PEUTINGER KAART - INLEIDING     -     ALFABETISCH REGISTER      - ALFABETISCH REGISTER PER SEGMENT   - LITERATUUR

 

 

 

 

 

BESTEMMING BEREIKT, DE PEUTINGER KAART ALS ITINERARIUM (PICTUM)

 

Menno M.A. Knul

 

De huidige opvattingen over de interpretatie van de Peutinger kaart berusten op misvattingen. De belangrijkste misvattingen betreffen de veronderstelde maatvoering in leugae in plaats van Romeinse mijlen, de interpretatie van de afstanden als tussenafstanden in plaats van bestemmingsafstanden en de leesrichting van de kaart. De Peutinger kaart wordt ten onrechte behandeld als een moderne wegenkaart, terwijl de kaart een grafische weergave is van laat-Romeinse tineraria en de kenmerken van zilke itineraria behouden heeft. 

 

In het navolgende wordt er overeenkomstig de traditie van uitgegaan, dat de Peutinger kaart teruggaat tot de 4de eeuw onder gebruikmaking van oudere itineraria en soortgelijke route-informatie. Wanneer dit het geval is, moet de Peutinger kaart in verband gebracht worden met de itineraria scripta of itineraria adnotata en de mijlpalen langs de wegen. Een aanwijzing daarvoor wordt gevormd door de knikken in wegen, die beschouwd kunnen worden als tekstregels uit de itineraria en op mijlpalen.

 

1. Itinerarium pictum

 

Onderzoekers van de Peutinger kaart zijn het er over eens, dat de kaart geen mappa mundi of wereldkaart is, maar zich nog het beste laat vergelijken met een metrokaart. Een metrokaart van Londen of Parijs is beslist geen stadsplattegrond, maar een grafische weergave van metrolijnen en bestemmingen met aanduidingen, waar men zijn reis op andere metrolijnen kan voortzetten. Ten behoeve van de toeristen wordt bij metrostations aangegeven welke bezienswaardigheden zich daar bevinden. Desondanks wordt de Peutinger kaart gehanteerd als een wereldkaart (vgl. Konrad Miller, Weltkarte des Castorius, 1887), hoewel er geen enkele relatie blijkt te bestaan tussen het aantal vermelde mijlen en de lengte van wegen tussen twee knikken of tussen knikken en symbolen. Op de bovenstaande kaart varieert een vergelijkbare lengte tussen twee knikken in de bovenste Patavia-route van II tot XIII mijlen (of leugae). Waar de ruimte op de kaart het toelaat worden afstanden verder van de plaatsnamen verwijderd, soms zelfs na een volgende knik. Het ruimtelijke aspect is ondergeschikt aan routes en bestemmingen, zoals dat ook het geval is op de metrokaarten. Belangrijk zijn de verkeersknooppunten en de splitsingen van wegen, die in itineraria worden aangegeven met 'inde = daarvandaan' of met 'item = eveneens'. Daarmee komen we op de relatie tussen de Peutinger kaart, de itineraria en de mijlstenen.                                                                                   

 

2. Afstanden

 

De Peutinger kaart is uitvoerig onderzocht. Dat geldt voor de ontstaansgeschiedenis en datering, de publicaties en hun makers, de teksten en symbolen, de kleuren, de identificatie van de vermelde plaatsen, rivieren, bergketens, meren en bossen. Veel is er ook geschreven over de maatvoering van de Peutinger kaart (Romeinse mijlen, leugae parasangen en schoini). Bovendien is de Peutingerkaart minitieus vergeleken met andere geografische en historische bronnen, in het bijzonder de Cosmographia van de Anonymus Ravennatis en het Itinerarium Antonini. Er is vrijwel geen enkel aspect van de Peutinger kaart, of er bestaat een uitgebreide literatuur over. Toch is er een zaak, waar bij mijn weten geen onderzoek naar gedaan is, te weten de werking van de Romeinse afstandscijfers. Algemeen wordt aangenomen, dat deze cijfers duiden op de tussenafstand tussen de voorgaande en de volgende plaats, bijvoorbeeld Foro adriani - XII- Flenio geeft de afstand van twaalf mijl (of leugae) weer tussen Foro adriani en Flenio. Het lijkt zo logisch, maar toch is dit m.i. niet juist.

 

Landkaarten die tussenafstanden tussen twee plaatsen aangeven, bestonden in de 4de eeuw nog niet. Dergelijke landkaarten zijn een ontwikkeling uit de middeleeuwen en Renaissance en werden zelfs nog voorafgegaan door portolaankaarten (zeekaarten). In de 4de eeuw beschikte de reiziger over itineraria, die de afstand tot de opeenvolgende genoemde plaatsen aangaven en soms waren aangevuld met routeinformatie, geografische bijzonderheden en andere wetenswaardigheden. Bovendien waren de genoemde plaatsen gekoppeld aan zoveelste mijlstenen langs de route. De cosmographieen van Anonymus Ravenatis en Claudius Ptolemaeus waren niet geschikt als reisplanner, omdat route-infomatie en afstanden ontbreken.

 

De Peutinger kaart wordt beschouwd als een grafische weergave (itinerarium pictum) van zulke itineraria, waarbij de tekstregels van de itineriaria lijken te zijn weergegeven door middel van knikken in de wegen. In verreweg de meeste gevallen vindt men de plaatsnaam en de afstand binnen dezelfde knik. Foro adriani XII moet dan gelezen worden als tot Foro adriani XII, juist zoals dat in itineraria en op mijlstenen het geval is.

 

Dit neemt niet weg, dat middeleeuwse afschrijvers van de Peutinger kaart, die al wel bekend waren met geografische kaarten de afstanden als tussenafstanden kunnen hebben beschouwd en als zodanig hebben behandeld. Er zijn geen eerdere versies van de Peutinger kaart overgeleverd, zodat we dit niet kunnen verifieren. Intussen wekt het verwondering, dat hier niet eerder onderzoek naar gedaan is en dat er geen afstandentabellen voor de Peutinger kaart zijn gepubliceerd. Alle aandacht van onderzoekers is gericht geweest op het identificeren van wegen en plaatsnamen zonder zich rekenschap te geven van het onderliggende mechanisme, dat de Peutinger kaart met de itineraria en de mijlstenen verbindt.

 

3. Leesrichting

 

De Peutinger kaart is samengesteld uit tientallen, zo niet honderden itineraria of soortgelijke lijstjes met route-informatie. Bij zulke itineraria is steeds duidelijk wat het beginpunt en eindpunt van de route is, waarvoor de formule AB = VANAF (ablativus) - AD = TOT AAN (accusativus) wordt gehanteerd. Die informatie is bij de samenvoeging van al die lijstjes achterwege gelaten. Bovendien heeft de maker van de kaart verbindingswegen toegevoegd. Toch moet het voor de gebruiker in een oogopslag duidelijk zijn geweest, hoe hij de kaart zou moeten lezen zonder dat het begin- en eindpunt van een route expliciet wordt aangegeven. Ook hier heb ik verband gezocht met de itineraria en mijlpalen, waarvan de tekstregels steeds van links naar rechts en van boven naar beneden worden gelezen.

