Schreef Bach de Kaffee-Kantate ?
Was dit Duitse volksliedje de inspiratiebron voor de Kaffee Kantate ?
C A F F E E
Trink nicht so viel Caffee. Nicht für Kinder ist der Türkentrank, schwächt die Nerven, macht dich blass und krank. Sei doch kein Muselman 1., der ihn nicht lassen kann.
Bron: Volkslieder Archiv.
Is er iets wereldser dan koffie ? Een van de meest verassende cantates van de Duitse componist Johann Sebastian Bach (1685-1750) is cantate BWV 211 ‘Sweigt stille, plaudert nicht’, beter bekend als de Kaffee Kantate. De cantate behoort tot Bach’s wereldlijke cantates. De cantate is in alle opzichten een buitenbeentje. Bach schreef doorgaans ernstige muziek, meestal religieus, soms als eerbetoon aan hoog geplaatste personen of om trouw- en begrafenisplechtigheden te omlijsten. Ironie en satire waren hem vreemd. Bach was een ernstig mens, die men niet gemakkelijk op een frivoliteit zou betrappen.
Allereerst is de Kaffee Kantate eigenlijk geen cantate, maar een mini komische opera, waarin vader Schlendrian zijn dochter berispt, dat ze koffie drinkt. Een vrouw hoorde thee te drinken. Dochter Liesgen laat zich echter niet van de koffie afbrengen. Daarop verzint vader Schlendrian een list. Hij belooft zijn dochter een echtgenoot. Liesgen is evenwel niet voor een gat te vangen en laat in het huwelijkscontract opnemen, dat ze zoveel koffie mag drinken als ze wenst.
KAFFEEHAUS ZIMMERMANN
Het Kaffeehaus Zimmerman in Leizig was in de tijd van Bach een belangrijke ontmoetingsplek voor musici van allerlei pluimage. Het Kaffeehaus beschikte ook over een gelegenheid voor musiceren. Daar zou Bach in 1733 de Kaffee Kantate voor het eerst ten gehore hebben gebracht. Des te vreemder is, dat die Kaffee Kantate toen niet in de lijst van cantates is opgenomen. Het zou kunnen zijn, dat het karakter ervan - meer een mini komische opera dan een cantate - daar verantwoordelijk voor is. Aanvankelijk bestond de lijst (Afb.) van cantates van Bach met inbegrip van koralen, motetten en aria's uit slechts 167 titels tegen zo'n 250 cantates nu, waaronder een aantal verloren cantates en cantates, die tegenwoordig aan andere componisten worden toegerekend, zoals Georg Philipp Telemnann (1681-1767). De BWV lijst van cantates vertoont nog sporen van een aanvankelijke alfabetische opsomming van de cantates, maar 'Sweigt stille, plaudert nicht' komen we daar niet in tegen. De onvermijdelijke vraag is dan of de Kaffee Kantate een Kantate van Bach is of misschien ook van Telemann, zoals diverse andere cantaten die vroeger aan Bach werden toegeschreven alsnog van Telemann blijken te zijn.
PICANDER
Waar Johann Sebastian Bach niet betrapt kan worden op frivoliteit, kan postmeester annex gelegenheidsdichter Christian Friedrich Herici (1700-1764), die schreef onder het pseudoniem Picander, niet betrapt worden op de diepgevoelde religiositeit van Bach. Christian Friedrich Herici was dichter en toneelschrijver van stukken, die hij zelf erbaulich - stichtelijk noemde, maar die veeleer moraliserend waren, soms op het kolderieke af. Zijn bekendheid had hij te danken aan erotische gedichten, die hij in zijn studententijd schreef. Vervolgens wist hij zijn lezers te amuseren met typetjes als de academicus Schlendrian (schlemiel), die al eerder op de rol stond dan de Kaffee Kantate, De heer en mevrouw Mischmas-Hokuspokus, de heer en mevrouw Ohnesaft, de heer Nilhorn, Capriol, Buonconto , Rubezahl, Wurmsaamen en meer van die onvertaalbare typen, waarbij de populaire Italiaanse Commedia dell' arte als voorbeeld heeft gediend, bijv. de hier afgebeelde Pantalone (naamgever van onze pantalon). Gezien deze voorgeschiedenis kan ik er wel enig begrip voor opbrengen, dat Christian Friedrich Herici zich van het pseudoniem Picander (pikanterie) bediende, maar het is wel heel vreemd, dat Bach dit dubieuze pseudoniem als handelsmerk voor zijn religieuze cantates en grote Passiewerken heeft gebruikt en niet voluit de eigennaam van de eerzame postmeester Christian Friedrich Henrici heeft vermeld. De reputatie van Picander was op zijn minst twijfelachtig.
