijgeleide aan een bepaald getal burgers van de stad Groningen.

1398 22-04-1398 Hendrik van Selwerd is aanwezig in het gerecht van de Bisschop te Deventer.

1398 22-04-1398 Johan van den Clooster ziet zijn geschil met Yde, vrouw van jonge Hilbrant, beslist.

1398 23-08-1398 De rechtszaken van Hendrik van Selwerd worden uitgesteld.

1398 23-08-1398 Hendrik van Selwerd deelt aan de gerechtsschrijver van de Bisschop mede, dat zijn rechtszaak met Evert van Langhen is uitgesteld.

1398 24-02-1398 Hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, geeft vrijgeleide aan enige afgezanten van de stad Groningen.

1398 24-06-1398 Zweder van Hekeren, ambtman te Coevorden, doet met andere gekozen scheidslieden uitspraak in een geschil tussen het klooster te Dikninge en Volkeer die Bloemer.

1398 27-11-1398 Redeke Eijsenzoon te Harssens verklaart geen aanspraken meer te hebben op de stad Groningen ter zake van de schade, door zijn gevangenschap geleden.

1398 27-12-1398 Hertog Albrecht van Beieren verklaart de diensten van Oeneke Rypertszoon, proost te Farmsum, gunstig aan te nemen, mits hij zich als een trouw dienaar gedraagt.

1398 28-05-1398 Gheert to der Hofstede, schulte te Yhorst, verklaart, dat Everd Guedesinghe en Eernst van Yselmuden met hun vrouwen aan het klooster te Dikninge hebben verkocht onder meer het goed Bozesteren aldaar en het overdroegen.

1398 28-12-1398 Hertog Albrecht van Beieren geeft aan Pieter Reinerszoon erfelijk in leen Humsterland met Zuidhorn en Noordhorn, en voor zijn leven het schoutambt van Groningen, Innersdijk en Ubbega.

1398 30-03-1398 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, vergunt in tegenwoordigheid van Zweder van Hekeren aan enige personen een bedehuis te stichten op het goed Westerhoff en daar een regulierenklooster in te richten.

1398 05-09-1398 Hertog Albrecht van Beieren stelt Foye van Dockum aan tot baljuw over Achtkarspelen.

1398 07-07-1398 De kloosters van Dikninge en Assen sluiten een overeenkomst over het recht van herberg in de hof te Halen.

1398 09-10-1398 Hertog Albrecht van Beieren belooft aan Ayleko Ferhildema en enige andere hoofdelingen, dat hij der- gelijke opdrachten, als zij hem hebben gedaan, buiten hun goedvinden met zal aanvaarden, behalve voor het geval dat de stad Groningen hem als heer wilde huldigen.

1398 09-10-1398 Hertog Albrecht van Beieren verleent aan Widzel Ockenzoon en enige andere hoofdelingen voor henzelf en hun onderhorigen vrijdom van waag- en wisselgelden te Hoorn, tegen eene dergelijke begunstiging hunnerzijds ten aanzien van zijn onderdanen.

1398 09-10-1398 Johan van Ruinen spreekt Alfer van der Schure in het gerecht aan.

1398. Enige theologen en juristen, onder wie Arnoldus abt te Dikninge en Gherardus van Groningen, geven advies over sommige punten betreffende vrije samenwoning van geestelijken en leken.

1398. Klauwregister van Warfhuizen.

1399 10-08-1399 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Zyart, haar tweede man Johan Drenth en haar zoon Eppe verklaarden in 1392 enige goederen te Oosterwijtwerd en Middelslum te hebben verkocht en overgedragen aan Frouweka Ferawema, welke koop zij nu bevestigen.

1399 01-05-1399 Wolter Tydemanszoon, schulte te Wanneperveen, oorkondt, dat Johan die Vroude en zijn vrouw in het gerecht verklaarden aan het klooster van Dikninge enig land aldaar te hebben verkocht en het overdroegen.

1399 11-06-1399 Reweko, hoofdeling in Kantens, verklaart verschillende stukken land te hebben verkocht aan Auke Ewisma.

1399 01-12-1399 Jonkvrouw Liesbeth van Goor en Goesken van Bakerwerde dragen de beslissing over hun geschillen aan scheidslieden op.

1399 13-10-1399 Alardus de Molendino, proost en aartsdiaken van St. Marie te Utrecht, machtigt de pastoor te Peize om Johan van Hoxberghe als pastoor te Eelde te bevestigen.

1399 13-10-1399 Eghert Mulert en Henric Winter, schepenen van Hasselt, verklaren, dat Johan Ludikenszoon aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst heeft geschonken en ze overdroeg met belofte tot vrijwaring.

1399 14-01-1399 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat de voogden der Akerk aan de uitvoerders van het testament van heer Ludeke Zwaneken een rente uit een huis hebben verkocht en overgedragen.

1399 19-02-1399 Frederik, bisschop van Utrecht, en de overheden van de stad Groningen sluiten een verdrag.

1399 21-09-1399 Johan ten Toerne, schulte te Hasselt oorkondt, dat Johan Ludykenszoon in het gerecht verklaarde aan het klooster van Dikninge een deel van een erf te hebben geschonken en het overdroeg.