 

 

 

De tekstregels geven steeds de afstand van de vorige tot de genoemde plaats. De leesrichting wordt bepaald door de vorm van de knik (van links naar rechts en van boven naar beneden). De volgende regel staat steeds een echelon lager.                                    

 

Dit schema wordt op de hele Peutinger kaart van west naar oost gehanteerd met zeer weinig uitzonderingen.

 

Men leze dus trap-af voor de heenrichting en trap-op voor de terugrichting. De aangegeven afstand geldt voor de heenrichting. In verreweg de meeste gevallen kan deze gebruiksaanwijzing zonder noemenswaardige problemen worden gehanteerd, maar ook hierbij moet men zich realiseren, dat latere afschrijvers zich de functie van de knikken in de wegen niet meer bewust zijn geweest en de afstand - waar de ruimte het toeliet - verder weg van de plaatsnaam of zelfs boven een volgende knik hebben geplaatst als ware het een tussenafstand naar de volgende plaats.

 

NB. Het hanteren van bestemmingafstanden als tussenafstanden 'werkt' alleen, wanneer men de maker, afschrijver of tekenaar van de Peutinger kaart onzorgvuldigheid, fouten bij het afschrijven, enz. verwijt. De literatuur over de Patavia-route staat bol van zulke verwijten. En dan te bedenken, dat de Patavia-route maar een zeer klein deeltje is van de totale Peutinger kaart. Als al die verwijten serieus genomen zouden moeten worden, zou de Peutinger kaart volstrekt ongeschikt zijn geweest als routeplanner. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt bij zo'n complex werk als de Peutinger kaart - errare humanum est - maar we zullen ons eerst moeten afvragen, of onze interpretatie van de gegevens op de kaart wel juist is. Dat is de belangrijkste reden, dat ik de interpretatie van de Peutinger kaart koppel aan de interpretatie van de itineraria en mijlstenen uit de 4de eeuw.

 

4. Maatvoering

 

Konrad Miller, uitgever van de Peutinger kaart in 1887, schrijft in zijn voorwoord 1), dat de notitie bij Lyon usque hic legas naar zijn mening niet alleen betrekking heeft op het traject Caballione-Lugdunum, maar omdat Lugdunum (Lyon) het caput (hoofdstad) Galliarum was, de leuga toegepast moet worden binnen de grenzen van de provincie Gallia. 2) Echter, op de Peutinger kaart zijn geen afgebakende gebieden te vinden, waar de Romeinse mijl en waar de Gallische leuga werd gebruikt. Dat is zelfs niet het geval aan weerszijden van de grensplaatsen, die als Ad Fines worden aangeduid. Konrad Miller geeft echter ook aan, dat er in het gebied zowel mijlpalen met afstanden in Romeinse mijlen als mijlpalen met afstanden in Gallische leugae zijn gevonden. Ik maak daar uit op, dat in het gebied de twee afstandsmaten naast elkaar hebben bestaan en dat de tekst bij Lugdunum (Lyon) beschouwd moet worden als een algemene waarschuwing, dat in het gebied door de plaatselijke bevolking leugae worden gehanteerd, maar dat dit geen effect heeft gehad op de generale maatvoering van de Peutinger kaart in Romeinse mijlen. Hetzelfde is het geval voor andere delen van de Peutinger kaart, waar de plaatselijke bevolking parasangen of schoini gebruikten. Afgezien van het ontbreken van identificeerbare gebieden, waar een andere maatvoering zou zijn gehanteerd, zou dit de kaart voor tijdgenoten uit de 4de eeuw als routeplanner volstrekt onbruikbaar hebben gemaakt. Ik geloof er dus niets van, dat iemand, die een route plant van segment II naar segment I zich zou laten verrassen door de helft grotere afstanden. De goede man wist niet eens van het bestaan van segmenten. Toch is dit, wat Nederlandse wetenschappers en amateur onderzoekers beweren.

 

Uit het onderstaande schema blijkt, dat de verschillende afstandsmaten ondanks lokale verschillen een gemeenschappelijke basis vinden in de Griekse stadion c.q. daaraan geassimileerd zijn.  De stadium zelf is gehandhaafd in de zeevaart.

 

Egyptische schoini

7.400 meter

40 staden

7400 : 40 =

185 meter.

Perzische parasangae

5.550 meter

30 staden

5550 : 30 =

185 meter.

Germaanse rastae

4.440 meter

24 staden

4440 : 24 =

185 meter.

Griekse dolichoi

2.220 meter

12 staden

2220 : 12 =

185 meter.

Gallische leugae

2.220 meter

12 staden

2220 : 12 =

185 meter.

Passus Itinerarius

1.850 meter

10 staden

1850 : 10 =

185 meter.

Romeinse mijl (mp)

1.480 meter

8 staden

1480 : 8 =

185 meter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5. Historische misvatting

 

Nederlandse geleerden uit het begin van de twintigste eeuw (Holwerda, Blok, Reuvens e.a.) hebben echter het gebruik van de leuga van toepassing verklaard op het hele segment II van de Peutinger kaart met als gevolg, dat de vroegere identificatie van Lugduno met Leiden en Pretorium Agrippinae met Roomburg werd losgelaten en Lugduno in Katwijk (Brittenburg) en in de Waalsdorper vlakte tot zelfs bij Ockenburg werd geprojecteerd. Voor het gebruik van de leuga in onze streken bestaan geen aanwijzingen. Het gebied ligt bovendien buiten de grenzen van de provincie Gallia in Germania. Alleen al uit de aanwezigheid van de plaatsnaam Ad duodecimum 3) blijkt bovendien het gebruik van Romeinse mijlen in Patavia (= Insula Batavorum). Ook het Itinerarium Antonini noemt voor de plaatsen in ons gebied uitsluitend Romijnse mijlen (mpm): Albinianis mpm X, Traiecto mpm XVII, Mannaritio mpm XV, Carvone mpm XXII, Harenatio mpm XXII en geen leugae, zoals hij elders tussen Keulen en Trier wel doet. Ik beschouw het integraal toepassen van de leuga op segment II van de Peutinger kaart dan ook als een historische misvatting. Ik bepleit derhalve deze historische misvatting ongedaan te maken en terug te keren tot de afstandsberekening in Romeinse mijlen (maar dan als bestemmingsafstanden), waardoor Lugduno weer Leiden wordt en Pretorium Agrippinae weer Roomburg, zoals dat drie eeuwen lang het geval is geweest.