NB. De Kaffee Kantate BWV 211 behoort tot het geringe aantal van 'ongespecificeerde wereldlijke cantates', dat wil zeggen dat er geen concrete gebeurtenis kan worden aangegeven, waarvoor de betreffende cantate bedoeld is geweest, bijvoorbeeld de inauguratie van een nieuw gemeentebestuur, een nieuw universitair jaar of een huwelijk. Binnen de werken van Bach vormen deze ongespecificeerde wereldlijke cantates een restcategorie, waar men niet goed raad mee weet. De Duitse Wikipedia - anders dan de Nederlandse - wijst er op, dat de 'Urheberschaft durch Picander oder Bach nicht gesichert ist'. Als jaar van eerste uitvoering wordt ook 1741 genoemd. 2.
1. Ik vermoed, dat onze Mosselman uit Scheveningen en het Engelse Muffin man on Drury Lane in Londen - West-End lokale aanpassingen van de Muslim-man - hier Muselman - zijn, zoals ook in Magom - Magommetje uit verre landen de naam van Mohammed doorklinkt.
2. Dem Werk liegt eine Dichtung von Picander zugrunde, die dieser 1732 veröffentlichte. Vermutlich entstand die Kantate 1734, um im Zimmermannschen Kaffeehaus in Leipzig aufgeführt zu werden. Der Text muss zur damaligen Zeit populär gewesen sein, da er neben Bach von mindestens zwei weiteren Komponisten aufgegriffen wurde, wobei nur Bachs Interpretation einen zusätzlichen Schlussteil aufweist, dessen Urheberschaft durch Picander oder Bach selbst nicht gesichert ist. Es wird davon ausgegangen, dass Bach die Uraufführung der Kantate im Leipziger Café Zimmermann geleitet hat.
Menno Knul
Picander, Ernst-Schertzhaffte und Satyrische Gedichte, Bd. 3, Leipzig 1732 - Universitätsbibliothek Leipzig.
“hier ward vor wenigen Tagen Ein Königlich Mandat ans Parlament geschlagen, das hieß: Wir haben längst und leider wohl gespürt. da bloß durch den Caffee sich mancher ruiniert. Um diesem Unheil nun beizeiten vorzugehen, soll niemand sich Caffee zu trinken unterstehen, der König und sein Hof trinkt selben nur allein, und andre sollen nicht dazu befuget sein. Doch dann und wann wird man Permission ertheilen… Drauf hörte man daselbst ein immerwährend Heulen; ach! schrie das Weibesvolk, ach nehmt uns lieber Brod, denn ohne den Cafee ist unser Leben todt. Was wollen wir denn früh zum Morgenbrot genießen, nun müssen wir die Zunft, Cafee zu trinken schließen; wie öfters werden wir bey unsrer Einsamkeit betrübt zurücke stehn; da war es gute Zeit, da jene, die und ich vertraut zusammen kamen und bey dem Lomber-Spiel ein Schälchen Kaffee nahmen. Das alles aber brach doch nicht des Königs Sinn, und kürzlich starb das Volk als wie die Fliegen hin. Man trug, gleichwie zur Pest, so haufenweise zu Grabe und nur das Weibesvolk nahm so erschchrecklich abe, bis da man das Mandat zerrissen und zerstört, so hat das Sterben in Frankreich aufgehört” (Schulze: 35 – 37)
Hans-Joachim Schulze. Ey! wie schmeckt der Coffee süße. Johann Sebastian Bachs Kaffee-Kantate in ihrer Zeit. Leipzig: 1985, Verlag für die Frau. Bron.