1399 02-12-1399 Jonkvrouw Liesbeth van Goor spreekt Rudolf van Peize gerechtelijk aan.

1399 23-08-1399 Evert van Langen en Hendrik van Selwerd stellen de behandeling van hun zaken uit.

1399 23-11-1399 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren dat zij met de schulte Herman Helmersinc Beneke van Wildeshusen hebben ingewezen in een rente uit een huis in de Oosterstraat.

1399 23-11-1399 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schulte Herman Helmersinc Johannes Gaykinghe hebben ingewezen in een rente uit het huis van Johan Klinghe bij de Aa.

1399 24-08-1399 Frederik, bisschop van Utrecht, doet uitspraak in een geschil tussen het klooster van Dikninge en Johan van den Cloester over het goed ter Hofstede.

1399 26-03-1399 Paus Bonifacius IX geeft aflaat aan degenen, die de plechtige vertoning van de arm van Johannes de Doper in de Martinikerk te Groningen zullen bijwonen.

1399 26-05-1399 Gheert van der Hofstede, gezworen schulte te Yhorst, verklaart, dat Wolter Willemszoon voor hem in het gerecht al zijn land te Yhorst aan het klooster van Dikninge heeft overgedragen.

1399 27-02-1399 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart, dat het bezegelen van de overeenkomst met de stad Groningen na de steden van Overijsel, de stad Amersfoort in haar oude voorrechten zal schaden.

1399 28-02-1399 De kloosterlingen te Warffum verklaren te hebben verkocht aan Tadeko Hyddama enig land in Bolismawerp.

1399 28-09-1399 Burgemeesters en raad van Groningen en de overheden van de Friese landen tussen Eems en Lauwers verklaren een verdrag te hebben aangegaan met Elde Gockinga, hoofdeling te Oosterbroek.

1399 29-10-1399 Paus Bonifacius bepaalt het aantal nonnen van het klooster te Dikninge op vierentwintig met strafbedreiging tegen overschrijding van dat getal.

1399 30-09-1399 Clawes van Overhaghen, rentmeester in Twente, verklaart namens de Bisschop van Utrecht in tegenwoordigheid o. a. van Sweder van Rechteren aan de schepenen van Ootmarssum de gruit en de cijns te hebben verpacht voor de tijd van zes jaren.

1399 03-04-1399 Albert en Johan Kevelinge verklaren, dat zij aan het klooster Essen hebben verkocht en bij stoklegging overgedragen een jaarrente uit Mantingehuis te Odoorn.

1399 31-03-1399 Wicbolt Vrydema, bisschop van Pherae, en zijn oom Albrecht Vrydema ontslaan de stad Groningen van alle verplichtingen wegens Verydemagoed en land.

1399 04-06-1399 Fredericus, bisschop van Utrecht, geeft voorschriften voor de broeders en zusters van de Franciscaner orde.

1399 04-10-1399 Johan van Ruinen spreekt Alfer van der Schure gerechtelijk aan.

1399 04-12-1399 Hertog Albrecht van Beieren verleent vrijgeleide aan de uit hun gevangenschap ontslagen gijzelaars van Achtkarspelen.

1399 05-06-1399 Willem van Bronkhorst, zijn broeders en enige edellieden verklaren een erfscheiding te hebben gemaakt tussen Pelgrim van Putten en zijn kinderen, onder Welke een dochter, gehuwd met Reinolt de Vos van Steenwijk.

1399 05-09-1399 Frederik, bisschop van Utrecht, maakt een schikking in de geschillen tussen het klooster van Dikninge en Johan van den Cloester.

1399 05-10-1399 Tytardus te Uithuizermeeden verklaart in overleg met Ocke, zijn echtgenoot, aan Tadeko Hyddama een gedeelte uit een heem te Uithuizen te hebben verkocht.

1399 07-03-1399 Fredericus, bisschop van Utrecht, geeft voorschriften aan de zusters van de derde orde van Franciscus.

1400 10-02-1400 De gezanten van de Hanzesteden, te Lübeck vergaderd, verzoeken Groningen de Vitaliebroeders niet in bescherming te nemen.

1400 11-03-1400 De rechters van Hunsingo verklaren, dat zij door Johannes Ontsatha hebben teruggekregen hun landszegel, dat lang te Sauwerd was geweest.

1400 11-03-1400 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, verklaart met enige dienstmannen en de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle een verbond te hebben aangegaan tot handhaving van orde en rust.

1400 11-08-1400 De zaak tussen Hendrik van Selwerd en Godevart van Langen wordt uitgesteld.

1400 11-11-1400 Hertog Albrecht geeft aan een 150 tal Vitaliebroeders vrijgeleide, op voorwaarde dat zij zijn vijanden, o. a. de stad Groningen en de aan gene zijde van de Lauwers wonenden, schade zullen toebrengen.

1400 12-03-1400 De prior, abdis en andere kloosterlingen van Klein Aduard of Anna verklaren aan Auka Ewysma enig land te hebben verkocht, gelegen te Middelstum, Lutkewolde en Engeweer.

1400 13-04-1400 Zweder van Rechteren is aanwezig op de rechtdag te Coevorden.