 

6.  Volledigheid

 

De (on)volledigheid van de Peutinger kaart is een rechtstreeks gevolg van de beschikbaarheid van itineraria en andere afstanden-lijstjes bij het samenstellen van de kaart. Uit andere bronnen kennen we plaatsen en routes, die we op de Peutinger kaart missen. Voor het Nederlandse deel geldt:

 

PEUTINGER KAART

 

Ad duodecimum (Dodewaard ?) XVIII

Albanianis (Alphen) II

Arenatio (Arnhem) VI

Blariaco (Blerick) XII

Caruone (Kesteren) XII

Caspingio (Asperen) XVIII

Castra Herculis (Arkel ?) VIII

Catvalium (Heel) XIV

Ceuclum (Cuijk) XXI

Coriovallio (Heerlen) XII

Flenio (Delfshaven ?) XVIII

Fletione (Vleuten) XVI

Foro Adriani (Voorburg) XII

Grinnibus (Rossum) VI

Lauri (Woerden) XII

Levefano VIII

Lugduno (Leiden) II

Matilone (Koudekerk) V

Nigropullo (Bodegraven ?) V

Nouiomagi (Nijmegen) III, X

Pretorium Agrippinae (Roomburg) III

Tablis (Alblas) XII

ITINERARIUM ANTONINI

 

Albinianis (ALPHEN) mpm X

Carvone (KESTEREN) mpm XXII

Coriovallum (HEERLEN) mpm VII

Harenatio (ARNHEM) mpm XXII

Lugduno (LEIDEN)

Mannaritio (KASTEEL MAURIK) mpm XV

Mederiacum mpm X

Mediolano mpm VIII

Sablonibus (Venlo) mpm VIII

Theudurum (Tudderen, Sittard) mpm VIII

Traiecto (UTRECHT) mpm XVII

 

mpm = mp 6)

ANONYMUS RAVENATIS

 

Coadulfaveris (?)

Dorostate (Wijk bij Duurstede)

Evitano (= Levefano ?)

Fletione

Matellione

Noita (= Nijmegen ?)

CLAUDIUS PTOLEMAEUS COSMOGRAPHIA

 

Batavodurum (?) 27*15 52°30

Noeomagus (Nijmegen) 26°30 45°00

Tullium (Tiel) 26°30 47°00

Lugdunum Bataviorum (Leiden) 26°30 53°20

 

Bovendien geeft Ptolemaeus de coordinaten van de

westelijke, centrale en oostelijke monding van de Rijn.

 

7. Nieuw onderzoek bepleit

 

1. Van een geheel andere orde is de kwestie, dat op de Peutinger kaart wellicht zonder onderscheid afwijkende Romeinse mijlen als gewone Romeinse mijlen zijn 'ondergeschoven'. Die verdenking bestaat met name met betrekking tot de mijlen (mpm) die genoemd worden in het itinerarium Antonini, waaruit onderzoekers concludeerden, dat er weliswaar sprake was van Romeinse mijlen, maar dat eigenlijk Gallische leugae werden bedoeld met als gevolg, dat niet alleen de Peutinger kaart, maar ook het Itinerarium Antonini als onbetrouwbaar werd afgeschilderd. In de literatuur wordt verondersteld, dat voor de Peutinger kaart een eerdere versie van het Itinerarium Antonini is gebruikt, respectievelijk, dat het Itinerarium Antonini nog in de vierde eeuw zou zijn bijgewerkt. Het gaat uitdrukkelijk om veronderstellingen. De vraag is veeleer, of het Itinerarium Antonini überhaupt een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de Peutinger kaart, omdat het Itinerarium Antonini routes, plaatsnamen en afstanden noemt, die we niet terugvinden op de Peutinger kaart.

 

Nu aan de hand van het bovenstaande de afstanden herleid zijn tot bestemmingsafstanden en de Romeinse mijl weer van toepassing wordt geacht voor segment I van de Peutinger kaart, verdient deze kwestie hernieuwd onderzoek. Daarbij dienen nadrukkelijk de door Claudius Ptolemaeus berekende coordinaten betrokken te worden. 4)

 

2. Het hanteren van afstanden als bestemmingsafstanden in plaats van tussenafstanden en de terugkeer naar de maatvoering in Romeinse mijlen heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de identificatie van plaatsnamen op segment II van de Peutinger kaart en niet alleen voor de plaatsen in Patavia. In dit verband valt de waarschuwing van Konrad Miller ernstig te worden genomen, dat archeologische vindplaatsen niet te snel met plaatsnamen op de Peutinger kaart geidentificeerd moeten worden. Dat is zeker ook het geval met de vindplaats van een militair complex (vlootstation ?) bij Valkenburg (ZH), die al te gemakkelijk en m.i. ten onrechte geidentificeerd werd als Pretorium Agrippinae. Dat geldt mogelijk ook voor Zwammerdam, de toevallige vindplaats van Romeinse rijnaken, in plaats van Bodegraven. Omgekeerd kunnen plaatsen in beeld komen, waar (nog) geen archeologische vindplaatsen zijn, zoals Delfshaven = Flenio aan de uitstroom van de Schie in het Helinium. 5)

 

3. Onderzoekers van de Peutinger kaart verschillen van mening over de wijze, waarop de Peutinger kaart tot stand is gekomen. Het gaat hierbij niet over de wijze, waarop afstandenlijstjes zijn samengevoegd, maar over de volgorde van de bewerkingen. Heeft de maker van de Peutinger kaart eerst de geografische elementen als zeeen, bergen, meren, bossen, eilanden en dergelijke uitgezet en daarna de wegen en verbindingen tussen steden ingevuld of heeft de maker eerst de wegen en verbindingen uitgetekend en daarna de genoemde geografische elementen aangebracht. Zijn de vignetten voorafgaand van het tekenen van de wegen aangebracht of achteraf ? De vraag is ook op welk moment in het tekenproces de namen van volkeren en landstreken zijn toegevoegd, hoewel daarover minder verschil van mening bestaat, dat dit achteraf is gebeurd. Een afdoende antwoord op deze vragen is nog niet gegeven. Uit de omstandigheid, dat de maker zo'n driehonderd kilometer tussen de Fl. Patabus en Noord-Frankrijk heeft overgeslagen, zou kunnen worden afgeleid, dat dat kustlijn eerst later is toegevoegd, misschien zelfs door een latere afschrijver, die een verkeerde (cadmiumhoudende ?) verfsoort voor waterpartijen heeft gebruikt, waardoor de Peutinger kaart op die plaats grote gaten vertoont doordat de aangebrachte verf het papier heeft aangetast. Cadmium was in de Duitse gebieden en veel voorkomend mineraal. In de 16de eeuw waren de zwarte teksten op de groen-blauwe delen nog leesbaar, nu vrijwel niet meer. Uitgaande van de vergelijkbaarheid van deze itinerarium pictum met de bestaande itineraria veronderstel ik, dat het aantal regels van afstandenlijstjes is geteld en op de kaart is uitgezet door middel van knikken onder toevoeging van vignetten, waarna de plaatsnamen en bestemmingsafstanden zijn toegevoegd. Dit zou door nader onderzoek bevestigd moeten worden.

 

8. Samenvattend

 

Uitgangspunt van dit artikel was de veronderstelde samenhang van itineraria, mijlstenen en Peutinger kaart, drie instrumenten die de reiziger in de 4de eeuw ter beschikking stonden. De Cosmografieen waren niet geschikt voor het plannen van reizen. Landkaarten met tussenafstanden langs de routes en portolaankaarten voor de zeevaart kwamen eerst in de middeleeuwen en Renaissance tot ontwikkeling in samenhang met de kruistochten en de ontdekkingsreizen.