BWV 211 |
|
Schweigt stille, plaudert nicht
Kaffeekantate
|
|
|
|
Liesgen (S), [Erzähler] (T), Schlendrian (B) |
|
1. Recitativo T Continuo |
|
Schweigt stille, plaudert nicht Und höret, was itzund geschicht: Da kömmt Herr Schlendrian Mit seiner Tochter Liesgen her, Er brummt ja wie ein Zeidelbär; Hört selber, was sie ihm getan!
|
|
2. Aria B Violino I/II, Viola, Continuo |
|
Hat man nicht mit seinen Kindern Hunderttausend Hudelei! Was ich immer alle Tage Meiner Tochter Liesgen sage, Gehet ohne Frucht vorbei.
|
|
3. Recitativo B S Continuo |
|
Bass Du böses Kind, du loses Mädchen, Ach! wenn erlang ich meinen Zweck: Tu mir den Coffee weg! Sopran Herr Vater, seid doch nicht so scharf! Wenn ich des Tages nicht dreimal Mein Schälchen Coffee trinken darf, So werd ich ja zu meiner Qual Wie ein verdorrtes Ziegenbrätchen.
|
|
4. Aria S Flauto traverso, Continuo |
|
Ei! wie schmeckt der Coffee süße, Lieblicher als tausend Küsse, Milder als Muskatenwein. Coffee, Coffee muss ich haben, Und wenn jemand mich will laben, Ach, so schenkt mir Coffee ein!
|
|
5. Recitativo B S Continuo |
|
Wenn du mir nicht den Coffee lässt, So sollst du auf kein Hochzeitfest, Auch nicht spazierengehn. Sopran Ach ja! Nur lasset mir den Coffee da! Bass Da hab ich nun den kleinen Affen! Ich will dir keinen Fischbeinrock nach itzger Weite schaffen. Sopran Ich kann mich leicht darzu verstehn. Bass Du sollst nicht an das Fenster treten Und keinen sehn vorübergehn! Sopran Auch dieses; doch seid nur gebeten Und lasset mir den Coffee stehn! Bass Du sollst auch nicht von meiner Hand Ein silbern oder goldnes Band Auf deine Haube kriegen! Sopran Ja, ja! nur lasst mir mein Vergnügen! Bass Du loses Liesgen du, So gibst du mir denn alles zu?
|
|
6. Aria B Continuo |
|
Mädchen, die von harten Sinnen, Sind nicht leichte zu gewinnen. Doch trifft man den rechten Ort, O! so kömmt man glücklich fort.
|
|
7. Recitativo B S Continuo |
|
Bass Nun folge, was dein Vater spricht! Sopran In allem, nur den Coffee nicht. Bass Wohlan! so musst du dich bequemen, Auch niemals einen Mann zu nehmen. Sopran Ach ja! Herr Vater, einen Mann! Bass Ich schwöre, dass es nicht geschicht. Sopran Bis ich den Coffee lassen kann? Nun! Coffee, bleib nur immer liegen! Herr Vater, hört, ich trinke keinen nicht. Bass So sollst du endlich einen kriegen!
|
|
8. Aria S Violino I/II, Viola, Cembalo, Continuo |
|
Heute noch, Lieber Vater, tut es doch! Ach, ein Mann! Wahrlich, dieser steht mir an! Wenn es sich doch balde fügte, Dass ich endlich vor Coffee, Eh ich noch zu Bette geh, Einen wackern Liebsten kriegte!
|
|
9. Recitativo T Continuo |
|
Nun geht und sucht der alte Schlendrian, Wie er vor seine Tochter Liesgen Bald einen Mann verschaffen kann; Doch, Liesgen streuet heimlich aus: Kein Freier komm mir in das Haus, Er hab es mir denn selbst versprochen Und rück es auch der Ehestiftung ein, Dass mir erlaubet möge sein, Den Coffee, wenn ich will, zu kochen.
|
|
10. Coro (Terzetto) S T B Flauto traverso, Violino I/II, Viola, Continuo |
|
Die Katze lässt das Mausen nicht, Die Jungfern bleiben Coffeeschwestern. Die Mutter liebt den Coffeebrauch, Die Großmama trank solchen auch, Wer will nun auf die Töchter lästern!
|
|
|
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Op muzikaal gebied is er veel bekend over de werken van Johann Sebastian Bach, maar lang niet altijd is bekend, welke dichters en libretto-schrijvers teksten voor zijn cantaten en koralen hebben geleverd c.q. welke teksten Bach zelf heeft aangepast of voor hem aangepast zijn. Deze website wil zo mogelijk in die lacune voorzien.
Christian Friedrich Henrici (ps. Picander) (1700-1764)
Voorloper van de BWV uit 1850.
Vierde druk. 1748
Stond Pantalone model voor Herr Schlendrian ?
Beluister de Kaffee Kantate.
J. S. Bach - "Schweigt stille, plaudert nicht" ("Kaffeekantate"), BWV 211 (Ton Koopman)
|