1400 13-11-1400 De afgevaardigden der Hanzesteden, te Stade vergaderd, handelen over de verhouding van Groningen tot Keno ten Broke en over de twist tussen Groningen en de Bisschoft.

1400 15-08-1400 Hertog Albrecht van Beieren verklaart een verdrag gesloten te hebben met enige aanvoerders van de Vitaliebroeders tegen hun gemeenschappelijke vijanden, o. a. de Groningers.

1400 16-02-1400 De overheid te Wijns in Oostergo verzekert aan de bewoners van Ameland veiligheid van verkeer met Groningen.

1400 16-02-1400 De pastoors te Sauwerd, Ranum en Obergum verklaren, dat Eyzo Campinga onroerend goed gelegen te Ranum heeft verkocht aan Hayo aldaar.

1400 17-07-1400 Burgemeesters en raad van Groningen schrijven aan de raad van Lübeck, dat zij op de Hanzedag te Hamburg niet zullen verschijnen, en berichten, dat de Oostfriese hoofdelingen de te Emden gesloten zoen niet houden.

1400 17-09-1400 Gherd Kopes verklaart van de stad Groningen te hebben ontvangen de precarie, verschuldigd aan de Bisschop van Utrecht.

1400 18-10-1400 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Henric Buckinc een huis en erf in altijddurende pacht heeft genomen van Koppeke Blotens.

1400 21-03-1400 Rebko in Kantens verkoopt enig land aan Auke Ewysma in Middelstum.

1400 21-05-1400 De afgevaardigden van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen beloven aan Keno ten Broeke en Volkmar Allens zekerheid van lijf en leven gedurende hun gijzelaarschap.

1400 23-05-1400 De hoofdelingen en bestuurders van Oostfriesland beloven aan de bestuurders van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen de Vitaliebroetiers geen toegang in hun land te vergunnen en aan alle kooplieden vrijheid van verkeer en gunstige bepalingen van strandrecht toe te staan.

1400 23-11-1400 Burgemeesters en raad van Groningen roepen in hun twist met bisschop Frederik van Blankenheim de bemiddeling in van de geestelijkheid en de regering van de stad Keulen.

1400 25-01-1400 Fredericus, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de rechten en vrijheden, door zijn voorgangers aan de stad Groningen verleend.

1400 25-05-1400 De pastoors te Sauwerd, Ranum en Obergum verklaren, dat Eyzo Campinga onroerend goed gelegen te Ranum heeft verkocht aan Hayo aldaar.

1400 25-07-1400 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Alverd Heynens een stuk land heeft verkocht aan Zyward Stellinghes en het overdroeg.

1400 30-05-1400 De afgevaardigden van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen verklaren van Keno ten Broke het slot Witmund onder zekere voorwaarden te hebben ontvangen.

1400 30-09-1400 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, belooft de door het Domkapittel met Groningen gesloten pachtovereenkomst te zullen eerbiedigen.

1400 03-08-1400 Hinricus van Solms, proost der St. Mauritskerk buiten Münster, geeft kennis aan de geestelijken o.a. te Coevorden, dat hij namens de Paus heer Ludolf van Steinfurt uit de ban heeft ontslagen.

1400 03-11-1400 Wolter van den Toren, schulte te Hasselt, oorkondt, dat Johan die Witte en vrouw voor hem verklaarden aan het klooster Dikninge te hebben verkocht een opbrengst uit goed gelegen onder Yhorst en die overdroegen.

1400 05-02-1400 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren de bewoners van het Heilige Geestgasthuis te hebben vrijgesteld van het uittrekken in stadsdienst.

1400 05-05-1400 Ghert Borre, slotvoogd te Vollenhove, verklaart het aan Deventer, Kampen en Zwolle verpande slot ten behoeve van de drie steden te zullen bewaren.

1400 05-09-1400 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, Deken en Kapittel van de Dom verklaren een overeenkomst te hebben aangegaan ten aanzien van de rechlen van het kapittel op de heerlijkheid in en buiten Groningen, en op Go en Wold.

1400 08-06-1400 De overheden van Westergo en Wit-Oostergo sluiten een verdrag met de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen over zeeroof en strandrecht.

1400 08-09-1400 Otto, bisschop van Münster, verklaart een verdrag te hebben gesloten met de gebroeders Hayge en Bole Addingh over het huis te Wedde en het land Westerwolde.

1400 09-08-1400 Herman Polman wordt in het gerecht aangesproken.

1400 ca. 1400 Arnoldus abt van het klooster te Dikninge, geeft advies in zake de twist van Groningen met de Bisschop van Utrecht.

1400 ca. 1400 De kapittels te Utrecht hechten hun goedkeuring aan de adviezen in zake de twist van Groningen met de Bisschop van Utrecht, maar veroordelen het ondernemen van een oorlog.

1400 ca. 1400 Everardus Foec, deken van de kerk van Oud-Munster te Utrecht geeft advies in zake de twist van Groningen met de Bisschop van Utrecht.

1400 ca. 1400 Johannes de Novo Lapide geeft advies in zake de twist van Groningen met de Bisschop van Utrecht.

1400 na 23-05-1400 De afgevaardigden van de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Bremen en Groningen verklaren, dat er een verdrag is tot stand gekomen tussen Keno ten Broke c s. en Leward van Emden c.s.