1. Ik beschouw de afstanden op de Peutinger kaart als bestemmingsafstanden en niet als tussenafstanden conform de notatie van afstanden in de itineraria en op de mijlstenen, omdat de PK een grafische weergave is van de itineraria en voor dezelfde tijdgenoten uit de 4de eeuw bestemd is.

2. Ik beschouw de notitie usque hic legas bij Lyon als een waarschuwing aan de gebruiker , dat de lokale bevolking gebruik maakt van leugae, maar dat de afstanden op alle segmenten van de PK uniform in Romeinse mijlen zijn weergegeven. Op de PK ontbreekt een afbakening tussen mijlen-gebieden en leugae-gebieden.

3. De combinatie van 1. en 2. leidt tot heroverweging m.b.t. de identificatie van plaatsen op de Patavia route met name m.b.t. het Caput Bataviorum c.q. Germaniorum.

 

4. Nader onderzoek moet uitwijzen, of het Itinerarium Antonini een van de bronnen is geweest voor de Peutinger kaart. Die vraag is gerechtvaardigd, omdat het Itinerarium Antonini routes, plaatsnamen en afstanden noemt, die niet teruggevonden kunnen worden op de Peutinger kaart zoals de Maasroute van Xanten via Venlo (Sablones) naar Heerlen met aansluiting op de weg van Boulogne-sur-Mer via Tongeren (Atuatuca) naar Keulen en een doorgaande route naar Aquisgrani (Aken).


9. Noten

 

1) Zie het voorwoord van Konrad Miller hier.

 

2) Uit het Itinerarium Antonini weten we, dat de leuga ook gebruikt werd in Germaans gebied tussen Keulen en Trier, waar de Romeinen de beschikking hadden over lokale hulptroepen (ala). NB. Door Dr. W. van Coppenraet Bruijnesteijn werd leg.ala ten onrechte geinterpreteeerd als leugae Alemannorum.

 

3) Volgens de gangbare opvatting zou Ad duodecimum - XVIII - Nouiomagi inhouden, dat XVIII de tussenafstand zou zijn tussen beide plaatsen. Dat kan niet het geval zijn, omdat Ad duodecimum twaalfde mijlpaal betekent. Dit heeft onderzoekers heel wat hoofdbrekens gekost en nog steeds worden de meest fantastische 'oplossingen' voorgesteld. Wanneer echter uitgegaan wordt van bestemmingsafstanden zoals hierboven beschreven, blijkt de kwestie nagenoeg opgelost.

 

4) Zie Claudius Ptolemaeus hier.

 

5) Flenio is eerder al geassocieerd met Helinium, een verbasterde naam voor Flumen, Flevum, een algemene aanduiding voor rivier. De associatie Flenio = Delfshaven heeft te maken met de door Corbulo gegraven vaarverbinding (en jaagpad) tussen Roomburg (Pretorium Agrippinae) en de Schie. Delfshaven ligt op de plek, waar de Schie uitmondt in het Helinium en is dan een betere kandidaat dan Vlaardingen.

 

6) In het Itinerarium Antonini (IA) wordt de aanduiding mpm gebruikt als aanduiding voor de afstand, bijvoorbeeld Messana (Sicilia) mpm XII - Tamaricio sive Palma mpm XX. MPM is geen gebruikelijke afstandsmaat zoals mp = mille passuum. In een afschrift van het Itinerarium Antonini heeft een monnik mpm geinterpreteerd als 'minus plus minus', hetgeen iets betekent als ongeveer of bij benadering. De aanduiding mpm wordt echter op elke regel en bij elke afstand herhaald. Dat doet vermoeden, dat er wel degelijk een afstandsmaat zoals mp = mille passuum wordt bedoeld. Om de aard van de aanduiding mpm vast te stellen worden hierna reisbestemmingen vergeleken, die zowel in het Itinerarium Antonini voorkomen als in het Itinerarium Gaditorum (IG) en het Itinerarium Burdigalense (IB). Uit de vergelijking tussen het Itinerarium Antonini en het Itinerarium Gaditorum blijkt geen verschil te bestaan in de maatvoering. De opgave van het Itinerarium Antonini is ontleend aan enkele deeltrajecten, waarbij ook tussenliggende plaatsen worden genoemd, die niet in het Itinerarium Gaditorum voorkomen. Die zijn hier buiten beschouwing gelaten.

 

Itinerarium Gaditorum

 

Ad Portum [Gaditanum] XXIIII

Hastam XVI

Ugiam XXVII

Orippum XXIIII

Hispalim VIIII

Carmonem XXII

Obuclam XX

Astigim XV

Ad Aras XII

Cordubam XVIII

 

                                                             

Itinerarium Antonini

 

Portu Gaditano mpm XIIII
Hasta mpm XVI
Ugia mpm XXVII
Orippo mpm XXIIII
Hispali (SEVILLA) mpm VIIII
Carmone mpm XXII

Obucula mpm XLII ?
Astigi mpm XVI
Ad Aras mpm XII
Corduba (CORDOBA) mpm XVIII.

                                                                   

Itinerarium Burdigalense

 

De vergelijking met het Itinerarium Antonini is wat lastig, omdat de route over verschillende deeltrajecten is verspreid en alleen de terugroute wordt weergegeven, zodat de heenroute daaruit afgeleid moet worden. Het resultaat is, dat men identieke afstanden vindt. Zie hier.

 

Daarmee wordt bevestigd, dat de drie itineraria (Itinerarium Gaditorum, Itinerarium Burdigalense en het Itinerarium Antonini de gewone Romeinse mijl (mp) als afstandsmaat gebruiken, tenzij uitdrukkelijk leugae worden vermeld. Indirect betekent dit, dat voor alle segmenten van de Peutinger kaart eveneens de gewone Romeinse mijl wordt gehanteerd en dat de notitie bij Lyon slechts tot doel heeft om de gebruiker te warschuwen, dat in het gebied naast de Romeinse mijl door de plaatselijke bevolking op sommige plaatsen de leuga wordt gehanteerd. Het is dus onjuist om voor het toegevoegde segment I (Engeland en Spanje) de leuga als maat te hanteren.

 

 

In het Itinerarium Burdigalense wordt onderscheid gemaakt tussen leugae (traject Bordeaux-Toulouse) en milia. Aan de namen van de mijlpalen te zien, is er sprake van de gewone Romeinse mijlen. Het Itinerium Gaditorum doet gedeeltelijk dezelfde plaatsen (in Noord-Italia) aan als het Itinerarium Burdigalense. Ook hier wordt geen verschil in maatvoering geconstateerd. De conclusie, die hieruit getrokken moet worden, is, dat mpm in het Itinerarium Antonini identiek is aan mp.

 

 

10. Literatuur

 

Zie hiervoor de literatuuropgave van deze website. Hier.

 

Bijgewerkt: 20 juni 2012

 

 

VIDEO OVER DE PEUTINGER KAART. VIDEO OVER DIVERSE MAPPAE MUNDI

 

 

DESTINATION REACHED. THE PEUTINGER TABLE AS ITINERARIUM (PICTUM).

