RIJMKRONIEK VAN KLAAS KOLYN     www.klaaskolijnnet.nl

 

 

 

RIJMKRONIEK VAN KLAAS KOLYN

 

cold case onderzoek naar het auteurschap

 

Abt Nicolaas van Sassenheim (ca. 1200-1269, abt 1263-1269).

                                                                                                                                                                                                                                                     

Cold case onderzoek

 

Het cold case onderzoek naar het auteurschap van de Rijmkroniek van Klaas Kolyn heeft aanwijzingen opgeleverd dat Petrus Scriverius (1576-1660) de schrijver van de kroniek is geweest en dat er van bedrog geen sprake is geweest, maar van een misverstand bij alle betrokkenen omtrent de identiteit van het manuscript, dat Regnerus de Graaf in 1702 aan Cornelis van Alkemade verkocht.

Uiteindelijk bleek een 'vergeten portretje' in het handschrift van Regnerus de Graaf de oplossing van het raadsel te bieden.  Jan Wagenaar zat dicht bij de identificatie van Scriverius, maar heeft die laatste stap niet gezet, omdat hij er van overtuigd was, dat de Rijmkroniek een achttiende eeuwse mystificatie was, waarvoor hij Cornelis van Alkemade verantwoordelijk hield. Adriaan Kluit zuiverde de naam van Cornelis van Alkemade, waarna alleen nog Regnerus de Graaf als mogelijke bedrieger overbleef. Hij baseerde zijn mening te veel op het negatieve beeld, dat Pieter van der Schelling van Regnerus de Graaf had beschreven, maar verzuimde diens antecedenten te onderzoeken. Dat gebeurde eerst door G.D.J. Schotel en dat leverde een geheel ander beeld van de Graaf als mecenas van de Rotterdamsche Arkadia op. Voor Schotel was dat wel een aanleiding om er op aan te dringen om de kwestie van de Rijmkroniek nog eens te onderzoeken. Dat is niet meer gebeurd. De wetenschap had de handen definitief van de valse Rijmkroniek afgetrokken.

 

Of de Regnerus de Graaf van G.D.J. Schotel inderdaad dezelfde is geweest als 'onze' antiquair Regnerus de Graaf, zich noemende de 'Haarlemse plaatsnijder', is een vraag die nog niet valt te beantwoorden. Hij moet wel enige naam gemaakt hebben, want een handschrift van het Mattheus evangelie met vermelding van zijn naam en het jaartal 1699 bevindt zich nu in de Nationale Bibliotheek van Boedapest. Of 'onze' Regnerus de Graaf een postume zoon zou zijn van de Delftse medicus Regnerus de Graaf (afb.) valt te betwijfelen en is in elk geval voorbarig. Dat zou veeleer de Utrechtse medicus Regnerus de Graaf uit Schoonhoven geweest kunnen zijn. Zowel de achternaam de Graaf en de reeks naamsvarianten als de Graef, de Graaff, de Graeff en van de Graaf en van der Graaf als de voornaam Regnerus, Renier, Reinier, Reijnerus waren veel voorkomend. De echte Haarlemse plaatsnijder is nog niet gevonden. Of woonde hij in Leiden, zoals Haarlemmer Gillis de Koker in 1703 aan Cornelis van Alkemade schreef ? De puzzel is nog niet compleet.

 

 

 

 

START

 

  

Rodinbook