1400 tussen 06-05-en 20-06-1400 De afgevaardigden van Lübeck doen mededeling van de beraadslagingen op de Hanzedag te Emden, waar ook Groningen tegenwoordig was, over de Vitaliebroeders en de twisten in Oostfriesland.

1400-1410 De ingezetenen van Ruinen maken in overleg met Johan, heer van Ruinen, en enige anderen een willekeur.

1401 10-09-1401 De abt en kloosterlingen van Dikninge verklaren het  Toedranckerslant" te Wanneperveen in erfpacht te hebben uitgegeven aan Wolter Morriaen en Johan den Vrouden.

1401 01-10-1401 De overheden van Oostergo en Westergo verklaren, dat zij en hun bondgenoten, waaronder Groningen en de Ommelanden, met hertog Albrecht en de zijnen een verbond voor zes jaren hebben gesloten.

1401 11-04-1401 Theodericus en Hermannus Hagen verschijnen op de rechtdag te Coevorden.

1401 13-03-1401 Otto van der Hoye, bisschop van Münster, verklaart voor de tijd der vete tegen Utrecht een verbond te hebben aangegaan met de stad Groningen, de Ommelanden en Hysseke van Emden.

1401 18-12-1401 Hertog Albrecht geeft vrijgeleide aan het bestuur van de stad Groningen.

1401 30-11-1401 Frederik, bisschop van Utrecht, en de stad Groningen sluiten een wapenstilstand.

1401 07-02-1401 De rechtszaak tussen Godert van Langen en Hendrik van Selwerd wordt uitgesteld.

1401 08-06-1401 Frederik, aartsbisschop van Keulen, keurt de op 5 september 1400 tussen de Bisschop van Utrecht en het Domkapittel gesloten overeenkomst goed.

1401 09-12-1401 Enige geestelijken te Groningen en elders stellen de regels vast van het Olde Convent aldaar.

140110-02-1401 De overheden van Fivelgo oorkonden, dat Clawes Schulte voor hen verklaarde aan Eppe Nittersum te Stedum land te hebben verkocht en het overdroeg.

1401-1417 Enige Oostfriese geestelijken en Keno ten Broek verklaren, dat aan Aylward, proost te Pilsum, volmacht is gegeven om naar zijn inzicht te handelen met geroofde en naar Groningen gevoerde bijbelboeken.

1402 10-10-1402 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan de Bakker in altijddurende pacht heeft gekregen van Jarich Coppiins twee hofsteden in de Haddingestraat.

1402 01-07-1402 Frederik, bisschop van Utrecht, verzoekt de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle hem zijn in onderpand gegeven renten uit Salland nog voor een jaar af te staan, waarin deze toestemmen.

1402 01-08-1402 Frederik, bisschop van Utrecht, verleent o.a. in tegenwoordigheid van Sweder van Rechteren aan de stad Ootmarsum verlenging van de pacht van de accijns.

1402 12-11-1402 Fredericus, bisschop van Utrecht, bevestigt de stichting van een vicarie in de kerk te Vledder, bedoeld in ogd1130.

1402 13-05-1402 Hendrik van Selwerd verklaart een erf met hofstede aan het St. Walburgskerkhof Groningen te hebben verkocht aan Reynold Huginc en draagt het hem over.

1402 13-06-1402 Allardus de Molendino, proost en aartsdeken van St. Marie te Utrecht, verklaart, dat Hendrik Schultinck een altaar in de kerk te Eelde ter eere van St. Catharina heeft gesticht en begiftigd.

1402 14-03-1403 Thiadeka Wyerdesma en haar dochter Syabbeka te Zandeweer verklaren aan Tadeko te Uithuizen land in Zandeweerderhamrik te hebben verkocht.

1402 14-04-1402 Wolter Morriaen, schulte te Wanneperveen verklaart, dat de beide keldermeesters van het klooster Dikninge land aldaar in erfpacht hebben uitgegeven.

1402 16-05-1402 Reynold van Coevorden verklaart de stad Zutphen niet aansprakelijk voor mogelijk ongeval, dat aan de aldaar in bewaring gegeven geldsom en schuldbrief zou kunnen overkomen.

1402 17-06-1402 De zaak tussen Henrich Buckesken en Herman Polman wordt uitgesteld.

1402 18-07-1402 De proost en kloosterlingen te Haske verklaren hun goederen te Staphorst en enige tienden te Hesselingen en Werkhorst, die zij tot nog toe van het klooster Dikninge in erfpacht hadden, aan de abt Arnoldus Wilhelmi te hebben verkocht en overgedragen.

1402 20-06-1402 Prior en kloosterlingen van het klooster op de Agnietenberg bij Zwolle schelden burgemeesters en raad van Groningen de geldsom kwijt, verschuldigd wegens de doodslag op Johan Coperslagher.

1402 20-08-1402 Aernt, abt van Dikninge, verklaart namens het klooster aan Johan, heer van Ruinen, de molen te Blidenstede te hebben verkocht en de molenberg met woning en tuin te hebben verhuurd.

1402 02-04-1402 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Meynolt Sijwens heeft verklaard aan Johan Ghaykinc een aflosbare jaarlijkse rente uit zijn huis te hebben verkocht en overgedragen.