 

Menno M.A. Knul

 

 

The Peutinger table (Tabula Peutingriana) is generally regarded as a mediaeval copy of a much older travellers' map, dating back to the 4th century and containing traces, which go even back to the 1st century. The Peutinger table is supposed to have derived its information on roads, places and distances from various itineraria, both of military and civil origin. The Peutinger table is no mappa mundi, but a practical tool to show roads and stops and obstacles like mountains, rivers, lakes and boarders. Similar features can be found in the remaining itineraria, which were based on milestones. The Peutinger table should be regarded as a pictorial itinerarium (intinerarium pictum), the only example that remained from antiquity.

 

STOPS AND MILEAGES

 

One of the features is the rendering of text lines as bends in the roads, which show similar information with regard to the next stop + mileage as is written in the text lines of the itineraria. As can easily be seen from the Peutinger table most bends contain the next stop and mileage, but sometimes, when space allowed the mileage was put a bit further and even on a next bend. This shows, that the mediaeval copier of the Peutinger Table was not aware of the meaning of the combination of stop and mileage and adapted the information as he knew from country maps. However, such country maps did not exist in the 4th century, but have been developed in de Middle Ages and Renaissance. To understand the Peutinger map we ought to go back to the situation in the 4th century and combine the stop and mileage information above the bends with the text lines of the itineraria and the textlines on milestones, so that we can list the stops and miliages similarly to the listings of the itineraria. The itineraria show, where the journey starts and where it ends. This type of information got lost, when maybe hundreds of itineraria were combined on the Peutinger table end the maker of the Peutinger table added lines between roads. Yet this type of information is needed to read the stop and mileage information in the proper way.  The proper way is likely to be from left to right and top-down like the text lines in the itineraria.

 

DISTANCES

 

The general idea is, that distances on segment I should be calculated as Galloroman leugae (= 1,5 Roman miles). It has been Konrad Miller, who supposed so because of the remark near Lugdunum (Lyon) usque hic legas. However the Peutinger table does not show any territories, where Roman miles or where Galloroman leugae would have been used, not even on both sides of boarders (Fines). The same can be said for the use of parasags in Persia or schoini in Egypt. Besides Konrad Miller has indicated, that milestones, found in Gallia partly mention distances in Galloroman leugae and partly in Roman miles. This leads to the conclusion, that leugae may have been in use by local people in some areas, but there is no indication whatsoever, that the measurement of distances on segment I would be different from all other segments. If this would be the case, the Peutinger table would be useless for the traveller. I think, that the remark at Lugdunum (Lyon) is nothing more than a warning, that local people use a different system. Such remarks belong to the same category of useful remarks and hints on itineraria. So the best we can do is to calculate the above described mileages as Roman miles (mp).

 

SUMMARY

 

The general idea is that the notation of distance numbers (e.g. XII) on the Peutinger table shows the distance between the preceding and following place name, e.g. Tablis XII Caspingio XVIII Grinnibus VI means that XII is the distance between Tablis and Caspingio and so on. However, this general idea is questioned, because the Peutinger map is not a modern road atlas, but a graphic representation of lists of places and distances on the so called itineraria and on milestones, which show the order Tablis XII / Caspingio XVIII / Grinnibus VI, in which case the distance between Tablis and the next stop Caspingio is XVIII and so on. The slash (/ = next line) is represented on the Peutinger table as graphic bends in roads, which are the equivalent of lines in the itineraria and on milestones. The information for the Peutinger table is derived from such itineraria and the Peutinger table is in itself a itinerarium pictum. Moreover the itineraria, milestones and Peutinger table served the same users in the 4th c.entury, so the same rules should be applied.

It is questioned as well, if the distances on segment I should be calculated as Gallo-roman leugae instead of Roman miles. The note near Lyon is regarded rather as a warning, that local people make use of a different system, but this note does not affect the general notation of the Tabula Peutingeriana in Roman miles. The Peutinger table does not show areas, where in Roman miles or in Gallic leugae is calculated similarly to parasangae and schoini.

 

The idea behind these questions is, that the Peutinger table is likely to reflect the same or a similar way of use as the medieval itineraria, from which it has been derived and for whom it is intended. From the sophisticated Cosmography of Claudius Ptolemaeus till a handy country map was still a long way to go in the 4th century from which the Peutinger map originates. As for the Roman miles it is questioned, if in effect the standard Roman mile is used on the Itinerarium Antonini and hence on the Tabula Peutingeriana or rather the passo itinerario militare. (mpm). This matter is left for future investigation.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITGAVEN VAN DE PEUTINGER KAART

 

EDITIE MARCUS VELSERUS (1598, 1682)

EDITIE (FRAGMENTEN) BERTIUS (1616)

EDITIE NICOLAS BERGIER (1622)

EDITIE BALTHASAR I. MORETUS (1624)

EDITIE JANSSONIUS (1652)

EDITIE VON SCHEYB (1753, 1783)

EDITIE VALENTIN VODNIK (1809-1810)

EDITIE PODOCATARO CRISTIANOPOLOU (1809)

EDITIE (FRAGMENTEN) MANNERT (1824)

EDITIE MILLER(1887, 1916)

EDITIE E.WEBER (1976) Zie ook: 14.

 

BELANGRIJKE WEBSITES

 

Op internet staan verschillende websites, die voor de bestudering van de kaart van belang zijn:

1. http://www.mifami.org/eLibrary/PeutingerMapLabels-7.6MB.jpg . Deze website geeft de kaart in imposant groot formaat weer. Helaas is daarbij de afbakening van de twaalf segmenten achterwege gebleven en is er geen zoekmogelijkheid aan gekoppeld. Zie ook: 14.

2. http://www.tabula-peutingeriana.de/tp/tp_aa.html . Deze website biedt de mogelijkheid om via een alfabetisch register de locatie van plaatsen op frames te zien. Daar is wel veel handigheid voor nodig. Helaas zijn de gevonden frames niet zichtbaar bij doorkoppeling naar de segmentkaarten, zodat men gemakkelijk verdwaalt.

3 http://www.hs-augsburg.de/~Harsch/Chronologia/Lspost03/Tabula/tab_intr.html

De teksten zijn in het Latijn.

4. http://www.euratlas.net/cartogra/peutinger . Voor deze website wordt gebruik gemaakt van foto's van de 'editio princeps', waaraan de tand des tijds is af te lezen. De website biedt de mogelijkheid om delen van de segmenten uit te vergroten. Daarbij worden enkele plaatsen voorzien van hun moderne naam. Het is niet alleen de mooiste website van de Peutinger kaart, maar ook de handigste. Hopelijk wordt de website nog eens uitgebreid met een zoekmogelijkheid op plaatsnaam. Zie ook: 14.

5. http://www.leg8.com/textes/table_de_Peutinger/index.php . Op deze Franse website vindt men zeer fraaie vergrotingen van de 'editio princeps'. Zie ook: 14.