1402 21-09-1402 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Yeye, weduwe van Ludelef Haxtum, aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen heeft verkocht en bij stoklegging overgedragen een gedeelte van een huis en erf te Leegkerk.

1402 22-09-1402 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Berend van Oldenzale als voogd van Hendrik, de achterneef van Ludelef Haxtum, alle diens rechten op een huis met erf onder Leegkerk heeft verkocht aan het Heilige-Geestgasthuis te Groningen.

1402 23-04-1402 Albert van Ansen verklaart zijn smalle tienden te Lhee gedeeltelijk te hebben verkocht en over gedragen.

1402 25-04-1402 De overheid en burgers van Deventer verklaren een zekere som aan Reinold van Coevorden schuldig te zijn en die na verloop van een jaar te zullen betalen.

1402 25-06-1402 Albert van Ansen verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge zijn aandeel in tienden over het kloostergoed te Spier.

1402 25-07-1402 Frederik, bisschop van Utrecht, beleent Johan Wonder met goederen te Albergen in tegenwoordigheid van Sweder van Hekeren, geheten van Rechteren.

1402 25-11-1402 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Grete, de vrouw van Rolef Bentinc, aan de Lieve Vrouwenkerk ter A te Groningen een jaarlijkse rente heeft overgedragen.

1402 27-05-1402 Tyabbeke Geldersna, bestuurder van Westerwolde, verklaart, dat de verwanten van hen, die voor het huis van Elde Gockinga waren doodgeslagen, de rechter van dat landschap hebben gemachtigd deswegen een zoen aan te gaan met Groningen en de Friese landen tussen Eems en Lauwers.

1402 27-12-1402 Reinold, hertog van Gulik en Gelre, beleent Reinold van Coevorden met een jaarlijkse rente van 100 gouden schilden uit de tol te Nijmegen.

1402 30-04-1402 Abt en kloosterlingen van Aduard aan de ene, bestuurders en gerechtigden in de Acht Zijlvesten aan de andere zijde verklaren de beslissing hun geschillen te hebben overgedragen aan twee geestelijken en de regering van de stad Groningen.

1402 04-04-1402 Sweder van Rechteren is aanwezig op de rechtdag te Coevorden, waar een zaak van Johan van Covorden wordt behandeld.

1402 04-04-1402 Twee notarissen geven acte, dat Reynold van Coevorden van al zijn rechten op Coevorden en Drente afstand heeft gedaan.

1402 04-04-1402 Zweder van Hekeren, ambtman van Coevorden en Drenthe, verklaart, dat Reynold van Coevorden afstand heeft gedaan van al zijn rechten op Coevorden en Drenthe, ten behoeve van de bisschop van Utrecht.

1402 05-04-1402 Sweder van Rechteren is aanwezig op de rechtdag te Coevorden, waar een zaak van Johan van Covorden wordt behandeld.

1402 05-08-1402 Frederik, bisschop van Utrecht, geeft aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle vrijstelling van een tol, die op de aan te leggen weg tussen Ane en Coevorden zal worden geheven.

1402 05-11-1402 Frederik van Aerle en drie andere ingezetenen van Groningen stellen ten behoeve van Sweder van Hekeren, ambtman te Coevorden, zich persoonlijk borg voor de verschijning te Coevorden van de pastoor Bertolt Buningh.

1402 07-09-1402 Rolef Kather, burger van Groningen, verklaart aan Alef Schelghens twee losbare jaarrenten le hebben verkocht uitl twee huizen aldaar.

1402 08-05-1402 Reynold van Coevorden verklaart slechts met toestemming van zijn verwanten over het gehele bedrag de door de schepenen te Zutphen bewaarde geldsom en schuldbrief te zullen beschikken.

1402. De overrechters van Hunsingoo-Oosterambt doet uitspraak in een geschil tussen Gayco Reyndisma en Ewo Ewesma betreffende landerijen bij Middelstum.

1403 10-09-1403 Gherd Klenke van den Lande en Rolef Klenke verklaren met overheden en stad van Groningen een zoen te hebben aangegaan in de twist met Hendrik van Selwerd.

1403 01-05-1403 Reynolt van Coevorden schrijft aan de bestuurders van Zutphen om zijn onder hen berustende schuldbrief op Deventer ten behoeve van de hertog van Gelre af te geven.

1403 01-09-1403 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Albert Lewe aan Johannes van Munster een huis met erf heeft verkocht en het overdroeg.

1403 12-03-1403 Gayco Reyndisma te Kantens verklaart aan Tadeko Hiddumma en Syabbeka, dochter van Thiadeka Wyardisma te Zandeweer, enig land te hebben verkocht.

1403 12-04-1403 Egbert van Banlo en Clawes Eltekenman verklaren als leden van de raad van de stad, dat Wermolt Hebinghe aan Tydeman Alberlszoon heeft aangeboden de huur van een hofstede in de Oosterstraat te Groningen.

1403 13-02-1403 Bertoldus, kapellaan van de proost van Usquert, verklaart, dat in zijn tegenwoordigheid Hebelo, pastoor te Kantens, erkende hetgeen de oorkonde van 13 Februari 1403 (ogd1140) inhoudt.

1403 13-02-1403 Hebelo, pastoor te Kantens, en de wedman Ulfardus verklaren, dat Siweko Bunnema al zijn goederen heeft verkocht aan Reyner Eysinga.

1403 13-07-1403 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Neve van Reynolt Hughinc en de erfgenamen van zijn broeder Rolef in altijddurende pacht heeft verkregen een hofstede nabij de Boteringepoort.

1403 14-02-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden dat Reynolt Hughinc verklaarde ten behoeve van de priester Albert Tydemans een erf en hofstede, gelegen aan het St. Walburgskerkhof, te hebben gekocht en hem die heeft overgedragen.

1403 14-02-1403 De rechtszaken tussen Evert van Langen en Hendrik van Selwerd worden uitgesteld.

1403 20-12-1403 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Aeylike Speleman, Dedeke, zijn vrouw, en heer Wicbolt Frijdema, bisschop van Pherae, Rolefmagoed te Zuidwolde aan Gherd Entes hebben verkocht en overgedragen.

1403 21-01-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Anteke te Dorkwerd heeft verklaard aan de provisor van het Heilige Geestgasthuis te Groningen enige landerijen in Lieuwerderwolde te hebben verkocht en bij stoklegging overgedragen.

1403 21-12-1403 De pastoor en overheden van Zuidwolde verklaren, dat Wicboldus Veridema, bisschop van Pherae, Aijleko Spylman en Diedeke, zijn vrouw, Roelvesmagoed aan Gherardus Entes hebben verkocht en overgedragen.

1403 22-01-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Bertold Meyneke aan het Heilige Geestgasthuis verklaarde te hebben verkocht en over gedragen een erf in Lieuwerderwolde.

1403 22-01-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Gherd van Aken van Bertolt Wycherinc onder zekere voorwaarden een erf met toebehoren in altijddurende pacht heeft genomen.

1403 22-10-1403 De Bisschop van Utrecht houdt rechtdag te Deventer, waar Sweder van Rechteren en Hendrik van Selwerd tegenwoordig zijn en Herman Polman wordt aangesproken.

1403 23-10-1403 Sweder van Rechteren is op de rechtdag tegenwoordig.

1403 23-11-1403 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Wybbe Berendes aan Johan van Hervarde en haar dochter Wendelmode, heeft overgedragen het recht op een huisje met erf in de Haddingestraat.

1403 25-01-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Johan de Potmaker in eeuwige pacht heeft verkregen een hofstede bij de Akerk van Reynolt Hughinc en anderen.

1403 27-05-1403 Frederik van Bronkhorst, heer van Borculo, beleent overeenkomstig een beschikking van Johan van Echten diens vrouw Nese met de lijftocht van tienden te Lhee.

1403 27-05-1403 Frederik van Bronkhorst, heer van Borculo, geeft aan Zweder van Hekeren, ambtman te Coevorden, en de etten van Drente kennis van de belening bedoeld in de vorige oorkonde.

1403 27-10-1403 Johan, heer van Ruinen, en zijn broeders verklaren grove tienden te Lhee aan het klooster van Dikninge verkocht en bij stoklegging te hebben overgedragen.

1403 30-06-1403 Rodolphus, deken van Drente, verklaart in een geschil tussen de abt van Dikninge en twee kerspellieden te Blijdenstede uitspraak te hebben gedaan.

1403 31-03-1403 Reweco, hoofdeling in Kantens, verklaart aan Auke Ewesma enige landerijen over te dragen tot aflossing van een schuld.

1403 31-03-1403 Reweco, hoofdeling te Kantens, verklaart Gaycamahuis met toebehoren te hebben geruild tegen landerijen van Auke Ewesma in Middelstum.

1403 04-06-1403 Bernd van Haren, Johan Swenke, Herman van den Kampe en Klaas Moreel verklaren zich te verbinden, onder belofte van leisting bij niet tijdige voldoening, tot teruggave van de bruidschat van Melte van Echten.

1403 04-06-1403 Wobbe en haar dochter Thobe met haar man verklaren aan het klooster te Assen te hebben overgedragen enig land, gelegen te Dalen.

1403 05-02-1403 Burgemeesters en raad van Groningen oorkonden, dat Johan Klinghe verklaarde aan het Heilige Geestgasthuis twee grazen land bij Hoytinghhuis te hebben verkocht en ze overdroeg.

1403 05-06-1403 Klauwregister van het overrecht van Oldenzijl en Oosternieland.

1403 06-05-1403 Paus Bonifacius bevestigt de privileges, vroeger geschonken aan het klooster van de Johannieterorde te Wijtwerd.

1403 06-12-1403 Hare Ydzersna en Enne, hoofdlingen in Oostfriesland, berichten aan de overheid van Groningen, dat zij hen en de stad niet zullen lastig vallen wegens de aanhouding van twee onderzaten.

1403. De schuitenschuivers te Groningen stellen de wetten van hun gilde vast.

1404 10-09-1404 Frederik van der Eze belooft, dat hij het slot te Coevorden buiten toestemming van de drie steden aan niemand zal overgeven voordat de aan de Bisschop voorgeschoten som is terugbelaald of daarvoor zekerheid is gegeven.