6. http://www.cambridge.org/us/talbert/talbertdatabase/prm.html . Dit is een voortreffelijke en zeer veel omvattende database van plaatsnamen op de Peutinger kaart, waarbij men een afbeelding van een plaats kan oproepen. Daarbij kan men ook de vorige en de volgende plaats op een route selecteren.

7. http://www.cambridge.org/us/talbert/plates.html . Dezelfde website als de voorgaande, maar hier afzonderlijk genoemd vanwege andere edities van de Peutinger kaart, zoals de uitgaven van von Scheyb, Vodnik, etc. Men vindt er ook een vergelijking tussen het Itinerarium Burdigalense, het Itinerarium Antonini en de Peutinger kaart.

8. http://peutinger.atlantides.org/map-a/ . Voor speciale software is registratie vereist.

9. http://nla.gov.au/nla.map-rm2461 . Deze website biedt de mogelijkheid van inzoomen. De kaart is in 1825 gemaakt naar de editie van Franz Christoph von Scheyb.

10. http://soltdm.com/sources/mss/tp/tp_0.htm . Roemeense website, die zeer de moeite waard is vanwege de sterke vergroting van segmenten van de 'editio princeps''.

11. http://omnesviae.org/nl/ . Dit is een belangrijke website met vergelijkbare mogelijkheden als Google Maps, maar dan toegepast op plaatsen, die worden genoemd op de Peutinger kaart of in het Itinerarium Antonini.

12. http://www.orteliusmaps.com/ortindexnumber.html . Dit is een overzicht van de platen van Abraham Ortelius voor zijn Theatrum Orbis Terrarum en de Parergon kaarten. Er wordt speciaal naar deze platen verwezen, omdat Ortelius gevraagd is om de Peutinger kaart uit te geven, maar dat is niet meer bij zijn leven gebeurd. Ortelius heeft zich intensief met de identificatie van plaatsnamen bezig gehouden. Zie hier.

13. http://www.romanroads.nl . Deze website is nog in ontwikkeling.

14. http://blog.spu.edu/wp-content/uploads/lectio/romans/tabula-peutingeriana/map.html . Volledige weergave van de kaart van de Oostenrijkse Nationalbibliotheek. Cod. 324.

 

ANDERE REISGIDSEN E.D.

 

De Peutinger kaart laat zich vergelijken met:

1. de Cosmographia van Ptolemaeus,

2. de Anonymous Ravenna,

3. de Guidonis Cosmographia

4. het Itinerarium Burdigalense (pelgrimsroute Bordeaux-Jeruzalem),

5. het Itinerarium Egeriae (Aetheriae),

6. het Itinerarium Gaditorum (pelgrimsroute Cadiz (Sp.) - Rome,

7. het Itinerarium Antonini (verschillende militaire trajecten),

8. het Itinerarium Maritimum Antonini,

9. het Itinerarium de barro (enkele korte trajecten).

 

MIJLSTENEN

 

Er zijn ook veel mijlstenen gevonden, waarop afstanden in Romeinse mijlen of Gallische leugae werden aangegeven. Overzicht van alle in Frankrijk gevonden mijlstenen, waarvan een deel fotografisch en tekstueel is gedocumenteerd. Met een belangrijke inleiding. Tekst: Frans.

http://archeolyon.araire.org/Bornemil/Milrepertoire.html .

 

LITERATUUR

 

Over de plaatsen en routes op de Peutinger kaart en andere bronnen voor de Romeinse topografie is inmiddels zeer veel literatuur beschikbaar. Zie literatuurlijst.

 

AANBEVOLEN

 

Op deze website worden voor studie en ter orientatie enkele teksten integraal maar zonder afbeeldingen afgedrukt als 'platte tekst'. Zie bronnen. Aan het einde van de artikelen kan gelinkt worden naar de betreffende website.

 

Konrad Miller, Die Weltkarte des Castorius, 1887. Het voorwoord van Konrad Miller bevat belangrijke informatie, waar op deze website gebruik wordt gemaakt. Miller noemt de kaart 'Weltkarte des Castorius'. Op deze website is de draft tekst te lezen. Die vindt men hier.

Zie ook: http://openlibrary.org/books/OL24434347M/Die_Weltkarte_des_Castorius

 

Nicolas Bergier (1567-1623), Histoire des grand chemins de l'empire Romain, 1622, 1728. Dit is nog altijd het belangrijkste boek over de geschiedenis van de Romeinse wegen. Tekst: Frans. Zie hier.

 

The Medieval and Renaissance Transmission of the Tabula Peutingeriana. Patrick Gautier-Dalché, 2003. Dit artikel is belangrijk, omdat het een kritische benadering geeft van de veronderstelde ontstaansgeschiedenis van de Peutinger kaart. Zie hier.

 

Cultuurbibliotheek. Met name het informatieve artikel van Walter de Smaele voor de Cultuurbibliotheek wordt aanbevolen. Zie hier.

 

 

SEGMENTEN

 

  • Pars I: Hispania, Britannia (Segment I)
  • Pars II: Lugdunum (Segmente I, II)
  • Pars III: Colonia, Treveri, Argentorate (Segmente II, III)
  • Pars IV: Mediolanum (Segmente III, IV)
  • Pars V: Aquilea, Regina, Lauriacum (Segmente IV, V)
  • Pars VI: Roma (Segmente V, VI)
  • Pars VII: Belgrad (Segment VI)
  • Pars VIII: Patras (Segmente VII, VIII)
  • Pars IX: Athen (Segment VIII)
  • Pars X: Constantinopolis (Segmente VIII, IX)
  • Pars XI: Kajseri, Trabzon (Segmente IX, X)
  • Pars XII: Antiochia (Segmente X, XI)
  • Pars XIII: Urfa (Segmente XI, XII)
  • Pars XIV: India (Segment XII)

     

     

     

    01 LANDS OF EUROPE:- SPAIN Pyrenei- GREAT BRITAIN Sussex - Kent - FRANCE- BENELUX -

    DOVER (GB) COLCHESTER (GB) EXETER (GB) LYMPNE (GB) RICHBOROUGH GB CANTERBURY (GB) THETFORD (GB ) LEIDEN (NL) VALKENBURG (NL) NIJMEGEN (NL) XANTEN (D) NANTES (F) POITIERS (F) FOS-SUR-MER (F) PARIS (F) REIMS (F) AMBROIX (F) BREST (F) NIMES (F) BOULOGNE s.M. (F) NARBONNE (F) BEAUVAIS (F) CHARTRES (F) ORLEANS (F) BOURGES (F) LIMOGES (F) SOISSONS (F) BAVAI (F) ARLES (F) LYON (F) TOULOUSE (F) ARDENTES (F) SAINTES (F) ROM (F) BRIOUX (F) BAGNEAUX les SAUMUR (F) CHATEAU du LOIRE (F) ARGENTON St. MARCEL (F) CALDAS de MALAVELLA (E) AULNAY d.SAINTONGE (F) CHATELLE la VIELLE (F) CHATEAU MEILLANT (F) GEVRES (F) THESSE (F) TOURS (F) ANGERS (F) VISSEICHES (F) RENNES (F) TOUR de BEROT (F) VANNES (F) PONTIVY (F) CARHAIX (F) PONTARION (F) CONBREE' (F) OLBY (F) ? NERIS Les BAINS(F)

    LANDS OF AFRICA:ALGERIA province of Algiers -

    DELLYS (DZ) SETIFIS (DZ) DJEMILA (DZ) BEJAIA (DZ)

     

    02 LANDS OF EUROPE: - FRANCE - GERMANY - SWITZERLAND - AUSTRIA - Northern ITALY, Sardinia-

    GENOVA (I) TORINO (I) AOSTA (I) VADO LIGURE (I) TORTONA (I) SUSA (I) Isola.d'ELBA (I) ANTIBES JUAN les PINS.(F) FREJUS (F) AIX-EN- PROVENCE (F) MARSEILLE (F) STRASBOURG (F) VIENNE (F) KOLN (D) MAINZ (D) BREGENZ (D) WINDISCH (CH) BONN (D) KOBLENZ (D) ANDRENA (D) BINGEN (D) WORMS (D) SPEYER (D) RHEINZEBERN (D) SELTZ (D) TRIER (D)

    LANDS OF AFRICA: ALGERIA -

    DJIDJELLI (DZ) AIN ZANA (DZ) SKIKDA (DZ) MILA (DZ) CONSTANTINE-DZ

     

    03 LANDS OF EUROPE: - Northern ITALY - AUSTRIA Raetia, Noricum - GERMANY - SLOVENIA

    MILANO (I) VERONA (I) MANTOVA (I) BOLOGNA PESCHIERA d.G. (I) AREZZO (I) FIRENZE (I) SIENA (I) FIDENZA (I) VADAVolterrana (I) PORTO TORRES (I) CHIUSI (I) TRENTO (I) AQUILEIA (I) ORTONOVO La Spezia (I) LUCCA (I) PISA (I) SATURNIA (I) PERUGIA (I) PIACENZA (I) MODENA (I) REGGIO EMILIA (I) PARMA (I) CREMONA (I) VICENZA (I) TRIESTE (I) CONCORDIA (I) ALTINO (I) AUGSBURG (A) INNSBRUCK (A) WELS (A) SALZBURG (A) ROTTWEIL (D) REGENSBURG (D) ROTTENBURG (D)

    LANDS OF AFRICA: ALGERIA - TUNISIA

    HAMMAM MESKOUTIN(DZ) HAMMAM SIDI el HADJ (DZ ANNABA (Bòne) (DZ) AIN ZANA (DZ) YOUKS (DZ HAMMAM ULED ALI (DZ TEBESSA (DZ) CHEMTOU (TN) KSAR GURAI (DZ) EL KEF (TN) MEDINET EL KEDIMA (TN)

     

    04 LANDS OF EUROPE: - AUSTRIA Raetia, Noricum - SLOVENIA - CROATIA Istria - BOSNIA - HUNGARY -

    WIEN (A) MARIA SAAL (A) PULA (HR) PETRONELL (A) LJUBLJANA (SLO) PTUJ (SLO) CELJE (SLO) KOPER (SLO) TREBNJE (SLO) POREC (HR) RIJEKA (HR) SENJ (HR) SISAK (HR) ZADAR (HR) SKRADIN (HR) PLOMIN (HR) BOSANSKA DUBICA (BIH) BUDAPEST (H) SZOMBATHELY (H KOMAROM (H) RIMINI (I) RAVENNA (I) GUBBIO (I) FANO (I) URBISAGLIA (I) ANCONA (I) SPOLETO (I) TUSCANIA (I) TODI (I) ASCOLI PICENO (I) POTENZA PICE. (I) CESENA (I) TIVOLI (I) OSTIA (I) BOLSENA (I) BEVAGNA (I) CIVITAVECCHIA (I) TARQUINIA (I) FERMO (I) GIULIANOVA (I) TERNI (I)

    LANDS OF AFRICA: TUNISIACartagena

    BIZERTA (TN) HENCHIR HAIDRA (TN) GEFSA (TN) BOU SHATER (TN) AIN KIBRIT (TN) BORDJ ALI MANSUR (TN)

     

    05 LANDS OF EUROPE: - CROATIA - BOSNIA ERZEGOVINA - YUGOSLAVIA - ALBANIA - ITALY middle and southern -

    KISTANJE (HR) VINKOVCI (HR) OSIJEK (HR) METKOVIC (HR) SPLIT (HR) TROGIR (HR) SOLIN (HR) TREBINJE (HR) BOSANSKA GRADISKA (BIH) SREMSKA MITROVICA (YU) ZEMUN (YU) PESCARA (I) AVEZZANO (I) VASTO (I) LUCERA (I) ISERNIA (I) FERENTINO (I) TERRACINA (I) GAETA (I) ANZIO (I) PALESTRINA (I) ERCOLANO (I) SORRENTO (I) NAPOLI (I) POMPEI (I) MINTURNO (I) MONDRAGONE (I) BENEVENTO (I) NOCERA (I) BAIA (I) SALERNO (I) TORRE ANNUNZIATA (I) CANOSA (I) BITONTO (I) VENOSA (I) TEANO (I) POZZUOLI (I) CAPUA (I)

    LANDS OF AFRICA: TUNISIA

    RADES (TN) KORBOUS (TN) KELIBIA (TN) AKOUDA (TN) GABES (TN) SOUSSE (TN) LEMTA (TN) EL DJEM (TN) EL HAMMA (TN) HENCHIR TINA (TN) HORREA CAELIA (TN) DJORF b.MEDENINE (TN)

     

    06 LANDS OF EUROPE: - CROATIA - YUGOSLAVIA - BULGARIA - ROMANIA - ALBANIA - GREECE - ITALY (Calabria, Sicilia) -

    CAVTAT (HR) BEOGRAD (YU) KOSTOLAC (YU) DONJI MILANOVAC (YU) NIS (YU) ZITORADJE (YU) KUMANOVO (YU) SKOPJE (YU) NEGOTINO (YU) OHRID (YU) RESEN (YU) VLORE (AL) SHKODER (AL) DURRES (AL) SARAJEVO (BIH) AKçAR (R) CARANSEBES (R) GRADISTE (R) CALAN (R) SOFIA (BG) NIKOPOLIS (GR) LARISSA (GR) PARAMYTHIA (GR) OLYMPIA (GR) PATRAS (GR) MEGARA (GR) KORINTH (GR) ARGOS (GR) METHONI (GR) OTRANTO (I) CASTRO (I) BRINDISI (I) VIBO VALENTIA (I) CAPO COLONNA (I) CAULONIA (I) CATANZARO LIDO (I) GRUMENTO (I) TARANTO (I) BAGNI di S.EUFEMIA (I) AMANTEA (I) REGGIO CALABRIA (I) VILLA S.GIOVANNI (I) CATANIA (I) SCIACCA (I) TERMINI IMERESE (I) SIRACUSA (I) MESSINA (I)

    LANDS OF AFRICA: TUNISIA (island of Djerba) - LIBYA

    DJERBA (TN) SABRATHA (LT) BIR TERRINA (LT) TRIPOLIS (LT) LEBDA HOMS (LT)