1404 01-08-1404 De zijlvesten van de Delfzijl stellen bepalingen vast omtrent het gebruik van de zijl en het liggen van de schepen.

1404 01-08-1404 Tytardus, pastoor te Uithuizermeeden, verklaart aan Tadeco Hiddama enig land in Zandeweersterhamrik te hebben verkocht.

1404 13-07-1404 Keno ten Broke en een aantal Oostfriese hoofdelingen verklaren een verbond te hebben gesloten met Folkmar Allena, Aeyld en Haycke van Faldern, o. a. tegen Groningen.

1404 13-12-1404 De abt en kloosterlingen te Thesinge verklaren aan Albert Eysinge te Groningen veen, gelegen in de marke van Zuidlaren, te hebben verkocht en overgedragen.

1404 14-02-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Syabbe to Noerde een gedeelte van de wal buiten de Apoort in erfpacht heeft overgenomen.

1404 14-02-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Herman Syerdeman in erfpacht heeft genomen een erf in de Brugstraat van de gebroeders Alberd en Everd Wicbolts.

1404 14-02-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Tese Rolevesma en zijn vrouw enig land hebben verkocht aan Johannes Naming en het deze overdroegen ten behoeve van het Heilige Geestgasthuis.

1404 14-11-1404 Hendrik van Selwerd spreekt Reinold van Coevorden gerechtelijk aan.

1404 15-08-1404 Wybeka, dochter van Hide, verklaart enig land in Uithuizerhamrik aan Tetho, timmerman te Uithuizen, te hebben verkocht.

1404 19-11-1404 De overheden van de stad Groningen nemen een besluit omtrent inmenging van anderen in de rechtspraak, die de raad of de deken van Drente toekomt.

1404 21-02-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Morinc aan Johan van Dortmunde een erf heeft verkocht en het overgedroeg.

1404 22-02-1404 Thytardus Buama te Zandeweer verklaart aan Thadeko Hiddama enig land bij Ondelsdijk in Uithuizerhamrik te hebben verkocht.

1404 23-03-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Lefferd de timmerman twee erven in erfpacht heeft ontvangen van het Heilige Geestgasthuis in Groningen.

1404 24-02-1404 Wicbolt Vrydema, bisschop van Pherae, verklaart, dat burgemeesters en raad van Groningen de geldsom, die deze stad hem schuldig was, ten volle hebben betaald.

1404 24-08-1404 Otto, bisschop van Münster, geeft de hof te Baflo aan magister Fredericus van Baflo en de gebroeders Fredericus, Mello en Tytardus van Oldehove in lijfpacht.

1404 24-09-1404 Alardus de Molendino, proost en aartsdeken van het kapittel van St. Marie, bevestigt de keuze van Johannes Wolteri tot pastoor van Koekange en geeft bevel hem in het bezit van zijn kerk te stellen.

1404 25-05-1404 Renke van Kantens en zijn vrouw verklaren aan Aweke Ewesma onroerend goed te hebben verkocht en over gedragen.

1404 25-06-1404 Godeken Hummelding en Johan ten Broke erkennen aan de proost van St. Pieter te Utrecht een vaste som jaarlijks schuldig te zijn wegens de erfpacht van hun goederen.

1404 26-03-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Koning voor zijn dood over enig land bij Hoytinghehuis ten behoeve van het Heilige Geestgasthuis aldaar heeft beschikt.

1404 28-02-1404 De abt en kloosterlingen te Thesinge verklaren aan Albert Eysinge te Groningen veen in de marke van Zuidlaren te hebben verkocht en het over te dragen.

1404 28-02-1404 De abt en kloosterlingen te Thesinge verklaren, dat zij met Albert Eysinghe, burger te Groningen, veen in de marke van Zuidlaren hebben geruild tegen landerijen onder Garmerwolde.

1404 28-05-1404 De metselaars, timmerlieden, kistemakers, beeldsnijders, stoeldraaiers en houtzagers in de stad Groningen stellen enige bepalingen voor hun gilde vast.

1404 03-10-1404 Goderd van Stralen, pastoor te Vries en deken van Drente, verklaart van de stad Groningen te hebben ontvangen de aan de Bisschop van Utrecht verschuldigde precarie.

1404 06-08-1404 Alef Schelghens, burger van Groningen, verklaart aan Bertolt Buninghe, pastoor van de St. Maartenskerk, een rente te hebben verkocht en overgedragen.

1404 06-09-1404 Frederik van der Eze belooft zijn verplichtingen tegenover de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle ter zake van de bewaring van het kasteel van Coevorden te zullen nakomen.

1404 06-11-1404 Burgemeesters en raad van Groningen beloven, dat zij zich zullen houden aan de uitspraak van Berent, graaf van Bentheim, van de verklaring van het tussen hen en de Bisschop van Utrecht gesloten verdrag.

1404 09-08-1404 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan van Hervarde heeft gepacht  to brantsparinghe" van Johan van Haren een erf in de Haddingestraat.

1404 09-08-1404 Johan Snoer, burger van Bremen, verklaart dat zijn geschil met enige aanhangers van de stad Groningen in de minne is beslecht en dat hij dus geen verdere aanspraak op hen of op die stad heeft.

1404 09-11-1404 Johan van Echten verklaart de grove tienden over enige goederen te Lhee aan het klooster van Dikninge te hebben verkocht en overgedragen.

1404. Azego Thiardesma te Uithuizen verklaart aan Tadeko Hyddama enig land in Uithuizerhamrik te hebben verkocht.

1404. De overheid van de stad Groningen stelt een verordening vast omtrent de prijs van het brood.

1405 10-01-1405 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart na goedkeuring van de rekening van Gerbrant ten Bussche, rentmeester van Salland, hem een zekere som schuldig te blijven wegens uitgaven o. a. ten behoeve van de oorlog tegen Groningen.

1405 10-08-1405 Burgemeesters en raad van Groningen geven een vidimus van de bul van paus Gregorius IX van 24 Augustus 1238.

1405 01-10-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren van de bisschop van Utrecht in pacht te hebben genomen het gerecht in Groningen, voor de tijd van honderd jaren.

1405 01-10-1405 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, verklaart aan de stad Groningen het gerecht aldaar te hebben verpacht voor de tijd van honderd jaren.

1405 11-02-1405 De overheden van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle geven haar toestemming tot verpanding van het kasteel te Coevorden aan Johan van Buchorst, totdat de hem verschuldigde som zal zijn betaald.

1405 11-02-1405 Johan van Buchorst, ambtman te Coevorden, belooft aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle het kasteel te Coevorden buiten haar toestemming aan niemand over te geven, voordat de aan de Bisschop voorgeschoten som is terugbetaald.

1405 12-03-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Tede een jaarlijkse rente aan het Heilige Geestgasthuis aldaar heeft geschonken.

1405 13-05-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat zij met toestemming van de,,gemeenre achte" een jaarlijkse rente uit het huis  to der Clocken" aan de Vismarkt hebben verkocht en overgedragen aan de kerkvoogden van St. Maarten.

1405 14-04-1405 Geert to der Hofstede, schulte te Yhorst, verklaart, dat Rolof ter Hofstede en Hendrik, zijn broeder, land aldaar aan het klooster van Dikninge hebben verkocht en het overdroegen.

1405 15-01-1405 Arnt ten Bricke treedt voor de erfgenamen van Sweder van Rechteren in het gerecht op.

1405 15-06-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Egberd van Eelde land heeft verkocht aan Gherd Wybens en het overdroeg.

1405 17-03-1405 Titardus Rust verklaart aan Hayo te Ranum enig land gelegen onder Ranumerhamrik te hebben verkocht en overgedragen.

1405 20-01-1405 Johan ten Hoeve draagt bij stoklegging over aan Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, een derde gedeelte van de heerlijkheid Selwerd, met toebehoren.

1405 21-01-1405 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben afgerekend met de erfgenamen van Zweder van Hekeren, geheten van Rechteren, wegens zijn beheer als ambtman van Drenthe en Coevorden.

1405 23-06-1405 Hebeko Biwingha bevestigt de schenking van enig land door wijlen zijn moeder Elle aan het klooster te Wijtwerd gedaan.

1405 25-07-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Berneer Solleder en zijn zoon Alberd een huis aan de oostzijde van de Peperstraat hebben bestemd tot een gasthuis.

1405 28-09-1405 De bestuurders en ingezetenen van Westerwolde verklaren vrede te hebben gesloten met de stad Groningen, Hunsingoo, Fivelgoo, Oldambt en Reiderland.

1405 28-09-1405 De bestuurders van Groningen, Hunsingoo, Fivelgoo, Oldambt en Reiderland een vredesverdrag met Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht.

1405 28-09-1405 Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht, sluit een vredesverdrag met de bestuurders van Groningen, Hunsingoo, Fivelgoo, Oldambt en Reiderland.

1405 28-09-1405 Twee Ommelander geestelijken en zes Groninger burgers verbinden zich tot nakoming van de vredesverdragen gesloten tussen de Bisschop van Utrecht en Groningen met de Ommelanden, die op 18 october te Coevorden zullen worden afgekondigd en nader bevestigd.

1405 05-02-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Hilleken Rodetydens en haar zoons een stuk land hebben verkocht aan Johan Naming, provisor van het Heilige Geestgasthuis, en het overdroegen.

1405 08-04-1405 Herman en Symon Polleman, gebroeders, verklaren het recht om zwanen te houden in Drenthe en Selwerd, en wat hun verder aldaar in  gerichte ende heerlicheit" toekwam, verkocht en bij stoklegging te hebben overgedragen aan bisschop Frederik van Blankenheim.

1405 08-05-1405 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben afgerekend met Frederik van der Eze wegens zijn beheer als ambtman van Drenthe en Coevorden.

1405 09-01-1405 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Alte Schultenzone van Berend Hornekinc en Wicbolt Elhorn een erf in allijddurende pacht heeft genomen tegen een vaste jaarlijkse som met recht tot afkoop daarvan.

1405 09-05-1405 Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart na goedkeuring van de rekening van Gherart Borre, rentmeester van Vollenhove, hem een zekere som schuldig te blijven o.a. wegens uitgeven in de oorlog tegen Groningen.

1405. Klauwregister van het redgerrecht te Leens.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

Rodinbook