     

    07 LANDS OF EUROPE: - YUGOSLAVIA - ROMANIA - BULGARIA - GREECE Crete - TURKEY

    BITOLA (YU) ALBA LULIA (R) CLUJ (R) MOIGRAD-JAC (R) HINOG RASOVA (R) IGLITA (R) COSTANTA (R) GIGEN (BG) PLOVDIV (BG) SVISTOV (BG) SILISTRA (BG) VARNA (BG) BANJA (BG) POMORIJE (BG) BURGAS (BG) ATHEN (GR) ELATEIA (GR) EPIDAVROS (GR) SPARTA (GR) NEAPOLIS (GR) SALONIKI (GR) PHILIPPI (GR) SERRAI (GR) KAVALLA (GR) KYDONIA (GR) KISAMOS (GR) ENEZ (TR) INECIK (TR) MUREFTE (TR) MARMARAEREGLISI (TR) EDIRNE (TR)

    LANDS OF AFRICA: LIBYA Cirenaica

    MUKTAR-RAS EL AALI (LT) BENGAZI (LT) DARYANAH (LT) TOQRA (LT) TOLMEITHA (LT) AL BAIDA (LT) QUERENA (LT)

     

    08 LANDS OF EUROPE: - EX URSS - Black Sea - GREECE Crete - TURKEY -

    IERAPETRA (GR) GORTYN (GR) GALATA (TR) ISTANBUL (TR) EDIRNE (TR) EMREMSULTAN (TR) ECEABAT (TR) KADIKOY (TR) GEBZE (TR) ANADOLU KAVAGI (TR) YENIKOY (TR) IZMIT (TR) CHRYSOPOLIS (TR) KARA BURUM (TR) BANDIRMA (TR) USKUBU (TR) LAPSEKI (TR) KURSUNLU TEPE (TR) EDREMIT (TR) BERGAMA (TR) ALASEHIR (TR) IZMIR (TR) AKHISAR (TR) SUHUT (TR) BALAHISAR (TR) EMIRDAG (TR) ANKARA (TR) SALIHLI (TR) SELCUK (TR) YANGEN LADIK (TR) CANKIRI (TR) AMASYA (TR) HISARONU (TR) TASKOPRU (TR) AMASRA (TR)

    LANDS OF AFRICA + ASIA MINOR - EGYPT Sinai - JORDAN - Dead Sea - Arabian Peninsula

    MAHARRAQA (ET) ASYUT (ET) EL GIZA (ET) EL ISKANDARIYA (ET) QASR ES SHAM title Kairo (ET) ISMAILIA (ET) ABUSIR (ET) TELL FARAMA (ET) HAL TIMNA (ET) UMM EL KETEF (ET) QASR FIR'AUN (JOR)

     

    09 LANDS OF EUROPE: TURKEY Anatolia - GEORGIA - Black Sea –

    CYPRO - ISLAHIYE (TR) SINOP (TR) BUYUK NEFESKOY (TR) AKSARAY (TR) YALIBAYAT (TR) DINAR (TR) DENIZLI (TR) BALAT (TR) KNIDOS (TR) KALKAN (TR) AMASYA (TR) ZILE (TR) NIGDE (TR) KONYA (TR) YALVAC (TR) KEMER (TR) SAMSUN (TR) GUMENEK (TR) CIFTEHAN (TR) MANAVGAT (TR) SELINTI (TR) ANAMUR (TR) NIKSAR (TR) KAYSERI (TR) BOLAMAN (TR) MERSIN (TR) ZIGANA GECIDI (TR) SARIZ (TR) SIVAS (TR) ANTAKYA (TR) YUMURTALIK (TR) ISKENDERUN (TR) SAMANDA (TR) BELEN (TR) BAT'UMI (GE) SADAG (TR) PAPHOS (CY) KARAVOSTASI (CY) KERYNIA (CY) FAMAGUSTA "SALAMIS" (CY) TREMETHOUSA (CY)

    LANDS OF ASIA: ISRAEL - LEBANON - JORDAN - SYRIA - IRAQ

    ASHQELON (IL) JERUSALEM (IL) JERICHO (IL) NABLUS (IL) QEISARI (IL) JENIN (IL) AKKO (IL) BET SHE'AN (IL) TEVERYA (IL) SOUR (IL) BANYA (IL) IBAIL (RL) SAIDA (RL) BEIRUT (RL) BAALBEK (RL) AMMAN (JOR) BOSRA ESH SHAM (JOR) DIMASHQ (SYR) LATAKIA (SYR) HIMS (SYR) RAFNIYE (SYR) KAL'AT EL-MUDIK (SYR) TUDMUR (SYR) ALEPPO (SYR)

     

    10 LANDS OF EUROPE: - TURKEY Anatolia - GEORGIA - ARMENIA - Caspian Sea

    ADILCEVAS (TR) ERCIS (TR) GAZILER (TR) KASPI (GE) SOCHUMI (GE) ARTASHAT (ARM) KARKAMIS (TR) ZINCIRLI (TR) REFAHIYE (TR) KILIS (TR) SURUC (TR) CtitleU (TR) NIZIP (TR) MALATYA (TR) BIRECIK (TR) SAMSAT (TR) HARRAN (TR) URFA (TR) DIYARBAKIR (TR) SIIRT (TR) ERCIS (TR) NUSAYBIN (TR)

    LANDS OF ASIA: - SYRIA - AZERBAIGIAN - IRAQ - IRAN (Persia)

    ABU DAGHMAH (SYR) EL MENNBIDJ (SYR) ES-SIHL (SYR) RA'S EL'AIN (SYR) SABIRABAD (AZ) ORDUBAD (AZ) KIRKUK? (SYR) TIKRIT? (IRQ) AL HADR (IRQ) BAGHDAD (IRQ) DJEBEL SINDJAR? (IRQ) SINDJAR (IRQ) BABYLON (IRQ) QASR-E SHIRIN (IR)

     

    11 LANDS OF ASIA: IRAQ - IRAN Persia - TURKMENISTAN - UZBEKISTAN - PAKISTAN - INDIA

    BAGHDAD? (IRQ) SANANDAJ (IR) RASHT (IR) TAHT-I-SULEIMAN (IR) HAMADAN (IR) ABADAN (IR) PERSEPOLIS (IR) DAMGHAN (IR) BAGHIN (IR) CIMKENT (UZB) LASHKAR GAH (AFG) KABUL (AFG) ZARANJ (AFG) MERY ( TM) RAWALPINDI (PAK) LAHORE (PAK) JALALPUR (PAK) CRANGANORE (IND) AHMADABAD (IND) GOLKONDA (IND) PIPPALI? (IND)

  •  

    De Peutinger kaart (Tabula Peutingeriana) is een belangrijke bron voor onze kennis van plaatsen en wegen in het Romeinse Rijk. De hier afgebeelde versie is die van Konrad Miller (1844-1933) uit 1887. De kaart werd in 1976 herdrukt.

     

     

     

     

     

     

     

     

      

    Rodinbook